Openbare Basisschool Triangel

Terpstraat 42 1771 AD Wieringerwerf

  • De gedragsregels hangen duidelijk zichtbaar in de school.
  • Bewegend leren met de Active Floor
  • Vanaf de kleuters leren de kinderen presenteren.
  • Ons aantrekkelijke schoolplein
  • Het gebruik van chromebooks in ons onderwijs

Het team

Toelichting van de school

Het team van de Triangel is een team met leerkrachten en onderwijsassistentes van alle leeftijden. De afgelopen jaren zijn er steeds meer "jonge" leerkrachten bij gekomen. Dankzij de verschillende leeftijden in ons team, wordt ervaring zeer goed gecombineerd met vernieuwing. Alle leerkrachten willen het onderwijs bij ons op school geschikt maken voor de toekomst. Zo wordt er tevens gewerkt met moderne ICT middelen en worden deze middelen ingezet voor het leren van de leerlingen.

Opleidingen leerkrachten.

An en Dionne gaan de opleiding tot "leerkrachtondersteuner" vervolgen. Debbie gaat met het oog op de toekomst, pensionering van de onderbouwleerkrachten, de opleiding "specialist Jonge Kind afronden". Fabienne volgt de opleiding: "Met sprongen vooruit", om het spelend leren te activeren.  Iris gaat de opleiding: "Schoolleider Basisbekwaam", volgen. 

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Afwezigheid van leerkrachten wordt in de eerste plaats opgevangen door (vaste) leerkrachten van de Triangel die dan extra werken. Een andere optie is dat de afwezigheid wordt ingevuld door een leerkracht uit de vervangingspool van Stichting Surplus.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

Dit schooljaar wordt er voor de derde jaar gewerkt met een nieuwe, moderne methode voor Wereld Oriëntatie: Faqta. Hierbij komen vele nieuwe aspecten van de wereld om ons heen aan bod. Naast aardrijkskunde, topografie, geschiedenis en natuur, krijgen de leerlingen les over: wetenschap, burgerschap, digitale geletterdheid en programmeren. 

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen
  • Combinatiegroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

In de kleutergroep wordt er thematisch gewerkt. Denk hierbij aan: het restaurant, de boerderij, het ziekenhuis, kleding, wonen. Het zijn onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van uw kind. Thema’s zijn uitermate geschikt om de link te leggen met de samenleving. Vanuit deze thema’s worden activiteiten aangeboden, zoals reken-, taal-, spel-, constructieve-, creatieve-, muzikale- en bewegingsactiviteiten. Iedere 4 tot 6 weken staat een ander thema centraal.

De tijden die hierboven zijn vermeld zijn een indicatie. Elke dag bekijkt de leerkracht van groep 1/2, door goed naar de leerlingen te kijken, wat er nodig is.

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Op de Triangel wordt gezocht naar de samenhang tussen de verschillende vakken. Hierdoor ontstaat overlap tussen de lesstof. Zo wordt bijvoorbeeld tijdens de lessen wereldoriëntatie ook aandacht besteed aan begrijpend lezen, burgerschap en woordenschat.

Zo werken wij op de Triangel.

Leerlingen die onze school bezoeken zijn allemaal verschillend. De een is verder in zijn ontwikkeling, dan de ander. Wij trachten in ons onderwijs rekening te houden met verschillen in aanleg, tempo, persoonlijkheid, concentratie en belangstelling. Het goed leren omgaan met problemen en met elkaar is hierbij zeer belangrijk. Wij werken hieraan door duidelijke gedragsregels af te spreken en hierover in gesprek te gaan. We beschouwen de ontwikkeling van een kind als een ononderbroken proces en sluiten aan bij de ontwikkelingsfase van het kind. Niet alleen de verstandelijke, maar ook de sociale, emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van het kind zijn erg belangrijk. Kinderen leren op school met elkaar rekening houden, elkaar helpen en wat voor elkaar over hebben. We leren onze kinderen daarom veel zaken zelfstandig op te lossen en te regelen. Zelfstandig aan het werk zijn, zelf oplossingen bedenken, zelf observeren en zelf plannen. Zelfstandigheid betekent ook dat men verantwoordelijkheid draagt voor het eigen handelen. We vinden dit van groot belang om later als volwaardig en kritisch mens in de maatschappij te kunnen functioneren. Onze maatschappij eist tenslotte dat mensen kunnen samenwerken. Leren samenwerken is daarom eveneens van groot belang. Dit veronderstelt een open en eerlijke houding tegenover elkaar en een wederzijds vertrouwen en respect.

