Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
De school bestaat pas sinds augustus 2015. Hierdoor is het nog lastig om de opbrengsten objectief in kaart te brengen en het is al helemaal lastig om ze met elkaar te vergelijken. We brengen de opbrengsten wel in beeld en proberen ze dan te voorzien van de juiste context, waardoor ze in ieder geval beter op waarde geschat kunnen worden en voor ons bruikbaar zijn in het kader van de schoolontwikkeling. Wat is goed en wat kan beter?
Daar komt ook nog bij dat de resultaten van de kinderen nu niet alleen toe te wijzen zijn aan deze school, omdat ze een deel van hun schoolcarrière elders op school hebben gezeten. We proberen ons dus voortdurend een zo goed mogelijk beeld te vormen van het kind, om er op die manier uit te halen wat erin zit. Observatie is daarbij een belangrijk middel.
Gezien de populatie ligt het in lijn der verwachting dat de eindresultaten de komende jaren verder zullen stijgen.
Aan de hand van alle gegevens die we voorhanden hebben krijgt het kind een advies op maat voor het voortgezet onderwijs.
Let op: Voor de beoordeling van schooljaren 2021/2022 en 2022/2023 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Om de ontwikkeling van de kinderen te volgen gebruiken we de tussenresultaten vanuit het volgsysteem van CITO. Dit levert een bijdrage aan het grotere geheel, om kinderen goed in kaart te brengen, hun ontwikkeling te volgen en het aanbod goed af te kunnen stemmen.
De opbrengsten van CITO bieden daarnaast ook nog de mogelijkheid om te monitoren op school niveau.
Tevens gebruiken we methode gebonden toetsen en niet te vergeten de observatie van de leerkrachten. Juist de waarnemingen van de professional vormen een essentiële meerwaarde voor het kind. De leerkracht kent het kind goed en speelt in op individuele behoeften.
In groep 7 maken we gebruik van AMN aansluiting. Dat is een toets die bredere vaardigheden in kaart brengt, ook met het oog op het advies voor het VO. Deze toets doet meer recht aan de vaardigheden van de kinderen. Onze eindtoets sluit hier dan weer bij aan.
De leerkracht begeleidt de kinderen vanuit de Montessori organisatie in principe 2 of 3 jaar achter elkaar, waardoor hij/zij het kind nog beter leert kennen en nog beter aan kan sluiten bij dat wat het kind echt nodig heeft.
De school is in schooljaar 2015-2016 gestart. Hierdoor zijn deze gegevens lastig op de juiste waarde te schatten. Eigenlijk krijg je pas een goed beeld als een kind 8 jaar lang het aanbod op de school heeft gevolgd. Dat moet dan in principe ook nog worden afgezet tegen de mogelijkheden van het individuele kind.
De afgelopen jaren is er in ieder geval een bij het kind passend advies afgegeven, iets wat we ook vanuit VO terug krijgen. In principe wordt er gekeken naar waar de kinderen in het derde jaar VO terecht zijn gekomen. Dat wordt als indicator gebruikt om de adviezen op juistheid in te schatten.
We kijken naar de totale ontwikkeling van het kind en bepalen op die manier het juiste advies. Dus ook niet cognitieve vaardigheden worden nadrukkelijk meegenomen. Die zijn vaak zelfs voorwaardelijk voor een succesvolle overstap naar het voortgezet onderwijs.
Samengevat: Wat zit er in het kind en heeft de school er alles uitgehaald! Dat is uit deze gegevens nog moeilijk af te leiden.
Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Het is als het ware een oefenplaats. Om een goed aanbod te kunnen bieden gebruiken we de Vreedzame School.
Dit zijn vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en zelfredzaamheid. Sociale competenties dragen daarmee bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap.
Ieder schooljaar worden er kinderen tot mediator opgeleid, vanuit de vreedzame school. Vanuit de vreedzame school worden diverse vaardigheden getraind. De 'opleiding' wordt formeel afgesloten met een certificaat.
Wat is de visie van de school op sociale opbrengsten?
Sociale opbrengsten en burgerschap vinden wij van essentieel belang. Ze omvatten zaken die een leven lang meegaan en bruikbaar zijn, in de meest uiteenlopen situaties. Denk daarbij o.a. aan zelfredzaamheid, samenwerken, initiatief nemen, kritisch zijn, probleemoplossend vermogen, etc. Deze vaardigheden vormen in onze ogen dan ook een belangrijke basis voor leren en ontwikkelen in z'n algemeenheid.
Het toezicht van de inspectie richt zich in eerste instantie op het bestuur. Er wordt vanuit gegaan dat het bestuur voldoende zicht heeft op het functioneren van zijn scholen. In het verlengde van dat toezicht kan het ook zijn dat scholen afzonderlijk bezocht worden. Meestal gaat het dan om een themaonderzoek, waarbij naar bepaalde onderdelen binnen de school gekeken wordt.
De inspectie heeft in september 2017 voor het laatst een bezoek gebracht aan de school. In het kader van het nieuwe toezicht zijn enkele onderdelen onder de loep genomen. Dat levert de bevestiging op van wat goed gaat en aandachtspunten waar verandering/verbetering gewenst is.
De inspectie heeft nadrukkelijk meegedacht over de invulling van het onderwijs en wat op korte termijn noodzakelijk is.
Het zelfbeeld van de school kwam in grote lijnen overeen met het beeld van de inspectie. Er werd een enorme groei gezien, in een proces dat nog niet af is en alles te maken heeft met een startende school.