Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Op onze school werken we in units; leerlingen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar in één groep. De unit wordt dagelijks begeleid door minstens twee groepsleerkrachten die het onderwijs dat aan de leerlingen geboden wordt nauw met elkaar afstemmen. Binnen de unit krijgen de leerlingen instructie en begeleiding passend bij hun niveau. Binnen de unitonderbouw en bovenbouw zijn de leerlingen verdeeld in thuisgroepen; in de thuisgroep worden o.a. de verjaardagen van de leerlingen gevierd. Het werken in units heeft voordelen op o.a. sociaal emotioneel en didactisch gebied. Spelenderwijs nemen de leerlingen de groepsregels van elkaar over, waardoor elkaar helpen vanzelfsprekend wordt. De leerlingen leren respect op te brengen voor onderlinge verschillen en verwerven een zelfstandige werkhouding. De leerkrachten kunnen binnen de unit kleinere groepjes maken per niveau van ontwikkeling; hiermee komen we tegemoet aan verschillen in kennis, tempo en vaardigheden. De leerlingen leren van elkaar hoe ze een probleem kunnen oplossen, ze stimuleren en ondersteunen elkaar. De leerlingen leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen werk en hun gedrag.
Basisondersteuning
Iedere school heeft in de afgelopen jaren veel gedaan als voorbereiding op de invoering van passend onderwijs. Op iedere school van het samenwerkingsverband staat de zorg voor leerlingen centraal. De scholen in het samenwerkingsverband hebben afspraken gemaakt over wat in ieder geval iedere school in het kader van passend onderwijs uitvoert. Dat noemen we de basisondersteuning. We noemen dan thema’s als: leerlingvolgsysteem, het zo vroeg mogelijk signaleren van problemen, omgaan met verschillen tussen leerlingen, het geven van gedifferentieerde instructie, het voorkomen van pesten, samenwerking met instellingen voor jeugdhulp, het werken met een ondersteuningsteam e.d. Iedere school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Daarin staat precies beschreven wat de school doet. De medezeggenschapsraad heeft daar advies over gegeven.
De rugzak afgeschaft
Met de invoering van passend onderwijs is vanaf 1 augustus 2014 de rugzak (leerlinggebonden financiering) afgeschaft. Dit is geen bezuinigingsmaatregel, want de middelen van die rugzak gaan nu naar het Samenwerkingsverband. Het is de bedoeling dat die middelen op een andere manier worden ingezet. Die inzet moet precies aansluiten bij de vragen en behoeften van uw kind.
Extra ondersteuning en aanmelding
Het kan zijn dat het met uw zoon of dochter niet gaat zoals je dat wenst. Als de school in het kader van de basisondersteuning alles heeft gedaan wat binnen hun mogelijkheid ligt dan moet de school een beroep kunnen doen op extra ondersteuning en middelen. Die middelen zijn beschikbaar bij het Samenwerkingsverband. Door een aanmelding bij de Toelaatbaarheids- en adviescommissie (TAC) kan de school een aanvraag indienen voor extra ondersteuning. Het is de bedoeling dat de TAC maatwerk levert en precies aangeeft wat de school en het kind nodig hebben. De TAC en daarmee het Samenwerkingsverband stelt de school middelen en/of menskracht ter beschikking om meer passend onderwijs voor deze leerling mogelijk te maken. Wij noemen dat een arrangement. De school vraagt het arrangement aan bij de TAC. Het kan ook zijn dat de ondersteuningsbehoefte van uw zoon of dochter te groot is voor het regulier onderwijs. Samen met de ouders, de huidige school en de leden van de TAC wordt dan gekeken naar een plaats op het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Daarvoor is vanaf 1 augustus 2014 een toelaatbaarheidsverklaring nodig.
Ontwikkelingsperspectief
Als de school extra ondersteuning (middelen en/of menskracht) ontvangt van het Samenwerkingsverband dan moet dat op een goede manier worden ingezet. Daar is een plan voor nodig. Dat plan heet een Ontwikkelingsperspectief. De school schrijft in dat plan hoe zij de extra ondersteuning gaat inzetten, bijvoorbeeld door nieuwe leermiddelen in te zetten, meer individuele begeleiding te geven of door steunlessen te bieden. De school is verplicht met de ouders overleg te voeren over dat plan en u moet het er natuurlijk mee eens zijn.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
KC De Vlechter heeft als ambitie om zich de komende jaren verder te ontwikkelen op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid.
Samenbrengen, samen leren. Hier staan wij onvoorwaardelijk voor. De Vlechter en OnsKindbureau bouwen samen aan een kindcentrum. Door samen te investeren in een betekenisvolle en uitdagende omgeving geven we alle kinderen optimale kansen en ruimte om zich in zijn/haar eigen tempo te ontwikkelen van baby tot puber. Binnen een positief, veilig pedagogisch klimaat. Het allerbelangrijkste is dat onze kinderen met plezier naar ons kindcentrum gaan en zich veilig voelen. Op die manier ontwikkelen kinderen kennis, vaardigheden en de juiste houding om goed te functioneren in de samenleving.
In de unitonderbouw wordt gewerkt vanuit een holistisch kindbeeld waarbij de basiskenmerken (emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben) centraal staan. De basisbehoeften relatie, competentie en autonomie (Ryan & Deci,1985) liggen hieraan ten grondslag. Deze psychologische basisbehoeften waarborgen de ontwikkeling en de intrinsieke motivatie (betrokkenheid). Wij geven hier vorm aan door middel van ontwikkelingsgericht onderwijs. Per schooljaar staan er 5 thema’s centraal die gekoppeld zijn aan de methode Blink die schoolbreed gebruikt wordt. Daarnaast komen een aantal kleine thema’s aan bod zoals Sint, Kerst en de seizoenen. De doelen die per thema aan bod komen worden verwerkt in de hoeken en komen uit de leerlijnen van het digikeuzebord.