het Christal

Pompenburgsingel 30 3135 PS Vlaardingen

  • Een kleurrijk geheel. In de kring wordt gezongen, gevierd en geleerd.
  • We hebben een ruim plein in een rustige woonwijk. Hier ziet u een feestelijke dag met de koningsspelen
  • De kleuters spelen graag op het verkeersplein
  • Een leergesprek met betrokken kinderen
  • U kijkt hier naar westzijde van de school met de lokalen van groep 5 t/m 8 en de ingang naar het plein en de fietsenstalling.

Resultaten eindtoets

Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Elk kind op onze school verdient onze liefde aandacht en ondersteuning. In ons onderwijs houden we rekening met ieders mogelijkheden. Dat betekent dat we volop ruimte willen geven aan het ontwikkelen van de gaven en talenten van het kind, maar ook dat we ons met dezelfde energie inzetten voor het (helpen) omgaan met beperkingen en moeiten die een kind ervaart. We zien de ons toevertrouwde leerlingen als door God geliefden; uniek en waardevol. Daarom zetten we ons in hen te laten ervaren dat ze worden gerespecteerd om wie ze zijn en niet om wat zij presteren. Ook voor de kinderen zelf is het goed te bemerken dat niet iedereen dezelfde capaciteiten heeft. Zo stimuleren we hen om elkaar te helpen; te samen-leren. Omgaan met heterogeniteit op school en dienstbaarheid aan elkaar zien we ook als een goede voorbereiding op de samenleving. We willen een stevige basis leggen voor het voortgezet onderwijs en hechten grote waarde aan een goede samenwerking met de ouders.  

Handelingsgericht werken (HGW) vormt het kader van waaruit we de begeleiding van de leerlingen gestalte geven. Elke leerkracht is in staat om het onderwijs af te stemmen, ook op hen die extra instructie, dan wel meer uitdaging nodig hebben. Bij HGW wordt uitgegaan van de leerling in zijn totaliteit; cognitief en sociaal-emotioneel. We vinden het dan ook van belang om het kind te zien in relatie tot zijn omgeving. De kernvraag bij ondersteuning: ‘Wat heeft dít kind….. in déze situatie …. nodig?’   Op deze wijze proberen we de onderwijsbehoeften te formuleren. Samen zoeken we naar kansen om een leerling vooruit te helpen, waarbij niet alleen de te behalen doelen voor de leerstof belangrijk zijn, maar ook het welbevinden van de leerling. Bij het analyseren en bespreken van toetsresultaten richten we ons dan ook niet alleen op het behaalde niveau én op de groei, maar juist ook op de vraag of het goed gaat met het kind zelf; of hij ‘gedijt’.  

We gebruiken de 7 uitgangspunten van het HGW als leidraad (N.Pameijer, JSW april 2010):   

  1. Wat heeft deze leerling nodig om een bepaald doel te behalen?
  2. Welk effect heeft mijn aanpak en hoe kan ik goed afstemmen op deze leerling?
  3. Wat kan ik (anders) doen teneinde deze leerling of deze groep verder te helpen?
  4. Welke positieve aspecten kan ik gebruiken?
  5. Hoe realiseer ik een constructieve samenwerking (leerkrachten, leerlingen, ouders, interne- en externe begeleiders) voor een optimale aanpak?  
  6. Waar willen we naar toe en wat hebben we daarvoor nodig?
  7. (hoe) Werken we systematisch en transparant?

We combineren en integreren het HGW met principes van het Opbrengstgericht Werken (OGW); het systematisch en cyclisch werken aan (verhoging van) de opbrengsten. Waar OGW vooral analyseert vanuit de kwaliteit van onderwijs; kijken we met HGW naar een breder kader van wisselwerking. Enkele praktijkvoorbeelden:

  • Resultaten van toetsen rubriceren we in groepen op een datamuur (OGW). Het bepalen van de subgroepen gebeurt vanuit een breder kader dan alleen de opbrengsten, bv. aspecten van werkhouding en zelfstandigheid (HGW) meenemen.
  • In de groepsbespreking worden de behaalde resultaten en opbrengsten gekoppeld aan de doelen en ambities die op schoolniveau vastgesteld zijn (OGW).
  • De intern begeleider analyseert samen met de leerkracht wat nodig is voor een optimale aanpak (HGW).
  • Na de groepsbesprekingen vindt na elke cyclus een teambespreking plaats waarin de behaalde opbrengsten worden geanalyseerd (OGW). Analyses en acties n.a.v. de resultaten zullen daarom gericht zijn op: ‘Wat heeft deze school en deze leerkracht en deze groep en dit kind nodig’.   

Een goede relatie tussen ouders en school en samenhang in de opvoeding thuis en op school is van belang. Alleen door samenwerking met de ouders kan er optimaal gewerkt worden aan de ontwikkeling van de kinderen. Educatief partnerschap willen we stimuleren. De leerkracht informeert de ouders tijdig en in voldoende mate over de leervorderingen van hun kind. Samen met de ouders wordt besproken welke ondersteuning hun kind nodig heeft. Hulp binnen en buiten de groep kan gerealiseerd worden voor kinderen die meer individuele en gespecialiseerde begeleiding bij één of meerdere vakgebieden nodig hebben.

