Dalton Kindcentrum de Tweemaster

Piet Heinlaan 19 9675 AZ Winschoten

Schoolfoto van Dalton Kindcentrum de Tweemaster

Het team

Alle personeelsleden van de school vormen samen het team. Zowel de leerkrachten voor de klas, als het niet onderwijzend personeel. Vaak zijn er op een school specialisten aanwezig die extra ondersteuning bieden aan leerlingen die dit nodig hebben. Elke school kent daarin een eigen aanpak. Hoe het team is samengesteld en hoe de school bijvoorbeeld vervanging regelt? Dat kan alleen de school je vertellen.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

In de CAO-PO staan de verlofmogelijkheden die voor het personeel werkzaam bij het primair onderwijs gelden, vermeld. Buitengewoon verlof kan alleen worden verleend wanneer de werkzaamheden samenvallen met een bijzondere gebeurtenis. Voor de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs is het beter om de vaste medewerker voor de klas te hebben. In gevallen wanneer dit mogelijk is wordt dan ook van de werknemer verwacht afspraken voor bijv. doktersbezoek, tandarts, notaris etc. buiten schooltijd te plannen. 

Binnen SOOOG is een PLUS-Pool opgezet om de grootste problemen rond vervanging op te lossen. In deze pool is een aantal medewerkers benoemd die met voorrang zullen invallen bij ziekte of andere afwezigheid. Het kan echter toch nog voorkomen dat er geen invaller beschikbaar is. In het protocol voorkoming lesuitval staat beschreven welke stappen we op ons Kindcentrum nemen bij ziekte of verlof van één van de medewerkers. Ons uitgangspunt is altijd om lesuitval te voorkomen. 

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

De verdeling voor schooljaar 2023-2024 is als volgt:

Groep 1/2 a    Juf Ingrid (ma t/m do)

Groep 1/2 b    Juf Suzanne (ma t/m do)

Groep 3          Juf Anita (ma, di), juf Sandra (wo t/m vrij)

Groep 4          Juf Ageeth (ma, di, wo), Meester Patrick (do, vrij)

Groep 5          Juf Annemiek (ma,di), Juf Wietske (wo, do, vrij)

Groep 6          Meester Dilan (ma t/m vrij)

Groep 7          Juf Lydia (ma, di, do, vrij ochtend), Meester Patrick (wo), Juf Sandra Scholma (vrij middag)

Groep 8          Meester Patrick (ma, di) Juf Marjan (wo t/m vrij)      

  • Juf Judith is een donderdagochtend in de week aangenomen via de NPO-gelden als leerkrachtondersteuner. Zij kan klassen overnemen en werken met groepen kinderen.
  • Juf Gerry vervult op dinsdag, woensdag en donderdag de IB-taken bij ons op school. Op maandag heeft juf Gerry IB-taken op een andere school binnen onze stichting.
  • Juf Lydia vervult op de vrijdagmiddagen haar Daltoncoördinator taken.
  • Juf Liza Neleman, Juf Hanna Geel & Juf Sandra Kregel zijn onze vakleerkrachten gymnastiek.
  • Juf Wianda vervult op maandag t/m donderdag de directie-taken bij ons op school.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen
  • Bouwgroepen/Stamgroepen/Heterogene groepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Kleuters leren spelenderwijs. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel (ontwikkelings)materiaal is en dat er activiteiten plaatsvinden waarin kleuters optimaal kunnen leren. Via lerend spelen werken we aan de taal-, sociaal/emotionele, functie- en de lichamelijke ontwikkeling. In de kring doen we onder andere taal-en rekenactiviteiten, muziek en drama. Er wordt gespeeld en gewerkt in de verschillende speelplaatsen. 

In groep 1 moeten de kinderen wennen aan het "naar school" gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming, regelmaat, het op speelse wijze aanleren van vaardigheden en technieken. Jonge kinderen leren dat het Kindcentrum een ontmoetingsplaats is waar het fijn is om met vriendjes/vriendinnetjes en de medewerker iedere dag een hoop leuke dingen te doen en te leren. Alle vakken komen in samenhang aan de orde aan de hand van thema's vanuit bijv. IEYC.