Hoe ziet dat er praktisch uit:Kinderen voelen zich veilig en geborgen. Kinderen vertrouwen op hun eigen mogelijkheden en durven fouten te maken. Ontdekken dat iedereen uniek is. Inzien dat je rekening moet houden met gevoelens en wensen van anderen. Dat er op school andere regels gelden dan thuis. Hoe je conflicten moet aanpakken en oplossingen kunt bedenken. Ervaren dat je elkaar in een groep nodig hebt. Een uitdagende leeromgeving. Verschillende werkvormen. Basisontwikkeling bij kleuters. De kinderen van groep 5 t/m 8 krijgen de training Rots en Water. Het doel van deze training is dat de weerbaarheid van kinderen groter wordt en dat de kinderen meer zelfvertrouwen krijgen.We volgen de sociaal-emotionele ontwikkeling met van de kinderen met het programma Scol.

Rekenen.

Groep 1 en 2 De kinderen van deze groepen krijgen een beredeneerd aanbod van rekenactiviteiten. Er wordt gewerkt met de methode Kleuterplein. Kleuterplein bevat 3 domeinen: getalbegrip, meten en meetkunde. Ook heeft Kleuterplein een aanbod aan 5 minuten spelletjes.Alle activiteiten worden toegepast in thema’s.Elk thema van Kleuterplein bevat de volgende soorten lessen:Doe activiteitenKringactiviteitenGroepslessenZelfstandig werkenSamenwerkenHoeken en ontwikkelingsmateriaal.De werkvormen die veel gebruikt worden zijn: Kringactiviteiten in de grote- of de kleine kring, Zelfstandig werken, samen ontdekken en leren, Leren omgaan met opdrachten/aanpak/overzicht.Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de digibord- en oefensoftware behorende bij de thema’s. Ook werken de kinderen digitaal in het programma Rekentuin.Er wordt veel aandacht besteed aan de dagen van de week, de seizoenen en de maanden. In de kleutergroep zijn veel ontwikkelingsmaterialen op het gebied van rekenen aanwezig waarmee de kleuters na uitleg zelfstandig of in tweetallen aan het werk kunnen.

Groep 3 en 4.De Triangel werkt met de digitale methode Math en Rekentuin. Er wordt met materialen gewerkt om het inzicht te vergroten. Dit handelend bezig zijn wordt vaak gekoppeld aan het thema van Lijn 3.De rekenbegrippen worden concreet uitgelegd met materialen.De tafels worden geautomatiseerd met spelletjes zoals dobbelspellen en spellen op de computer. Ook wordt er in tweetallen gewerkt met rekenkaarten. Thuis worden de tafels geoefend, daarbij kan gebruik gemaakt worden van het computerprogramma Tafelkluis. Ook wordt bewegend leren ingezet bij bv het aanleren van de tafels. De Bee-Bots en de lichttafel worden regelmatig gebruikt bij de rekenlessen.