Leerlingvolgsysteem (LVS)

Met de toetsen die bij de verschillende lesmethodes horen, worden de vorderingen getoetst. De resultaten hiervan worden vastgelegd en bijgehouden door de leerkracht in ParnasSys. Verder volgen wij de leerlingen met behulp van landelijk genormeerde toetsen. Dit zijn de zogenaamde LVS (leerlingvolgsysteem) toetsen van het CITO. Door deze toetsen kan er geconstateerd worden hoe het kind zich ontwikkelt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De resultaten van deze toetsen worden digitaal bijgehouden. Tijdens de oudergesprekken worden de grafieken van de ontwikkeling van uw kind besproken.

  • Kleuter observaties (KijK) groep 1/2 Gehele jaar
  • Sociogram groep 1 t/m 8 1x per jaar
  • KanVAS Groep 3 t/m 8 2x per jaar
  • Drie Minuten Toets (lezen) groep 3 t/m 7 -  2x per jaar (gr. 8 1xp/j)
  • AVI toets (lezen) groep 3:1x p/j  - groep 4:2x p/j  - groep 5-7:2x per jaar (waar nodig)
  • Begrijpend lezen groep 4 t/m 8:2x per jaar
  • Spellingsvaardigheid groep 3 t/m 7:2x per jaar  - groep 8:1x per jaar
  • Rekenen en Wiskunde groep 3 t/m 7 2x per jaar  - groep 8:1x per jaar

De kinderen maken deze toetsen in zogenaamde toetsweken.

Bij het afnemen van de CITO-toetsen volgen we de richtlijnen van CITO. Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief worden op maat getoetst. Dat betekent dat de kind getoetst wordt op het eigen didactische niveau. Voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte  (bv. kinderen met dyslexie, aandachtsproblematiek) worden aanpassingen in de wijze van toetsafname gedaan, volgens de richtlijnen van CITO. Deze aanpassingen worden altijd gedaan in overleg met de intern begeleider. 

In groep 8 wordt de doorstroomtoets gemaakt in februari. Het schooladvies van de basisschool is leidend voor de toelating in het voortgezet onderwijs. De score op de doorstroomtoets is aanvullend en fungeert bij de toelating als onafhankelijk tweede gegeven. De toelating tot het voortgezet onderwijs is dus niet afhankelijk van het resultaat op de doorstroomtoets. De ontwikkeling van het kind gedurende zijn schoolperiode en zijn werkhouding bepaalt het advies dat wordt afgegeven voor het vervolgonderwijs. 


Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Doordat er 1 aanmeldweek komt, veranderen de stappen van het schooladvies en de toets:

- Leerlingen van groep 8 maken in november de Cito-toetsen van ons eigen leerlingvolgsysteem (LIB)

- Leerlingen ontvangen tussen 10 en 31 januari hun voorlopig schooladvies. Dit komt tot stand door overleg tussen tussen leerkracht, intern begeleider en de directie en zal in een persoonlijk gesprek met ouders én het kind toegelicht worden. 

- Leerlingen maken in de eerste 2 weken van februari de doorstroomtoets.

- Uiterlijk 15 maart ontvangen alle basisscholen de uitslag van de doorstroomtoets. Krijgt de leerling een hoger toetsadvies dan het voorlopig schooladvies? Dan geven we een hoger definitief schooladvies. Alleen als het in het belang van de leerling is, kunnen we besluiten het advies niet te verhogen, maar dan zal dit in overleg met ouders gaan en goed gemotiveerd worden. Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart het definitieve schooladvies.

- Tussen 25 maart en 31 maart melden alle leerlingen zich tegelijk, met hun definitieve advies, aan op de middelbare school. Leerlingen die de overstap maken naar het voortgezet speciaal onderwijs (vso) kunnen zich al eerder met een voorlopig schooladvies aanmelden bij het vso.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Voor vertrouwen, veiligheid, rust en wederzijds respect

De Kanjertraining leert kinderen respectvol met zichzelf, elkaar en de school om te gaan. Van ouders en leerkrachten wordt verwacht dat zij - als zich problemen voordoen - oplossingen zoeken waar iedereen wat aan heeft en dat zij niet handelen uit irritatie, angst of onverschilligheid. 

Als u als ouder voor onze school kiest, dan kiest u voor een school waar kinderen, leer- krachten, directie en ouders het verlangen hebben en hun best doen om respectvol met elkaar om te gaan. Als het even mis gaat spreken we elkaar daar op rustige toon op aan, erop vertrouwend dat de ander het niet slecht heeft bedoeld. 

Ouders en kinderen willen graag een veilige school, waar kinderen zichzelf kunnen zijn, zonder gepest of uitgelachen te worden. De Kanjertraining geeft ons hierbij handvatten voor sociale situaties. De doelen van de Kanjertraining zijn terug te vinden in de tekst van het Kanjerdiploma:

  • Hier ben ik
  • Het is goed dat ik er ben
  • Ik ben te vertrouwen
  • Ik help
  • Ik speel niet de baas
  • Ik lach niet uit
  • Doet iemand expres naar, dan denk ik: Bekijk het maar!
  • Ik gedraag mij als een kanjer, want ik ben een kanjer 

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Liefde
  • Plezier
  • Vertrouwen

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven