Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Vanaf school 2018-2019 hanteren we ROUTE 8 als eindtoets. De gemiddelde score op de eindtoets van één jaargroep geeft minder informatie over de opbrengsten van het onderwijs. De referentieniveaus geven specifiekere informatie over de opbrengsten van ons onderwijs, deze gegevens zorgen er ook voor dat we onze resultaten kunnen afzetten tegen scholen met vergelijkbare populatie (schoolvergelijkingsgroep).
We zien dat we op basis van het driejarig gemiddelde bij referentieniveau 1F net iets hoger scoren dan vergelijkbare scholen. Echter bij het referentieniveau 1S/2F scoren we lager dan vergelijkbare scholen. Hierbij scoren we wel nog voldoende boven de ondergrens van de inspectienorm. Naar aanleiding van deze score hebben we een diepere analyse gemaakt en aan de hand daarvan interventies ingezet.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Om leerlingen te kunnen volgen in hun ontwikkeling worden er naast de methodetoetsen twee keer per jaar niet-methodegebonden toetsen afgenomen. Deze worden vooral gebruikt om een objectief beeld te krijgen van de ontwikkelingen van de kinderen. De uitslag van de niet-methodegebonden toets geeft weer wat kinderen over een langere periode van inoefenen toe kunnen passen. Daarin worden ook bewust zaken getoetst die minimaal aan bod zijn geweest. De methodetoetsen geven een uitslag van een korte intensieve inoefenperiode en toetst alleen dat wat recent aangeboden is. De afnamemomenten van de niet-methodegebonden toetsen zijn vastgelegd in een toetskalender. De meeste niet-methodegebonden toetsen worden afgenomen in de maanden januari en mei/juni. De groepsleerkracht maakt na afname een analyse, past waar nodig het programma voor de leerling/groep aan. Dit gebeurt in overleg met de intern begeleider en wordt vastgelegd in een onderwijsplan. De volgende toetsen worden elk jaar afgenomen bij alle leerlingen van de betreffende jaargroep:
CITO DMT woordleestoets groep 3 en 4
CITO AVI tekst lezen groep 3 t/m 8
CITO Spelling groep 3 t/m 8
CITO Rekenen-wiskunde groep 3 t/m 8
CITO Begrijpend lezen groep 5 t/m 8
CITO Werkwoordspelling groep 7 en 8
Eindtoets groep 8Voor kinderen die extra zorg behoeven, omdat hun ontwikkeling boven- of onder gemiddeld is, worden er zo nodig extra toetsmomenten ingelast of andere toetsen ingezet.
Het kan voorkomen dat een leerling gaandeweg het schooljaar te weinig ontwikkeling door maakt. Afhankelijk van de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind en de leerstofgebieden waar de problemen zich voordoen, maakt de groepsleerkracht, in overleg met de IB-er en directie, een keuze tussen doubleren of overgaan en met een aangepast programma starten in de vervolggroep. Om te komen tot een weloverwogen keuze is een stappenplan opgesteld, waarin o.a. het schrijven van een motivatie voor een mogelijke doublure, als ook het delen van de zorg met de ouders is opgenomen. Het besluit dat door de groepsleerkracht en intern begeleider /directie is gemaakt is bindend.
In een enkel geval kan het zijn dat een kind versneld door de leerstof gaat vanwege een bovengemiddelde ontwikkeling. In overleg met ouders, groepsleerkracht en IB-er wordt bepaald of verrijking of verdieping van de leerstof een oplossing biedt. Als een kind in zijn jaargroep onvoldoende uitdaging vindt en zijn/haar ontwikkeling niet voldoende kansen krijgt, kan versnellen tot de mogelijkheden behoren. Er wordt gekeken naar de totale ontwikkeling van een kind en middels een zorgvuldig opgesteld plan wordt het kind dan voorbereid op de voortijdige overstap naar een hogere groep.
Halverwege groep 7 krijgen alle leerlingen schriftelijk een voorlopig schooladvies. Dit wordt in een gesprek met leerling en ouders toegelicht. In groep 8 wordt vóór 1 maart een definitief schriftelijk schooladvies aan elke leerling gegeven. Het (voorlopig) schooladvies is onder andere gebaseerd op de gegevens van het leerlingvolgsysteem en de vaardigheden van de leerling. Het schooladvies is leidend bij de beslissing over toelating op de middelbare school. Bent u het niet eens met het schooladvies dat uw kind gekregen heeft? Dan kunt u hierover in gesprek gaan met de leerkracht of met de directeur van de basisschool. Het resultaat van de eindtoets is een tweede gegeven, naast het schooladvies. Heeft uw kind de eindtoets beter gemaakt dan het gegeven advies? Dan moet de basisschool het schooladvies heroverwegen. De basisschool kan besluiten om het schooladvies aan te passen. Dit gebeurt in nauw overleg met u en uw kind. Een aangepast schooladvies geeft recht op toelating tot de bijbehorende schoolsoort. Is het resultaat van de eindtoets minder goed dan het gegeven advies? Dan past de basisschool het schooladvies niet aan. Het schooladvies wordt samen met aanvullende kenmerken over de leerling en eventueel uw opvatting en bijlagen (waar ouders toestemming voor geven) digitaal verstuurd naar de middelbare school waar de leerling is aangemeld. Dit gaat via een beveiligde omgeving van Overstapservice Onderwijs.
Je veilig voelen en lekker in je vel zitten
Leerlingen zitten op school om te leren. Ze zijn pas in staat om te leren en zichzelf te ontwikkelen als ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn. Daarvoor is het nodig dat ze zich kwetsbaar kunnen opstellen, dat ze zich gezien en geaccepteerd voelen en dat ze het gevoel hebben erbij te horen. Leerlingen hebben ruimte nodig om te mogen ontdekken waar grenzen liggen, om fouten te maken, om te leren verantwoordelijkheid te nemen en daarop te worden aangesproken. Voor leerlingen is de school niet alleen de plek waar ze lesstof leren, maar ook de plek waar zij leeftijdsgenoten ontmoeten en waar zij kennismaken met de samenleving en verschillen in normen, waarden en omgangsvormen. Wij als basisschool ’t Ven zijn voortdurend bezig met het realiseren van een veilig schoolklimaat en werken aan het voorkomen, herkennen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag (denk aan: brutaal gedrag, ongehoorzaamheid of iemand pijn doen).
Lastige situaties komt iedereen tegen. Door kinderen probleemoplossende strategieën te leren, bieden we handvatten om hier beter mee om te kunnen gaan. Dit met als doel: de verkleining van de kans op een nieuw incident en grensoverschrijdend gedrag. Hoe doen wij dit?
1. Door open in gesprek te gaan met leerlingen en hen aan het denken zetten over hun houding en handelen.
2. Door direct ouders te informeren en betrekken bij de aanpak.
3. Door afspraken vast te leggen en evaluatie momenten te plannen.
4. Door op te schalen in hulp. Wanneer het nodig is kunnen anderen meedenken met leerkracht/ouders en kind. Denk hierbij aan IB, (externe) deskundige, directie. Grensoverschrijdend gedrag is vaak een hulpvraag vanuit het kind. Daarom streven wij naar een goede samenwerking tussen school, kind en ouders. We zijn samen verantwoordelijk om uw kind goed te kunnen ondersteunen bij moeilijke situaties. Bij nieuwe ontwikkelingen zullen wij u weer op de hoogte brengen.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.