In groep 2 komen er meer activiteiten aan de orde die voorbereiden op het leren rekenen, lezen en schrijven. Ook voor kleuters in de groepen 1 en 2 telt dat het soms de vraag is of een kind gebaat is bij de overgang naar de volgende groep. Om dit weloverwogen te kunnen beoordelen hebben we hiervoor vaste criteria, o.a. observatielijsten, leerlijnen ParnasSys en andere momenten waarop we de kinderen "volgen". Kortom, middelen waarmee we de ontwikkeling van het kind goed in beeld kunnen brengen. Als het een en ander niet verloopt zoals wenselijk is, hoort u dit van de leerkracht van uw kind. 

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

De schooltijden binnen het Kindcentrum en lesuren in het basisonderwijs (bo) moeten vallen binnen de kaders van de Wet op het primair onderwijs (WPO). Het Kindcentrum bepaalt wel zelf, met instemming van de ouders, wat de maximale lengte van een schooldag is en hoe de uren tussen de onderbouw en de bovenbouw zijn verdeeld.

Aantal lesuren per leerjaar op de basisschool.

Het minimum aantal lesuren van groep 1 tot en met 8 is op alle basisscholen 7520 uur. Leerlingen in de eerste 4 leerjaren (onderbouw) moeten ten minste 3520 uur les krijgen; in de laatste 4 leerjaren (bovenbouw) is dit 3760 uur. De resterende 240 uur kunnen scholen flexibel inzetten. De Tweemaster voldoet ruimschoots aan het wettelijke kader. Groep 1/2 heeft een 4 daagse schoolweek, groep 3 komt de vrijdagochtend hierbij en vanaf groep 4 hebben de groepen een 5-daagse schoolweek. De reden is (met instemming van alle geledingen) om een zo goed mogelijke organisatie voor ons Kindcentrum te realiseren. Wij werken vanaf maart 2020 met een continurooster. 

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Het School Ondersteuningsprofiel (SOP) beschrijft het aanbod van onderwijs en ondersteuning, dat een school de leerlingen kan bieden (basisondersteuning), waar de school intern grenzen ervaart en met welke externe begeleiding de school de grenzen kan beslechten (extra ondersteuning). Met het SOP legt de school vast op welke wijze zij invulling geeft aan de in de wet gestelde zorgplicht: besturen van scholen moeten zorgen voor Passend Onderwijs en garanderen dat ieder kind een passende plek krijgt. Het SOP beschrijft de mate waarin de school handelings- en opbrengstgericht werkt; leerkrachten dienen hun onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Het document is een verplichting vanuit het wettelijk traject rond Passend Onderwijs.

De Basisondersteuning:

De basisondersteuning is het door de gezamenlijke schoolbesturen afgesproken niveau van ondersteuning dat beschikbaar is voor iedere leerling van onze samenwerkingsverband (SWV 20.01). Het gaat daarbij om het geheel aan preventieve en licht curatieve interventies die de school binnen haar onderwijsstructuur planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, uitvoert. De basisondersteuning geeft aan welke mate van ondersteuning aan leerlingen wordt geboden binnen de eigen school. De actuele afspraken over te bieden basisondersteuning worden beschreven in het Ondersteuningsplan 2023-2027van ons samenwerkingsverband (SWV 20.01). De kwaliteit van de basisondersteuning moet voldoen aan de door de onderwijsinspectie vastgestelde normen. 