Groep 5 en 6.Naast het werken met de methode Math wordt in deze groep ook veel handelend met materialen gewerkt. De kinderen verwerken de instructie op hun eigen niveau.Er wordt regelmatig samengewerkt bij het oplossen van de rekenopgaven. Om de rekenstof te automatiseren wordt gebruik gemaakt van de computerprogramma’s Rekentuin en Rekensprint. Dit laatste gebeurt in tweetallen. Regelmatig wordt de Tafel-tempotoets afgenomen.Kinderen die behoefte hebben aan extra uitdaging werken alleen of in een groepje in Kien. In groep 5 en 6 wordt bewegend leren ingezet bij bv het aanleren van de tafels.Na het maken van de IEP analyseren de leerlingen hun toets en gaan zij in Math werken aan hun leerdoelen.

Groep 7 en 8.In deze groep wordt ook gewerkt met Math en Rekentuin. Iedere dag wordt  Rekentuin gebruikt om het automatiseren te herhalen. Math wordt verschillend gebruikt. Aan het begin van het schooljaar kiezen de leerkrachten de domeinen waaraan gewerkt gaat worden. Dat is vooral herhalen van: optellen en aftrekken onder elkaar, het vermenigvuldigen en staartdelingen. Daarna komen de breuken, procenten, omtrek, oppervlakte en inhoud aan de orde. De kinderen werken op hun eigen niveau.Na het maken van de IEP analyseren de leerlingen hun toets en gaan zij in Math werken aan hun leerdoelen. Wij gaan vervolgens instructie geven over doelen die minder goed gemaakt zijn in de IEP toets. De leerlingen kiezen in deze periode zelfstandig aan welk doel ze die dag werken. Zij kunnen zelf de uitleg opzoeken en testen of zij het doel behaald hebben. 

Taal.

Groep 1 en 2.Bij de kleuters wordt ook voor taal gewerkt met de methode Kleuterplein. Er zijn drie domeinen binnen Kleuterplein waaraan wordt gewerkt: mondelinge taalvaardigheid, ontluikende en beginnende geletterdheid en taalbeschouwing. Ook voor taalactiviteiten is er een aanbod van 5 minuten spelletjes. In groep 1/2 komen taalaspecten aan de orde als luisteren, spreken, vertellen en navertellen. Er wordt veel aandacht aan boeken besteed: boekoriëntatie, verhaalbegrip, taalbewustzijn, letterkennis. De kinderen oriënteren zich op geschreven taal en taalgebruik. Kleuterplein schenkt veel aandacht aan de woordenschat en er worden veel spelletjes met nieuwe woorden gedaan om de woordenschat uit te breiden en van passieve naar actieve woordenschat te brengen. Er wordt gewerkt in de kleine kring en de grote kring. Er worden zoveel mogelijk situaties aangegrepen en gecreëerd om de woordenschat uit te breiden. In de kleutergroep zijn veel materialen zoals taalspelletjes, stempels, magneetletters waarmee de leerlingen samen of alleen aan het werkt kunnen om hun vaardigheden te vergroten. Er wordt gebruik gemaakt van de digibord- en oefensoftware. De oudste kleuters werken in het werkboek van Kleuterplein.Er wordt digitaal gewerkt met het programma Letterschool.

Groep 3 en 4.In groep 3 wordt gewerkt met leesmethode Lijn 3. In groep 4 wordt aan spelling gewerkt met de leesmethode Station Zuid en de spellingmethode Spelling op Maat. In de groep worden themahoeken ingericht met etiketten met woorden om de woordenschat te vergroten.Bij de start van een nieuw thema wordt een woord-web gemaakt. Dit woord-web wordt gebruikt om de opdrachtenkaart van de Bee-Bot aan te passen aan het thema.De kinderen doen veel taalspelletjes in tweetallen of in groepjes. 

Groep 5 en 6.We hebben sinds 4 jaar de methode Taal op Maat. In Taal op Maat wordt veel aandacht besteed aan de woordenschat. De kinderen gaan in iedere thema met de woorden aan de slag. De kinderen werken ook in het computerprogramma Taalzee om hun woordenschat extra te oefenen.Tijdens de taallessen wordt er veel samengewerkt in tweetallen. De kinderen kijken zelf hun werk na. Na twee thema’s is er een thematoets en een woordenschattoets.

