Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
Onze visie op kleuters is dat we uitgaan van de de basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. ls in voldoende mate voldaan aan de behoefte aan relatie (‘anderen waarderen mij en willen met mij omgaan’), aan de behoefte aan autonomie (‘ik kan het zelf, hoewel niet altijd alleen’) en aan de behoefte aan competentie (‘ik geloof en heb plezier in mijn eigen kunnen’) dan is er welbevinden, motivatie, inzet en zin in leren.
Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Wij stimuleren de ontwikkeling van de kinderen door hen spelend te laten leren. Voorbereidende activiteiten voor het leren lezen, rekenen en schrijven voor oudste kleuters bieden we voornamelijk aan bij het spelen in de hoeken, het werken met ontwikkelingsmaterialen en de speelse activiteiten in de kring. We starten de dag in de kring. Ieder kind mag even vertellen wat hij/zij heeft beleefd. Zo leren de kinderen naar elkaar luisteren. In de kring vinden ook verschillende activiteiten plaats zoals godsdienstige vorming, taal- en muziekactiviteiten. De rest van de dag wordt gespeeld en/of gewerkt aan tafels, in de kleine kring, in de hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. We sluiten aan bij de ontwikkeling en belangstelling van de kinderen. Dit uit zich onder andere in thematisch werken en het inrichten van hoeken rond een bepaald onderwerp dat op dat moment in de belangstelling van de kleuters staat. Dit verhoogt de betrokkenheid en hierdoor wordt het leren door het opdoen van ervaringen gestimuleerd. Verder is er veel aandacht voor de taalontwikkeling, omdat dit de basis is voor het zich verder ontwikkelen. De volgende ontwikkelingsgebieden krijgen vooral de aandacht:
- Sociaal-emotionele ontwikkeling (samenspel, buitenspel, kringspel)
- Zintuiglijke ontwikkeling (puzzels, lotto, kleurendomino, mozaïek etc.)
- Creatieve ontwikkeling (tekenen, muziek, handvaardigheid)
- Motorische ontwikkeling (zowel grove als fijne motoriek, onder andere gymles, constructiemateriaal, verven, knippen, plakken)
- Taalontwikkeling (woordenschat, begrijpend luisteren, voorlezen, opzegversjes, praatplaten, leeshoek, poppenkast)
- Rekenontwikkeling (tellen, kleuren en vormen etc.)
Veel kinderen zitten 2 tot 3 jaar in een kleutergroep. Kinderen die in de herfst jarig zijn, zitten soms korter dan 2 jaar op school. Dit is afhankelijk van de geboortedatum, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. We voeren regelmatig observaties uit om de ontwikkeling te volgen en eventuele hiaten te signaleren. Uitkomsten worden regelmatig besproken met ouders. We maken hiervoor gebruik van 'de leerlijnen van Parnassys'. Waar het mogelijk is bieden we extra hulp en uitdaging om kinderen te stimuleren. Na de kleuterperiode volgt de stap naar groep 3.
Vanaf groep 3 gaan we geleidelijk anders werken met kinderen; minder gericht op het spelend leren en meer gericht op het doelgericht leren. Ook de inrichting van de lokalen is anders. Het spelen is er nog wel, maar raakt wat op de achtergrond. In de bovenstaande lessentabel wordt globaal weergegeven hoeveel tijd we per week aan de verschillende vakken besteden. Het gaat hier om gemiddelden die enigszins per leerjaar kunnen verschillen. De nadruk ligt op taal/lezen en rekenen. Daar zijn de kinderen minstens de helft van de week mee bezig.
We werken in de school met de zogenaamde kerndoelen. Kerndoelen beschrijven wat in het basisonderwijs aangeboden moet worden aan de leerlingen, zodat zij voldoende kans krijgen zich te ontwikkelen. Kerndoelen liggen vast in de wet. De activiteiten en de methoden in de school zijn erop gericht deze kerndoelen te behalen. De kerndoelen gaan niet alleen over basale vakken als taal en rekenen, maar ook over vormingsgebieden als cultuur, wereldoriëntatie en burgerschap.
Naast de kerndoelen zijn de referentieniveaus ontwikkeld. Die beschrijven op twee niveaus concreet wat leerlingen op een bepaald moment in hun schoolloopbaan (bijv. eind groep 8) moeten begrijpen, kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen. Ook de referentieniveaus zijn nu bij wet vastgelegd. Op onze school hanteren wij dus naast de kerndoelen ook de referentieniveaus.
Methodes:
Godsdienstonderwijs: Startpunt
Rekenen: WIG 5
Taal: Taal actief 4
Lezen: Veilig Leren Lezen (groep 3) en Strategisch lezen (groep 3-8)
Begrijpend lezen: Grip op lezen/Nieuwsbegrip
Engels: Take it Easy
Muziek: 1 2 3 Zing
Wereldoriëntatie: Wijzer!Geschiedenis, Wijzer!Aardrijkskunde, Wijzer!Natuur en techniek
Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Onderwijs dat leerlingen uitdaagt, dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperking. Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier basisonderwijs. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving. Scholen werken met elkaar samen in samenwerkingsverbanden. In Woerden heet het samenwerkingsverband 'Passenderwijs'. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Het schoolondersteuningsprofiel van de Wilhelminaschool voldoet aan de basisondersteuning zoals deze binnen het samenwerkingsverband Passenderwijs is geformuleerd.
Heel veel kinderen die op 4-jarige leeftijd op school komen, zijn al op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf geweest. In zo'n geval is er altijd sprake van een overdracht van informatie tussen KDV/PSZ en school. Deze overdracht vindt of schriftelijk of mondeling plaats.