Het onderwijs op Dalton Kindcentrum de Tweemaster:

Onder de basisondersteuning van Dalton Kindcentrum de Tweemaster wordt verstaan; de ondersteuning die de school zelf binnen de eigen organisatie aan alle leerlingen biedt. Uitgangspunt is dat het kind zoveel mogelijk wordt opgevangen in de eigen groep door de eigen leerkracht. De leerkracht werkt handelingsgericht. Ons uitgangspunt is de onderwijsbehoefte van de leerling. De leerkracht zal door een goede klassenorganisatie en door het gebruik van de juiste materialen, zo efficiënt mogelijk de leerling helpen. De leerkracht zal preventief en proactief interveniëren naar leerlingen die extra instructie of (pedagogische) ondersteuning nodig hebben en zal effectief en planmatig omgaan met verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen. Het aanbod aan de leerlingen wordt vastgelegd in het groepsplan en dit wordt op gezette tijden geëvalueerd en aangepast. Soms wijken de mogelijkheden van kinderen zover af van het gemiddelde van de groep, dat we (bijv. via een handelingsplan voor dyslexie en eigen leerlijnen)individuele programma’s schrijven. 

Uitgangspunt is dat er alles aan gedaan wordt om leerlingen zo lang mogelijk bij de groep te houden. Met name door verlengde instructie o.a. aan de instructietafel/bureau. De methoden bieden met verdieping-, minimum- en herhalingsstof ruime mogelijkheden om leerlingen als groep bij elkaar te houden. Door in de onderbouw al veel aandacht te besteden aan het systematisch aanleren van vaardigheden, zoals voorbereidend lezen, rekenen en schrijven, willen we zorgen dat de leerlingen zo goed mogelijk de ontwikkeling binnen ons Dalton Kindcentrum kunnen volgen. Daarbij hoort, dat we veel aandacht geven aan het ontwikkelen van een zelfstandige werkhouding.

Om het werken met de 1-zorgroute (handelings- en opbrengstgericht werken) in de groep te kunnen realiseren zijn een aantal zaken essentieel:- zelfstandig werken en samenwerken: op onze school besteden we veel aandacht aan het ontwikkelen van een zelfstandige werkhouding en het goed kunnen samenwerken (Daltononderwijs en IPC).- effectieve instructie en werken met de instructietafel: we differentiëren de instructie voor kinderen die hier behoefte aan hebben. Er zijn leerlingen die extra instructie krijgen, er zijn ook leerlingen die verdiepende instructie krijgen. De verlengde instructie wordt zoveel mogelijk aan de instructietafel gegeven. Er vindt regelmatig reflectie plaats op het klassenmanagement en de organisatie in de groep. Daarnaast wordt er ook gereflecteerd op het onderwijsaanbod en het eigen handelen. Duo-leerkrachten stemmen het handelen op elkaar af en ook de overdracht van de vorige groep naar de volgende groep wordt goed afgestemd. Onder de basisondersteuning vallen ook de maatregelen die open staan voor alle leerlingen, zoals het werken in differentiatie-groepen, meer handen in de klas in de vorm van onderwijsassistenten, de begeleiding en coaching door de intern begeleider en/of andere deskundigen binnen of soms ook buiten de school.

Alle basisscholen van SOOOG moeten kinderen met de volgende typering kunnen bedienen. 

-met een beneden –of bovengemiddeld IQ onder de voorwaarden zoals bij hoofdstuk 10.4 "Grenzen aan ons onderwijs" van het SOP is aangegeven

-met een min of meer "probleemloze" ontwikkeling

-met (beperkte) leerproblemen zoals: - een vertraagde lees- taalontwikkeling, mogelijk als gevolg van dyslexie of dysorthografie- een vertraagde rekenontwikkeling, mogelijk als gevolg van dyscalculie. In paragraaf 10.3 "Beschrijving van de zorgstructuur" in het SOP wordt uitgelegd op welke manier de ontwikkeling van de leerlingen op Dalton Kindcentrum de Tweemaster wordt gevolgd .

Aanbod basisondersteuning:

Binnen de basisondersteuning bieden we preventieve en licht curatieve interventies voor onze leerlingen aan. Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en de school kan deze al dan niet in samenwerking met ketenpartners organiseren. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat maakt deel uit van de basisondersteuning.