Groep 7 en 8.De methode die wordt gebruikt is Taal op Maat. De taalmethode doet veel aan woordenschatontwikkeling. Deze methode gebruiken we deels op papier en een klein stukje digitaal. Verschillende lessen uit de methode worden niet gedaan. Dit zijn de lessen waarvan de leerkrachten denken dat het niet veel toevoegt voor de leerlingen. Extra bij deze methode doen we: Taalzee en iedere week moeten de leerlingen een Taalstellen opdracht inleveren. Daarbij maken zij een verslag over een onderwerp wat de leerkracht aandraagt. 

Spelling.

Groep 3 en 4.In groep 3 zit de spelling verweven in het de leesmethode Lijn 3.In groep 4 wordt de methode Spelling op Maat gebruikt en het computerprogramma Bloon. De kinderen doen woordspelletjes in tweetallen of in groepjes. In tweetallen worden duo-dictees geoefend.

Groep 5 en 6.Er wordt gewerkt met de methode Spelling op maat. Als extra herhaling wordt een 5 woorden dictee afgenomen. In Taalzee worden de categorieën geoefend en herhaald. De dictees worden gezamenlijk nabesproken. De regels die worden toegepast worden vaak samen benoemd.De werklessen mogen de kinderen samen maken, nakijken en verbeteren. Zo leren ze kritisch naar hun eigen werk kijken.Tijdens de spellinglessen worden coöperatieve werkvormen ingezet.

Groep 7 en 8.De spellingmethode die we gebruiken is Spelling op Maat. Met de toetsen wordt de onlineversie gebruikt. Automatiseren en herhalen wordt geoefend in Taalzee. De leerlingen kijken zelf hun werk na.De leerlingen die een eigen leerlijn hebben, maken de helft van de opdrachten. De leerlingen met een uitstroomverwachting van Havo en VWO moeten alle opdrachten doen.

Technisch lezen.

Groep 3 en 4.In groep 3 wordt gewerkt met de methode Lijn 3 en in groep 4 met Station Zuid. Er worden veel themagerichte activiteiten gedaan en er zijn diverse werkvormen voor samenwerkend leren.We doen met groep 4 mee met het onderzoek naar Redzaamheidslezen van Luc Koning. De nadruk ligt op nauwkeurig lezen, maar wel doorlezen. (Geen race-lezen). Groep 3 werkt op dezelfde manier. De extra leesbegeleiding wordt gegeven met werkbladen uit de oefenmap van Luc Koning.

Groep 5 en 6.Er wordt in deze groepen zelfstandig gelezen in een boek op eigen niveau naar interesse. Dit kan ook een stripboek of een informatief boek zijn.Ook wordt er hardop gelezen: voorlezen en toneellezen, woordrijtjes flitsten, klassikaal of in tweetallen.Met de zwakke lezers wordt er Ralfi gelezen. Hierbij leest een groepje kinderen samen met de leerkracht 4 keer in de week een relatief moeilijke tekst. 

Groep 7 en 8.Dagelijks wordt er een half uur gelezen (2 keer een kwartier of 1 keer een half uur). De leerlingen die een IV of een V scoren met de DMT lezen in een Ralfi groepje, zij lezen samen met de leerkracht 4 keer per week een moeilijke tekst. 

Begrijpend lezen.

Groep 3 en 4.In groep 3 en begin groep 4 wordt aandacht besteed aan “voorbereidend begrijpend lezen”. De kinderen verwoorden waarover ze gelezen hebben door middel van vragen. De moeilijke woorden uit de tekst worden besproken. In de tweede helft van groep 4 beginnen we met de methode Nieuwsbegrip.

