Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Binnen het Educatief Cluster wordt voornamelijk gewerkt in combinatiegroepen. op de Catharinaschool alleen maar in combinatiegroepen. De groeiende zelfredzaamheid van de leerling en daarmee de betere mogelijkheid voor de leerkracht de aandacht aan de verschillende leerlingen te geven, wordt gezien als een belangrijke en positieve ontwikkeling. Voor het kind een goede ontwikkeling in het zelfstandig werken en zelfredzaamheid, voor de school een opstap naar het meer gepersonaliseerd leren: aanbod op maat.
De instructielessen worden gegeven middels het Interactief Gedifferentieerd model voor Directe Instructie (IGDI), waardoor leerlingen op verschillende niveaus de les aangeboden kunnen krijgen. Middels klasbezoeken (collegiale visitaties) worden de leerkrachtvaardigheden op dit gebied versterkt. Ook de inzet van coöperatieve werkvormen maken het dat álle leerlingen betrokken worden bij de lessen. Daar waar nodig wordt ook groepsdoorbrekend gewerkt om nog beter bij de onderwijsbehoefte van de leerling aan te sluiten.
Alle vakgebieden komen aan bod zoals in het curriculum (de onderwijsdoelen) wordt aangegeven. De teams van het cluster vinden het belangrijk de onderwijstijd te gebruiken die gevraagd wordt. Twee keer per jaar worden de leeropbrengsten gemonitord, de sociaal emotionele ontwikkeling één maal en waar nodig twee maal. Het cluster analyseert de gegevens en passen daar waar nodig de onderwijstijd per vakgebied per groep aan. Zo maken we maximaal efficiënt gebruik van de beschikbare onderwijstijd.
Net als bij de groepen 1-2 geldt ook voor de groepen 3 t/m 8 dat alle vakgebieden aan bod komen, zoals in het curriculum (de onderwijsdoelen) wordt aangegeven. De teams van het cluster vinden het belangrijk de onderwijstijd te gebruiken die gevraagd wordt. Twee keer per jaar worden de leeropbrengsten gemonitord, de sociaal emotionele ontwikkeling één maal en waar nodig twee maal. Het cluster analyseert de gegevens en passen daar waar nodig de onderwijstijd per vakgebied per groep aan. Zo maken we maximaal efficiënt gebruik van de beschikbare onderwijstijd.
Passend Onderwijs is op 1 augustus 2014 in werking getreden. Schoolbesturen hebben voor de bij hen aangemelde kinderen zorgplicht en zijn verantwoordelijk voor passend onderwijs. Het belangrijkste doel is: voor alle leerlingen, zo thuisnabij mogelijk, de beste onderwijsplek te bieden. Passend onderwijs betekent dat het onderwijs voor iedere leerling passend is bij zijn of haar onderwijsbehoefte en mogelijkheden. Goed onderwijs vormt hiervoor de basis. Het fundament is basisondersteuning binnen het reguliere basisonderwijs.
De basisondersteuning voor alle leerlingen in ons samenwerkingsverband bestaat uit: Extra ondersteuning voor leerlingen
- die niet goed kunnen lezen (dyslexie),
- die niet goed kunnen rekenen (dyscalculie),
- met een lagere intelligentie dan gemiddeld,
- met een hogere intelligentie dan gemiddeld,
- met een hulpvraag op het gebied van gedrag (lichte mate).
Dit betekent op schoolniveau:
- begeleiding van leerkrachten, zodat zij de leerlingen zo goed mogelijk kunnen helpen in de klas,
- duidelijke afspraken over de veiligheid op school,
- duidelijke afspraken met gemeenten wat betreft jeugdzorg,
- duidelijke afspraken over medische handelingen op school.
De basisondersteuning staat beschreven in het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de school. Het Schoolondersteuningsprofiel wordt eens per 2 jaar aangepast en is terug te vinden op de website.
Naast de basisondersteuning kent het samenwerkingsverband vormen van lichte en zware ondersteuning.
Basisondersteuning
Niveau 1: Groepsplan/OPP onder verantwoording van de leerkracht
Niveau 2: OPP met ondersteuning van interne begeleiding, waarbij een beroep gedaan kan worden op de regulier beschikbare middelen
Lichte ondersteuning
Niveau 3: Arrangementen (inclusief eventuele extra ondersteunings- middelen/expertise S(B)O) op de eigen school en/of in combinatie met andere scholen
Niveau 4: Plaatsing in het Speciaal Basis Onderwijs
Zware ondersteuning
Niveau 5: Plaatsing in het Speciaal Onderwijs
Samenwerking met ouders
Ouders zijn per definitie partner van de school bij signalering van speciale vragen van kind en leerkracht. Ouders en school gaan samen op zoek naar antwoorden en oplossingen. Indien nodig wordt er voor het kind een ontwikkelingsperspectief opgesteld waarin concrete doelen en activiteiten staan en het perspectief wordt geschetst voor het vervolgonderwijs na de basisschool.
Aanmelding lichte en zware ondersteuning
Toekenning van extra ondersteuning (niveau 3) wordt betaald uit gelden van passend onderwijs Noord-Limburg en loopt via het Bovenschools Ondersteuningsloket. Aanmelding gebeurt in principe door de school, liefst in goed overleg tussen ouders en school.
Als extra ondersteuning op de basisschool (niveau 3) ontoereikend wordt geacht kan het Ondersteuningsloket een toelaatbaarheidsverklaring afgeven voor:
- Het speciaal basisonderwijs (niveau 4)
- Het speciaal onderwijs (niveau 5)
Deze toelaatbaarheidsverklaringen hebben altijd een tijdelijk karakter. Na de afgesproken termijn zal opnieuw bij het Ondersteuningsloket afgewogen worden of er sprake is van herindicatie dan wel overstap naar een andere vorm van onderwijs. Ouders worden te allen tijde hierbij betrokken.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Binnen het cluster is een klas voor het meer- en hoogbegaafde (HB) kind gerealiseerd. Deze wordt aangestuurd door de IB-er en begeleid door een leerkracht die zich hierin heeft gespecialiseerd middels opleidingen. Het schooljaar 2023 - 2024 zal zij zich verder specialiseren tot coach HB
In het Onderwijskansenplan van de gemeente Bergen is opgenomen hoe voor-en vroegschoolse educatie (VVE) is ingericht en er samengewerkt wordt met 'andere partijen' . Eén van de partijen zijn de basisscholen. De scholen van het Educatief Cluster zijn in nauw overleg met de voorschoolse educatieve partner; 't Kienderbènkske . Overleg over de wijze van overdracht, hoe te handelen bij zorg en vooral een doorlopende ontwikkelingslijn te ontwikkelen van de voorschoolse - naar de vroegschoolse omgeving. Dit proces zal altijd in ontwikkeling blijven, aangepast aan de veranderende tijd en Passend Onderwijs.