Hieronder het aanbod voor preventieve en lichte curatieve interventies binnen de basisondersteuning.

Dyslexie, doorgaande lijn primair onderwijs – voortgezet onderwijs.

In het primair onderwijs leren kinderen, over het algemeen vanaf groep 3, technisch lezen. Niet iedere leerling pakt dit even makkelijk op. Als er bij kinderen problemen ontstaan om het technisch lezen goed onder de knie te krijgen, biedt de basisschool hulp. Als de leesproblemen zeer ernstig zijn, kan een basisschool een kind laten screenen op Ernstige Enkelvoudige Dyslexie. Om in aanmerking te komen voor een screening dient een kind, na langdurig extra aandacht, nog steeds zeer laag scoren op leestoetsen.Wanneer het kind wel lees- en/of spellingsproblemen heeft, maar niet in zodanig ernstige mate dat het binnen de criteria valt voor het aanvragen van onderzoek, heeft het kind wel baat bij de hulp van de basisschool. De basisschool zal dan ondersteuning bieden binnen het onderwijs en heeft de mogelijkheid om aanpassingen te doen bij de toetsen. Er is dus geen noodzaak voor het verkrijgen van een verklaring voor (lichte) dyslexie.Op alle momenten staat het ouders vrij om hun kind bij een particulier bedrijf te laten screenen op dyslexie. Meer informatie over hoe op de school van uw kind(eren) wordt omgegaan met dyslexie vindt u in het dyslexieprotocol van de school. 

Op DKC de Tweemaster werken we van groep 1 t/m 8 volgens het Protocol Leesproblemen en Dyslexie van het Expertisecentrum Nederland. In het protocol staat beschreven hoe de leesontwikkeling hoort te verlopen, welke leerlingen eventueel risicoleerlingen zijn en welke leerlingen in aanmerking komen voor een dyslexieonderzoek. 

Op de kwaliteitskaart (nog in ontwikkeling) staat beschreven welke route en ondersteuning er op DKC de Tweemaster kan worden gegeven i.v.m. een aanvraag dyslexieonderzoek en welke mogelijkheden wij hebben tot ondersteuning.

Dyscalculieondersteuning

De opvang van leerlingen met dyscalculie wordt in de wettelijke regeling Passend Onderwijs en ook in het Ondersteuningsplan van SWV 20.01 expliciet genoemd als behorend tot de basisondersteuning. 

Alle scholen beschikken wel over een ERWD-protocol, dat op SOOOG-niveau is vastgesteld (voorjaar 2013). De criteria hiervoor zijn niet helder geformuleerd, waardoor het moeilijk vast te stellen is of er daadwerkelijk sprake is van dyscalculie. Vanuit het Expertisecentrum is er een mogelijkheid om een uitgebreid rekenonderzoek aan te vragen (gericht op dyscalculie).

Ontwikkelingsperspectief (eigen leerlijn)

Binnen de basisondersteuning kan het gewenst zijn dat een leerling een eigen leerlijn volgt. Voor elke leerling wordt met het vakgebied rekenen het referentieniveau 1S nagestreefd; alleen als gebleken is dat een leerlijn voor de leerling te hoog gegrepen is, wordt overgeschakeld naar de leerlijn 1F of eventueel < 1F. Voor het vakgebiedtaal/spelling wordt het referentieniveau 2F nagestreefd; alleen als gebleken is dat de 2F leerlijn voor de leerling te hoog gegrepen is, wordt overgeschakeld naar de leerlijn 1F of eventueel <1F. Mochten leerlingen voor het vakgebied rekenen of taal/spelling het 1F niveau niet behalen, dan wordt er een OPP (eigen leerlijn) geschreven. Zij krijgen dan structureel een onderwijsaanbod op een lager niveau dan de rest van de groep. Om over te gaan op een eigen leerlijn moet er overleg hebben plaatsgevonden met een extern persoon (bijv. orthopedagoog van het Expertisecentrum van SOOOG). Een IQ bepaling is niet verplicht, echter bij enige twijfel wordt aangeraden eerst nader onderzoek te verrichten. Dit plan loopt één jaar en wordt twee keer per jaar geëvalueerd. Zo laten we zien wat we voor het specifieke kind aanbieden qua leerstofaanbod en ondersteuning. In de individuele leerlijn (OPP) staat onderbouwd welke onderwijsaanpak nodig is, wat het (halfjaarlijkse) doel is en welke doelen op langere termijn gelden, hoe dit wordt bereikt en op welke wijze er wordt getoetst en wat het vervolg is van deze aanpak. In ParnasSys worden de vorderingen en leerling kenmerken regelmatig bijgehouden door de groepsleerkracht. Tot slot zullen de ouders altijd geïnformeerd moeten worden. In het geval van een OPP binnen de basisondersteuning is er wettelijk gezien alleen sprake van informatieplicht, wel worden ouders gevraagd te tekenen voor gezien. Voor het OPP maken wij gebruik van het format in ParnasSys. Ditzelfde format OPP wordt ook gebruikt voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen in de vorm van een arrangement. 