Groep 5 en 6.Er wordt gewerkt met de methode Nieuwsbegrip. Op dinsdag wordt de tekst gelezen en worden de vragen gemaakt in kleine niveaugroepjes van groep 5 en 6 door elkaar. Op woensdag worden de vervolgtaken zelfstandig op de computer gemaakt. De vervolgopdrachten zijn: andere tekstsoort over hetzelfde onderwerp met vragen en vragen over de betekenis van moeilijke woorden die in de tekst behandeld worden (woordenschat). Er wordt veel aandacht besteed aan de leesstrategieën door middel van modellen.

Groep 7 en 8.Voor begrijpend lezen gebruikt groep 7/8 Nieuwsbegrip. De klas is in 3 niveaus verdeeld en krijgt op deze drie niveaus les. De groepen krijgen op verschillende momenten instructie van de leerkracht die op dat moment werkt. De A en C groep, werken veel samen. De B groep, maakt de opdrachten vooral samen met de leerkracht. Er wordt veel aandacht besteed aan de leesstrategieën door middel van modellen.Naast de basisles (waarbij zoveel mogelijk instructie gegeven wordt) is er ook de verwerking op de computer. Dat doen de leerlingen zelfstandig.Nieuwsbegrip besteedt veel aandacht aan woordenschat. Dit wordt in de basisles gedaan (alle moeilijke woorden worden besproken) en in het verwerken op de computer. Het verwerken op de computer doen alle kinderen zelfstandig. 

Wereldorientatie.

In de groepen 1 t/m 4 wordt wereldoriëntatie gekoppeld aan de thema’s die worden behandeld.Voor de wereldoriëntatie lessen in de groepen 5 t/m 8 gebruiken we de methode Faqta. Faqta bestaat uit de vakken biologie, natuurkunde en techniek. Er is ook aandacht voor scheikunde, wereld en heelal, milieu, burgerschap en duurzaamheid. Naast de 21e eeuwse vaardigheden leren kinderen ook specifieke vaardigheden zoals ecologisch denken en systeemdenken. Binnen het vak wereldoriëntatie leggen wij de nadruk op cultureel erfgoed. Alles wat we over de wereld leren plaatsen we in de context van zijn cultuur en tijdvak. Het cultureel erfgoed van de directe schoolomgeving heeft een belangrijke plek. Door het bestuderen van het cultureel erfgoed zoals monumenten, cultuurlandschap, architectuur, klederdracht, volksdansen, rituelen enzovoort zien we waar we vandaan komen. Dit scherpt onze blik op de toekomst en het besef dat we het product zijn van een bepaald verleden in bepaalde omstandigheden. Ook leren de kinderen dat goed en fout, normen en waarde niet overal ter wereld gelijk zijn en door de eeuwen heen niet hetzelfde waren.Tijdens de wereldoriëntatie lessen worden veel nieuwe begrippen besproken (woordenschat). Er wordt veel in groepjes samengewerkt aan de thema’s. Dit gebeurt in vaste groepjes van kinderen uit groep 5 en 6 gemengd of groep 7 en 8 gemengd maar ook groepsdoorbrekend in groep 5 t/m 8. Er worden onder meer werkstukjes, muurkranten en PowerPointpresentaties gemaakt van een eigen gekozen of door de leerkracht aangeboden onderwerp.

En verder….Er wordt niet gewerkt met een vaste weektaak. Wel staan er iedere week een aantal punten op de planning.Dit zijn bijvoorbeeld in groep 7/8:

Maandag: Taalstellen inleveren (verslag over aangedragen onderwerp)

Woensdag: Topo (groep 7 Europa, groep 8 de Wereld)

In groep 8 wordt De digitale Leerschool aangeboden als extra uitdaging voor meerkunners.

Kunst en cultuur.

