Basisschool Dr. Bosschool

Nolenslaan 33 3515 VB Utrecht

  • Schoolfoto van Basisschool Dr. Bosschool
  • Schoolfoto van Basisschool Dr. Bosschool
  • Schoolfoto van Basisschool Dr. Bosschool
  • Schoolfoto van Basisschool Dr. Bosschool

Het team

Alle personeelsleden van de school vormen samen het team. Zowel de leerkrachten voor de klas, als het niet onderwijzend personeel. Vaak zijn er op een school specialisten aanwezig die extra ondersteuning bieden aan leerlingen die dit nodig hebben. Elke school kent daarin een eigen aanpak. Hoe het team is samengesteld en hoe de school bijvoorbeeld vervanging regelt? Dat kan alleen de school je vertellen.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Het zal u niet ontgaan zijn dat er een landelijk tekort aan leerkrachten/invallers is. Ons bestuur SPO Utrecht anticipeert hier proactief op. Zo hebben wij de SPO PRO-pool (talentvolle net afgestudeerden), de SPO FLEX-pool (talentvolle ervaren leerkrachten) en de pool voor freelancers. Op deze wijze binden wij goed personeel aan onze stichting.   

Bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten wordt gebruik gemaakt van invalkrachten uit deze vervangingspool van de SPO. Het is in de praktijk niet altijd mogelijk om invallers te krijgen, omdat er soms niet genoeg invalkrachten zijn die in de vervangingspool zitten. Als er geen invalkrachten beschikbaar zijn, wordt eerst intern een oplossing gezocht. Is er in een leerjaar een extra leerkracht, dan neemt hij/zij de groep over. Is er geen interne oplossing voor handen, dan kan het voorkomen dat de kinderen thuis moeten blijven en daar aan de weektaak werken.  U wordt hiervan via Social Schools op de hoogte gesteld.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

Groepsindeling en groepsgrootte

Op de Dr. Bosschool werken we, behalve in de groepen 1-2, met homogene groepen, waarbij tussen de groepen veel word uitgewisseld en samengewerkt, zie hierover meer onderaan hoofdstuk 1.2 Missie en Visie.

Samenstelling van het team  

Alle leerkrachten hebben, naast het lesgeven, nog andere taken. Zo zijn zij betrokken bij onderwijsontwikkelingen en denken mee over vernieuwingen. Senior leerkrachten met een coördinerende taak of specialisme krijgen hiervoor ambulante (= vrij geroosterde) tijd om vanuit hun specialisme schoolontwikkeling aan te sturen. Elke groep heeft een of twee vaste leerkrachten en daarnaast hebben kinderen te maken met de leerkrachten van de andere groep van datzelfde leerjaar. Ook hebben ze soms met andere leerkrachten te maken, door het volgen van (handvaardigheid, gym, workshops), extra ondersteuning in of buiten de groep, vervanging, ziekte of verlof.            

Begeleiding en inzet van stagiair(e)s van hogescholen

In 2018 zijn we officieel erkend als opleidingsschool. In onze school begeleiden we regelmatig stagiair(e)s van de PABO/ALPO van de HU Pabo en van de MBO. Studenten werken altijd onder eindverantwoordelijkheid van een bevoegd leerkracht.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen
  • Groepsdoorbrekende niveaugroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Onderwijs aan onze jongste leerlingen, de onderbouw

Wij werken zoveel mogelijk ontwikkelingsgericht, waarbij betekenisvolle activiteiten een belangrijke bijdrage leveren aan het ontwikkelen en leren van kinderen. Er wordt gewerkt met rijke hoeken die gekoppeld zijn aan het thema. Ook de groepsactiviteiten worden aan het thema gekoppeld. Ontwikkelingsgericht onderwijs maakt onderscheid tussen 5 kernactiviteiten, die de basis leggen voor verdere leerprocessen. Die activiteiten zijn:

  • Spelactiviteiten
  • Constructieve en beeldende activiteiten
  • Gespreksactiviteiten
  • Lees- en schrijfactiviteiten
  • Reken- en wiskundige activiteiten

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Onderwijs in de midden- en bovenbouw  

In leerjaar 3 en 4 wordt de lijn zoals die in de kleutergroepen is opgezet zoveel mogelijk doorgetrokken, waarmee een soepele overgang tussen de groepen 2 en 3 wordt bewerkstelligd. In leerjaar 3 wordt begonnen met leren lezen, spellen, schrijven en rekenen en is er daarnaast ruimte om nog te spelen in de hoeken. Vanaf leerjaar 4 vindt het voortgezet lees-, taal- en rekenonderwijs plaats. Daarbij vinden we coöperatief leren en het leren van en met elkaar belangrijk. We streven ernaar de kinderen goed en effectief de basisvaardigheden te leren zodat ze die kunnen gebruiken bij de toepassingsgebieden zoals wereldoriëntatie. Leren om te leren en zelfstandig werken krijgen nadrukkelijk aandacht. De instructie wordt gelaagd aangeboden: in eerste instantie in de grotere groep, gevolgd door een uitgebreider aanbod in de kleinere groep. Instructies hebben een sterk interactief karakter. Op het whiteboard wordt aangegeven hoe het rooster van de dag eruit ziet zodat de leerlingen weten waar ze aan toe zijn en hier naar kunnen handelen.     