Een OPP is verplicht als er extra ondersteuning wordt aangevraagd bij het SWV (zie hoofdstuk 10 Extra ondersteuning).

Het beleid ten aanzien van langdurig zieke leerlingen

De wet ‘Ondersteuning Onderwijs Zieke leerlingen’ regelt de voortgang van onderwijs tijdens ziekte van leerlingen. De school is verantwoordelijk voor het onderwijs, ook als de leerling door ziekte lange tijd geen lessen kan volgen. In overleg met ouders zal onze school onderwijs verzorgen tijdens de ziekteperiode. De groepsleerkracht en/of de internbegeleider onderhoudt hiervoor het contact met de ouders. De onderwijsondersteuning is erop gericht dat de leerling ook tijdens de ziekteperiode betrokken blijft bij het leerproces. Hiermee wordt bereikt dat:

-Een leerachterstand kan worden voorkomen

-De leerling actief betrokken blijft

-De leerling niet in een isolement geraakt

De school kan in het kader van de wet Ondersteuning Onderwijs Zieke leerlingen een beroep doen op gespecialiseerde consulenten van OZL (noord), Drachten. Zij ondersteunen de school, ouders en leerlingen. De consulenten zijn bereikbaar via www.ziezon.nl/consulenten/OZL-noord/ afdeling Onderwijs aan zieke leerlingen,telefoonnummer 088-0200-300. Voor zowel ouders als school zijn hieraan geen kosten verbonden. Alleen als de leerling langere tijd in het Universitair Medisch Centrum Groningen opgenomen is, wordt de begeleiding verzorgd door de eigen educatieve dienst van dit ziekenhuis.

NSCCT

Op meedere scholen van SOOOG wordt in groep 4, 6 en 8 de NSCCT afgenomen, zo ook op de Tweemaster. NSCCT staat voor Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test. Deze test meet het leerpotentieel van uw kind. Door de uitkomst van deze test naast zowel observaties door de leerkracht als de uitkomsten van de toetsen van het leerlingvolgsysteem te leggen, kunnen leerkrachten hun onderwijs nog beter afstemmen op de ontwikkelingsbehoefte van uw kind.

Ouders/verzorgers geven expliciet toestemming voor het afnemen van de NSCCT, bij voorkeur schriftelijk. Hiervoor is een toestemmingsformulier. Wanneer duidelijk aangegeven is in welke groepen de test wordt afgenomen, hoeft de school niet jaarlijks toestemming van ouders/verzorgers te vragen. Ouders/verzorgers zijn ten alle tijden in de gelegenheid, bezwaar te maken tegen het deelnemen van de leerling aan het groepsonderzoek.