Op de Triangel wordt gewerkt met het Kunstkabinet. Het Kunstkabinet biedt een doorlopende leerlijn voor kunst- en erfgoededucatie. Door kunst te maken worden vaardigheden en technieken als tekenen en schilderen, werken met papier, driedimensionale objecten maken met verschillende materialen etc. ontwikkeld. Maar door kunst te bekijken of te beluisteren, te beoordelen (wat vind ik hiervan) en in zijn context te zien (waardoor werd de kunstenaar aangezet dit te maken en wat was het effect van dit kunstwerk?) worden ook vaardigheden als waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren ontwikkeld. Dit zijn de cognitieve basisvaardigheden.Muziek maken is bovendien zeer goed voor de algehele hersenontwikkeling en bevordert bijvoorbeeld de taalcentra in de hersenen en de verbinding tussen linker- en rechterhersenhelft. Bovenal is kunstzinnig en creatief bezig zijn een welkome afwisseling en erg leuk om te doen.De groepen verzorgen wisselend een tentoonstelling in de hal van de school. Meerdere keren per jaar werken we met alle groepen aan schoolprojecten, waarin vakken geïntegreerd aan de orde komen. We sluiten zulke projecten op verschillende manieren af.

Burgerschap.Door alle vakken heen loopt de ontwikkeling van het actief burgerschap. Het is in toenemende mate een taak voor de school om leerlingen op te voeden tot een leven in de gemeenschap, om leerlingen voor te bereiden op een actieve rol in de samenleving. Uit onderzoek blijkt dat als leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor het klimaat in klas en school, dat er beduidend minder problemen zijn. We nemen leerlingen serieus én we laten hen leren door te doen. De school is bij uitstek een leerschool, waarin leerlingen ervaringen op kunnen doen door aan concrete maatschappelijke taken deel te nemen, en op die manier vaardigheden te leren die passen bij een actief en betrokken democratisch burgerschap. Onderwijs is niet een voorbereiding óp deelname aan de samenleving, het is zélf een belangrijke vorm van samenleven.  Daarom vinden we naast het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en talenten onderdelen terug als: betrokken zijn bij elkaar en de wereld om ons heen, open staan voor mening/keuze van anderen, respect voor elkaars cultuur en gewoontes en gebruiken, bewustwording dat niet ieder dezelfde kansen krijgt.

Bewegingsonderwijs.

De kinderen van groep 1 en 2 bewegen dagelijks, in het speellokaal of buiten. Tijdens de kleuterperiode hebben de kinderen de mogelijkheid om deel te nemen aan “watergewenning” in zwembad “De Terp”. Door de kinderen van groep 3/ 4 wordt er 1 keer per week ruim een uur gegymd in de Zuiderzeehal. Zij lopen terug. De groep 5 t/m 8 gymmen twee keer per week in de Zuiderzeehal. 

Computer/ tabletonderwijs.

In de school kunnen de kinderen gebruik maken van Ipads en Chromebooks. Het is ons doel om de kinderen vaardigheden bij te brengen, zodat ze de computer als leermiddel kunnen inzetten. In alle groepen zetten wij tevens tablets en Chromebooks in om de verwerking van de reken-, spellings- begrijpend lezen en soms ook taallessen te maken. De rekeninstructie van Math wordt gedeeltelijk digitaal, via instructiefilmpjes, gegeven. De overige lessen worden door de leerkracht op de gebruikelijke manier gegeven, de verwerking doen de kinderen schriftelijk of digitaal. 

Media-educatie.

Media-educatie leert kinderen kundig en kritisch omgaan met media, zowel met klassieke (kranten, radio, tv) als met nieuwe media (internet). We noemen dit mediawijsheid. We hebben media nodig om informatie te verzamelen, met elkaar te communiceren en een mening te kunnen vormen. Het kunnen onderscheiden van feiten en meningen, weten wat betrouwbare bronnen zijn, veiligheid en omgangsvormen van internetcommunicatiezijn daarbij van het grootste belang. In onze digitale wereld vinden wij dit bij de basis behoren van wat we onze kinderen willen meegeven.

