<a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
De organisatie van de school
In het schooljaar 2023-2024 worden in onze school 8 mentorgroepen gevormd. Bij het samenstellen van de groepen wordt rekening gehouden met:
- de leeftijd (meerdere heterogene groepen; leeftijd 4-5-6-7 jaar, leeftijd 7-8-9-(10) jaar, en leeftijd 10-11-12-(13) jaar)
- het denkniveau
- de hulpvraag van de leerlingen (onderwijsbehoeften)
- de omgang met andere kinderen en volwassenen.
De gemiddelde groepsgrootte op De Schans is 14 kinderen, met in de onderbouw een maximum van 12 tot 15 kinderen en in de bovenbouw een maximum van 14 tot 18 kinderen. Doordat leerlingen gedurende het schooljaar blijven instromen, kunnen wij nooit garanderen dat de groep waar uw kind in start ook als groep blijft bestaan. Ieder schooljaar worden op basis van de actuele aantallen en individuele ontwikkelingen nieuwe mentorgroepen samengesteld en ook is het mogelijk dat in de loop van een schooljaar groepen van samenstelling moeten wijzigen.
Hoe wordt er gewerkt?
Groep roze en rood: jonge kindgroep (4-7 jaar)
In deze groepen zie je activiteiten als werklessen, taallesjes, kringactiviteiten, gymlessen en spelmomenten. Voor ieder ontwikkelingsgebied bekijken we welke activiteit het beste bij onze werkwijze en de behoeftes van de kinderen past. Binnen deze groepen werken we thematisch. De problemen die onze kleuters hebben, zijn velerlei en vaak complex. We noemen er toch een aantal:
- problemen met de ontwikkeling van hun persoonlijkheid (het kind is nog erg speels, kan nog niet zelfstandig werken, trekt zich vlug terug in het contact, enz.)
- problemen in de lichamelijke ontwikkeling (motoriek, horen, zien, enz.)
- problemen binnen de spraak/taalontwikkeling
- problemen binnen de verstandelijke ontwikkeling
- problemen met zaken die nodig zijn om met het leren lezen, schrijven en rekenen te kunnen beginnen (concentratie, geordend werken, geheugen enz.).
Bij het werken met de kinderen in de groepen roze en rood staat bij ons voorop dat de kinderen zich veilig en vertrouwd gaan voelen. We werken dan ook vooral aan het stimuleren en het verbeteren van het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van de kinderen. En dat doen we in allerlei uitnodigende speel- en leersituaties, waarbij taal en communicatie een heel belangrijke rol spelen. In eerste instantie zal er meer nadruk liggen op het spel, om van daaruit de stap naar leren te gaan maken. Omdat de groepen roze en rood ook nadrukkelijk een observatiefunctie hebben, worden er naast de groepsleerkrachten en de onderwijsassistent ook de orthopedagoog, de logopediste, de fysiotherapeut en de teamleider bij betrokken. Dit alles met het doel om nauwgezet aan te kunnen sluiten bij de hulpvragen van de kinderen.
De overige groepen
De mentorgroep is samengesteld op grond van onderwijsbehoeften van de kinderen. Er zijn 2 groepen kinderen in de leeftijd van 7 t/m 9 jaar en 4 groepen in de leeftijd van 9 t/m 12 jaar. Alle activiteiten doen de kinderen in hun eigen mentorgroep (met uitzondering van rekenen, lezen en spelling). U kunt dan denken aan taal, wereldoriëntatie, gymnastiek, muziek, sociale vaardigheidstraining, tekenen en handvaardigheid, Engels, verkeer en burgerschap. Binnen alle groepen zullen deze vakken geïntegreerd worden in het werken volgens een bepaald thema. Bij het werken in thema’s is de eigen inbreng van kinderen erg belangrijk. De volgende deelgebieden komen hierbij aan bod:
- werken vanuit kennis-, vaardigheids- en brede ontwikkelingsdoelen
- thematisch werken en waar binnen ook tijd gecreëerd wordt voor zelfstandig werken
- procesgericht werken
- interactief werken
- subgroepen vanuit instructiebehoeften en belangstelling
- aandacht koppeling leerstof met de dagelijkse actualiteit.
De computer is binnen ons onderwijs niet meer weg te denken. Alle kinderen krijgen les om goed om te kunnen gaan met de computer of tablet. ICT is niet meer weg te denken binnen onze school en wordt dan ook nadrukkelijk geïntegreerd binnen alle lessen.
Bewegingsonderwijs is tevens een belangrijk onderdeel van ons lesprogramma. We proberen met verschillende acties ouders gedurende het schooljaar bewust te maken waar ze veilig kunnen parkeren. Kinderen maken we bewust waar ze op moeten letten tijdens het oversteken of het wegfietsen vanuit het schoolplein. Gedurende het schooljaar vinden er verschillende projecten plaats voor alle groepen van de school. Denk hierbij aan een lichtcontrole, bonbonactie, verkeerscircuit op het schoolplein en door middel van een voorstelling verkeerseducatie. Dit alles is een aanvulling op de verkeersmethode die we vanaf groep 5 hanteren.