De belangrijkste kenmerken (en eigen kwaliteitsaspecten) van onze school zijn:

1. De leraren kennen de leerlingen

2. De leraren zetten betrouwbare en valide toetsen in om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen

3. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben

4. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind

5. Externe partners worden, indien noodzakelijk, betrokken bij de zorg voor leerlingen

6. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen

7. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen

8. De school voert de zorg planmatig uit

9. De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na

10. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding

Passend Onderwijs

Alle schoolbesturen van de provincie Groningen plus de gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vijf sub-regio’s (4 subregio’s voor regulier onderwijs en 1 subregio voor specialistisch onderwijs). De scholen voor primair onderwijs van SOOOG vallen onder de sub-regio Zuid-Oost en de subregio voor gespecialiseerd onderwijs. Het VSO valt onder het voortgezet onderwijs en maakt daardoor deel uit van het samenwerkingsverband 20.02. De besturen in iedere sub-regio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen. De Wet op passend onderwijs betekent dat alle leerlingen een plek moeten krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. De overheid wil daarmee bereiken dat:

·      Alle kinderen een plek krijgen die past bij hun ondersteuningsbehoefte.

·      Een kind naar een reguliere basisschool gaat als dat mogelijk is.

·      Een kind naar het speciaal onderwijs gaat als er intensieve begeleiding nodig is.

·      Scholen de mogelijkheden hebben voor onderwijsondersteuning op maat.

·      De kwaliteiten en onderwijsbehoeften van het kind centraal staan en niet de beperkingen.

·      Kinderen niet meer langdurig thuis komen te zitten omdat er geen passende plek is om onderwijs te volgen.

Om ieder kind een passende plek te kunnen bieden, hebben scholen zorgplicht. Scholen moeten er voor zorgen dat kinderen die extra begeleiding en ondersteuning nodig hebben, een passende plek krijgen. Dit geldt voor alle kinderen: dus voor kinderen die op school zitten e´n voor kinderen die aangemeld worden bij een school. Alle scholen binnen het samenwerkingsverband hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en extra ondersteuning hebben scholen beschreven in hun School Ondersteuningsprofiel (SOP). In het SOP staat precies welke ondersteuning een school kan bieden. Dit kan helpen bij het kiezen van een school en bij het overleg met die school. Het SOP is te vinden op de website van de school. 

Meer informatie over Passend Onderwijs is vermeld op de website www.sooog.nl van onze stichting onder de rubriek ‘informatie’. Verder is op de website van het Samenwerkingsverband PO 20.01 meer informatie beschikbaar over het ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen. Daarnaast is op de website van de Rijksoverheid informatie voor ouder(s)/verzorger(s) te vinden met betrekking tot passend onderwijs.

Expertisecentrum

Het expertisecentrum, dat onder leiding staat van een directeur, is verantwoordelijk voor de bewaking en ontwikkeling van de kwaliteit van onderwijs. Het expertisecentrum adviseert en ondersteunt rondom passend onderwijs, organiseert scholingsaanbod en coacht naast startende leerkrachten ook leerkrachten met complexe groepen. Het expertisecentrum is het hart van onze organisatie en is daarom voor kindcentra laagdrempelig ingericht, waardoor het gemakkelijk is om contact te leggen. Naast de directeur bestaat het team uit onderwijsassistenten en specialisten waaronder twee orthopedagogen, een ambulant begeleider en een coach. Daarnaast zijn er tijdelijk professionals verbonden aan het expertisecentrum vanuit hun rol als IB’er, coach en vanuit hun werkzaamheden aan een project. Samen denken zij mee hoe onderwijs zo goed mogelijk afgestemd kan worden op de onderwijsbehoeften van het kind. Kindcentra kunnen gebruik maken van alle onderzoeks- en ondersteuningsmogelijkheden van het expertisecentrum. Door de korte lijnen tussen kindcentra en expertisecentrum kan er snel en adequaat gehandeld worden om ieder kind een passende plek en de juiste begeleiding te geven. Soms doet zich op een kindcentrum een complexe situatie voor, waarin basisondersteuning niet voldoet. Dan biedt het expertisecentrum specifieke onderwijsarrangementen, zodat de leerling toch onderwijs op het kindcentrum kan blijven volgen. De SOOOG Academie, onderdeel van het expertisecentrum, biedt een breed scala aan workshops, lezingen en cursussen. Daarnaast worden vanuit het expertisecentrum ook professionele leergemeenschappen (PLG’s) georganiseerd.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

Als Kindcentrum zijn wij continu in beweging en ontwikkeling. Wat ons ideaal zou zijn is om externe partijen binnen de school een vaste plek te geven. U moet dan denken aan bijv. een logopedist standaard een aantal dagen in de weken op school of de GGD etc. 