Schrijven.

In groep 1/2 worden voorbereidende schrijfoefeningen gedaan. De kinderen krijgen de letter- en cijfer vormen op een goede manier aangeboden. Ook wordt aandacht besteed aan een goede potloodgreep, een goede schrijfhouding en de oog-handcoördinatie.  In groep 2 t/m 8 werken we met de methode ‘Schrijven leer je zo’. 

Engels.

In de groepen 5 t/m 8 werken we met de methode Join in. Met deze nieuwe methode gaan we het komende jaar voor het eerst werken. Deze methode sluit goed aan met wat er op het VO van de kinderen verwacht wordt. In samenspraak met VO-docenten hebben wij gekozen voor deze methode. 

Verkeer.

We werken in groep 5 en 6 met de verkeersmethode Op voeten en fietsen. In groep 7 wordt gewerkt met de Verkeerskrant. De kinderen doen in groep 7 verkeersexamen. Voor het praktische gedeelte wordt een aantal keer met de leerkracht geoefend.

Muziek.

We maken gebruik van de methode 1,2,3 Zing. Ook werken we met muziekinstrumenten zoals b.v. ritme-instrumenten of de Boomwhackers.

Omgaan met taalachterstanden.

Ons taalaanbod: In groep 1 en 2 komen taalaspecten aan de orde als het uitbreiden van de woordenschat, luisteren, spreken, vertellen, dramatiseren, poppenkast, voorlezen, versjes, rijmen en taalspelletjes. Daarnaast biedt het speel/leermateriaal een voorbereiding op het aanvankelijk lezen. Verschillende methodes dienen hiervoor als inspiratiebron. Vanaf groep 3 geven de methoden de leerstof voor het taalonderwijs aan. Na Lijn 3 (in groep 3) en Station Zuid (groep 4) komt de methode ‘Taal op Maat’. De leerkracht zorgt ervoor dat de kinderen op gevarieerde en creatieve wijze de mondelinge en schriftelijke vaardigheden aanleren. Naast de methode Taal op Maat wordt de spellingmethode Spelling op Maat gebruikt.

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

De school biedt onderwijs voor elke leerling, van elke richting. We trachten in ons onderwijs rekening te houden met verschillen in aanleg, tempo, persoonlijkheid, concentratie en belangstelling. Al deze aspecten nemen wij mee in de manier waarop wij leerlingen begeleiden. De aanpak die voor de een werkt hoeft niet voor de ander te werken. De school zal, indien nodig, met ouders overleggen welke aanpak het beste werkt voor het kind. De school heeft daarbij de opdracht om dit zo goed mogelijk te doen. Echter zijn de mogelijkheden van de school ook aan grenzen gebonden. Dit wordt besproken met ouders. We kijken ten alle tijde of wij de juiste school zijn voor het desbetreffende kind.

Voor de uitgebreide informatie over de ondersteuning op Obs de Triangel verwijzen wij u naar de POS op de site van het Samenwerkingsverband.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

De komende jaren zijn wij bezig met het opzetten van Campus de Terp. In Campus de Terp komen drie basisscholen en een kinderdagverblijf met buitenschoolse opvang. Ook worden er vele externe partijen bij berokken zodat alle kinderen de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. Denk hierbij aan fysiotherapie, logopedie, kindercoach etc. 

Op de Triangel werken we veel met onderwijsassistenten en leerkachtondersteuners. Zij zorgen ervoor dat de leerlingen zo goed en veel mogelijk begeleid worden. 

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

In ons schoolgebouw is de naschoolse opvang van Kinderopvang Hollandskroon deels gevestigd. De kinderen van 4 tot en met 6 jaar spelen na school in het BSO lokaal en op ons mooie schoolplein. 

De oudere kinderen gaan na school mee met de Sport-BSO naar de lokatie op de Schipperskade. 

Terug naar boven