Binnen de Schans wordt lesgegeven in dezelfde vakken en middels veelal dezelfde methodes en methodieken die gebruikt worden binnen de basisschool. Basisvaardigheden op het vlak van lezen (technisch alsook begrijpend lezen), taal (spelling) en rekenen worden gegeven in vakgroepen. Deze groepen worden samengesteld op grond van niveaus (gegevens vanuit toetsresultaten en klassenobservaties). Zo kan een leerling bijvoorbeeld voor het vak rekenen bij een andere juf of meneer in de groep werken dan voor de vakken lezen en/of taal. In de praktijk betekent dit dan ook dat alle kinderen op dezelfde tijd spelling, rekenen en lezen hebben. Door deze organisatievorm ervaren kinderen (veel vaker dan voorheen op de basisschool) dat ze dingen wel goed kunnen en zijn ze ook in staat om binnen de klas mee te kunnen met de les. Ze werken met ontwikkelingsgelijken.
De leerlingen worden nauw betrokken bij hun eigen leerproces. Er worden ten minste twee keer per jaar kindgesprekken gevoerd. Binnen dit gesprek bespreekt de leerkracht de didactische resultaten, werkhouding en gedrag. Vanuit dit gesprek formuleert het kind (met hulp van de leerkracht) doelen en acties. Deze leercontracten worden na een bepaalde vooraf vastgestelde periode met het kind geëvalueerd. Binnen het weekrooster heeft het kind tijd en ruimte om aan de eigen doelen te werken.
Regels en afspraken op de speelplaats
- We houden ons aan het spellenrooster. Je speelt alleen een spel als je volgens het rooster aan de beurt bent. Je mag niet meedoen met een andere groep. Bij afwezigheid van een groep ruilt de groepsleerkracht met een andere groep. Surveillant krijgt dit door.
- De surveillant geeft conflicten en incidenten door aan de groepsleerkracht. (persoonlijk of telefonisch)
- Surveillanten hebben een groen hesje aan.
- Stoeien mag, wanneer dit voor alle partijen leuk is. Leerkracht houdt dit in de gaten.
- Leerlingen geven hun grenzen aan door duidelijk te zeggen, STOP HOU OP!, wanneer ze iets niet meer leuk vinden. Dit dient door iedereen nageleefd te worden.
- Tijdens de pauze bij hoge nood naar de wc.
- Leerlingen mogen alleen met toestemming naar boven. Poorten worden dicht gemaakt tijdens het spelen (niet op slot). Eén surveillant zorgt dat er gebeld wordt, de andere surveillant zorgt dat de poorten open worden gemaakt.
- Op de trap lopen kinderen rechts naar boven en rechts naar beneden (altijd rechts houden dus). Leerkrachten letten hierop.
- Kinderen hebben verplicht hesjes aan bij voetbal (de hesjes mogen ook geknoopt worden maar moeten wel goed zichtbaar zijn).
- Ballen gebruiken waarvoor ze gemaakt zijn. Op de plastic ballen staat welk spel je ermee mag spelen. Wanneer een bal kapot/kwijt mag er een vervangende bal ingezet worden.
- Tijdens pauzes worden alleen ballen van school gebruikt.
- Iedere groep ruimt de materialen op en zet deze bij de deur. Groep 7 (de Regenboog) controleert de materialen en zet deze in de kast. Wanneer er materialen kapot gaan geven deze kinderen het aan de conciërge door.
- Op de PAD-plek (bij de directie voor het raam) ga je alleen zitten als je boos, verdrietig of geprikkeld bent en na wilt denken over een oplossing (padden). Andere kinderen mogen hem/haar dan niet storen. Leerkracht houdt PAD-plek in de gaten en bespreekt mogelijk het probleem met het kind.
- Alle kinderen spelen binnen de rode lijnen.
- Gaat de bal over het hek, toestemming vragen aan leerkracht om de bal te pakken!
- Spellen worden twee keer per jaar door Peter van Soest uitgelegd.
- Voor en na schooltijd mag je niet fietsen op het schoolplein.
- Na half 3 verlaten de kinderen met de fiets lopend het schoolplein aan de Staringstraat.
- Kinderen zetten hun fiets in het fietsenhok aan de Staringstraatkant. Leerkrachten zetten hun fiets in de meest rechtse stalling.
Het schema hierboven is niet ingevuld omdat alle vakken die volgens de wet aan bod moeten komen, worden aangeboden. De school kan zelf bepalen hoe het aanbod verdeeld wordt over de schoolperiode en hoeveel tijd per week aan een vak wordt besteed. We zijn als school vrij in hoe en in welke groep bepaalde leerstof wordt aangeboden. Er zijn geen richtlijnen voor het vormgeven van een week- en jaarrooster. Helaas kunnen we het schema niet weghalen.
In ons school ondersteuningsprofiel (SOP) wordt aangegeven welke mogelijkheden onze school heeft voor de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften, zodat voor iedereen (ouders, leerlingen, andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden zijn voor extra ondersteuningToekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Voor de manier waarop de Schans de basisondersteuning en extra ondersteuning voor leerlingen heeft georganiseerd, verwijzen we u naar het Schoolondersteuningsprofiel.
Daarnaast is er extra aandacht om het eigenaarschap bij de leerlingen te vergroten.
Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.