Ook zouden we in de toekomst meer groepsdoorbrekend willen werken en kinderen nog meer op niveau willen bedienen. 

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Wat is voor- en vroegschoolse educatie?

Kinderen met een risico op achterstanden krijgen via speciale programma's extra aandacht voor hun ontwikkeling. Zo kunnen ze goed van start op de basisschool. Vóórschoolse educatie wordt aangeboden op de peuterspeelzaal of op de kinderopvang. Binnen Winschoten zijn deze aangesloten bij Tinten. Vróégschoolse educatie wordt gegeven in groep 1 en 2 van de basisscholen. Schoolbesturen werken hiervoor samen met het gemeentebestuur.

VVE houdt in dat kinderen op jonge leeftijd al meedoen aan allerlei educatieve programma's bij de kinderopvang of bij de peuterspeelzaal. Op een speelse manier worden alle ontwikkelingsgebieden extra gestimuleerd. VVE-programma's richten zich niet alleen op het stimuleren van de taalontwikkeling, maar ook de sociaal-emotionele, de cognitieve en motorische ontwikkeling, rekenvaardigheden, ruimtelijk inzicht etc, worden hierin betrokken. Deze programma's beginnen bij de peuteropvang of de kinderopvang (voorschoolse periode) en lopen door tot in de eerste twee groepen van de basisschool (vroegschoolse periode). Op deze manier wordt de doorgaande ontwikkelingslijn gewaarborgd. Kinderen met een risico op achterstanden, de zogenaamde "doelgroep leerlingen", krijgen via speciale programma's extra aandacht voor hun ontwikkeling. Zo kunnen ze goed van start op ons Kindcentrum, om zo in een ononderbroken ontwikkelingslijn de onderwijsloopbaan te vervolgen. 

Ons Kindcentrum biedt vroegschoolse educatie aan. Dit doen we d.m.v. fonemisch bewustzijn, IEYC (het werken in thema's), Met woorden in de weer. We hebben contacten met verschillende peuterspeelzalen en opvang/kinderdagverblijven als kinderen bij ons geplaatst worden (met een VVE indicatie). Vanuit de peuterspeelzaal wordt gebruik gemaakt van Konnect, wat een mooie doorgaande lijn is richting de basisschool waar de kinderen gevolgd worden met de ParnasSys-leerlijnen.

Helaas hebben we binnen ons Kindcentrum nog geen peuterspeelzaal of kinderopvang (0-4 jaar) mogelijkheden. Dit zouden we in de toekomst graag willen realiseren, zodat we een nog betere aansluiting kunnen bieden voor de kinderen.  

Toelatingsbeleid vierjarigen

De scholen/Kindcentra binnen de Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen hanteren de volgende regels inzake het toelatingsbeleid voor de aangemelde kinderen die nog vier jaar moeten worden. Vanaf vier jaar zijn leerlingen welkom op school. De leerlingen worden geplaatst op de dag dat zij de vierjarige leeftijd hebben bereikt of zo spoedig mogelijk daarna in overleg met de directie van de school of het Kindcentrum. In de periode vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden tot het bereiken van de leeftijd van 4 jaar wordt in overleg met de ouders en de school of het Kindcentrum bepaald wanneer de kinderen kunnen komen kennismaken. Hierbij wordt wettelijk uitgegaan van maximaal vijf dagen. In deze periode zijn de kinderen geen leerlingen in de zin van de wet.

Terug naar boven