Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Observaties nemen een belangrijke plaats in (m.n. in de onderbouw) bij het verkrijgen van informatie over het kind. Vanaf leerjaar 3 verzamelt de leerkracht ook cijfers d.m.v. schriftelijke verwerking van de leerstof, proefwerken, mondelinge prestaties tijdens de lessen, werkstukken en huiswerk. Bovendien maken wij op school gebruik van methode-gebonden en landelijk genormeerde toetsen (Cito). Het nauwkeurig onderzoeken, bijhouden en beoordelen van de individuele vorderingen van het kind worden systematisch genoteerd in het leerlingvolgsysteem.
De landelijk genormeerde toetsen worden twee keer per jaar afgenomen. De resultaten zijn medebepalend voor de koers die de school volgt. Naar aanleiding van de tussenresultaten (jan en juni) wordt het onderwijsaanbod teambreed besproken. Er wordt gekeken welke stappen moeten worden gezet om het onderwijs zonodig te verbeteren.
De leerlingenaantallen kloppen niet: groep 3 moet zijn 14/groep 4 22 en groep 6 24.
In groep 8 krijgt elke leerling een persoonlijk advies voor het voortgezet onderwijs. Het advies is voor het onderwijssoort dat past bij het niveau van de leerling. Leerprestaties, aanleg en ontwikkeling op de basisschool spelen hierbij een rol. Leerlingen krijgen eerst het voorlopige schooladvies en daarna volgt een toets. Heeft de leerling een hogere toetsuitslag dan het gegeven schooladvies? Dan stelt de school het advies bij, tenzij het in het belang is van de leerling om dit niet te doen.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Onze visie op de sociale opbrengsten omvat de volgende punten:
- Leren is een gezamenlijk proces: we werken met heterogene basisgroepen, waardoor kinderen van en met elkaar leren.
- Kinderen moeten leren zelfstandig te werken, te spelen: er wordt gewerkt met dag- en weektaken.
- Kinderen worden betrokken bij het stellen van doelen: zowel op sociaal als cognitief gebied.
- Leerkrachten hebben een begeleidende rol en zijn samen verantwoordelijk voor alle leerlingen.
- Wij werken intensief samen met onze ouders.
Wij hebben een vijftal schoolregels/afspraken opgesteld (allemaal uitgaande van RESPECT hebben voor elkaar) die gebaseerd zijn op onze kernwaarden (zoals hieronder genoemd).
- persoonlijke aandacht
- betrokkenheid
- zelfstandigheid en verantwoordelijkheid
- veiligheid en vertrouwen
- samenwerken
Vanuit de kernwaarden hebben we de afspraken geformuleerd.
De belangrijkste afspraak is: WE HEBBEN PLEZIER EN WE ZORGEN DAT ANDEREN PLEZIER HEBBEN!
Toelichting is niet nodig.