Zelfstandig werken, weektaak, instructie en huiswerk

In het gehele onderwijsprogramma van leerjaar 1 t/m 8 neemt het zelfstandig werken een belangrijke plaats in. Onder zelfstandig werken verstaan wij het werken aan gestelde leerdoelen en het werken aan opdrachten zonder directe aansturing van de leerkracht. Zelfstandig werken leert kinderen zelf te beslissen, zelf het werk in te delen en te plannen en verantwoordelijk te zijn voor een taak. Als kinderen in staat zijn zelfstandig te werken heeft de leerkracht tijd vrij om kinderen individueel of in kleine groepjes informatie/instructie of specifieke hulp te geven. Zelfstandig werken maakt het mogelijk in de klas en in de school gedifferentieerd te werken. In de midden- en bovenbouw werken we met weektaken. Door middel van de weektaak plannen leerlingen het werk van die week. Hier zit een opbouw in. In de groepen 3 beginnen de kinderen met kleine taken die ze zelfstandig kunnen uitvoeren en dat wordt in de groepen 4 t/m 8 verder uitgebreid, zowel in aantal taken als in tijdsduur. In de weektaak staan ‘moet’-opdrachten (verplicht) en ‘mag’-opdrachten (vrijwillig).  

Instructie wordt gegeven volgens het expliciete directe instructiemodel (EDI). Dit houdt onder andere in: terugkijken, doel van de les, wat gaan we leren, uitleg, oefenen, zelfstandig werken, evalueren. Hulpmiddelen die daarbij gebruikt worden zijn onder andere het stoplicht, het vraagblokje, wisbordjes en naamstokjes voor het geven van beurten (i.p.v. vingers opsteken, waarmee de betrokkenheid van de kinderen bevorderd wordt).  

In de bovenbouw krijgen de kinderen van groep 6 t/m 8 huiswerk mee. Hiermee wordt de zelfstandigheid, het nemen van eigen verantwoordelijkheid voor een taak en het leren plannen gestimuleerd. In het aanbieden van huiswerk zit een logische opbouw, waarbij de hoeveelheid werk per leerjaar steeds toeneemt. Het huiswerk bestaat uit een aantal werkbladen en leeropdrachten, bijvoorbeeld Engelse woordjes en topografie. In de groepen 3 t/m 5 kunnen de kinderen incidenteel opdrachten mee naar huis krijgen. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. 

Burgerschaponderwijs 

Aangezien er de laatste jaren een groeiende aandacht is voor Burgerschapsonderwijs, schenken we daar hier wat extra aandacht aan. Een belangrijk doel van ons onderwijs is om onze leerlingen op te voeden tot burger in de Nederlandse samenleving zoals ook in de visie van onze stichting beschreven staat. Daarbij focussen we op acht basiswaarden: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip voor anderen, verdraagzaamheid, autonomie, verantwoordelijkheidsbesef en het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie. Wij leren de kinderen:

  1. op een democratische manier met elkaar beslissingen te nemen: zoals leren de eigen mening te verwoorden en te onderbouwen met argumenten, zich te verplaatsen in de mening van anderen, compromissen te sluiten en kritisch te denken.
  2. conflicten constructief op te lossen: zoals kennis opdoen over conflicthantering, inzicht krijgen in eigen stijl van conflictoplossing, kennis opdoen over en vaardig worden in mediatie en conflictbemiddeling;
  3. verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en voor de gemeenschap: zoals een zorgzame houding tegenover anderen hebben; initiatieven nemen; participatie in de samenleving en gemeenschapszin;
  4. een open houding aan te nemen tegenover verschillen tussen mensen: zoals tolerant zijn, onderscheid kennen tussen vooroordeel en oordeel, kennis hebben van andere culturen en levensbeschouwingen;weten volgens welke principes onze democratische samenleving is ingericht: kennis hebben over democratische instituties, spelregels en principes.

Nederlandse taal en schrijven

Voor alles wat er in school - maar ook daarbuiten - gebeurt, is taal enorm belangrijk: om te begrijpen wat een ander bedoelt, om een opdracht uit te kunnen voeren, om samen te werken, om iets te weten te komen. Een goed mondeling en schriftelijk taalgebruik is van groot belang. Spelenderwijs zijn de kinderen vanaf hun vierde jaar bezig met vormen en klanken. Daarna gaan ze de verschillende technieken van het lezen ontdekken. Vervolgens kunnen ze die technieken toepassen bij het studeren, het maken van werkstukken enz. Alle groepen besteden veel tijd aan taal. De kinderen praten met elkaar over allerlei onderwerpen: zo maken ze verhalen en gedichten, spelen toneel, gaan naar de bibliotheek, houden interviews en gebruiken de computer om informatie op te zoeken. Kinderen die graag lezen, gaan meer lezen. Kinderen die meer lezen, gaan beter lezen. Door een uitdagende leesomgeving en activiteiten willen we alle kinderen stimuleren om gemotiveerd te lezen. Voor taalonderwijs gebruiken we onder andere de volgende methoden:

  • Beginnende geletterdheid: werkmap Fonemisch bewustzijn (groep 1+2).
  • Aanvankelijk technisch lezen: Lijn 3 (groep 3)
  • Voortgezet technisch lezen: Estafette (groep 4 t/m 6)
  • Spelling en de taalregels: Taaljacht (groep 4 t/m 6) en Taal Actief (groep 7 en 8)
  • Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip (groep 4 t/m 8)
  • Schrijven: Klinkers (groep 3)
  • Schrijven: Handschrift (groep 4 t/m 8)

Aan de hand van deze methoden leren de kinderen onder anderen hoe je de taal foutloos kunt schrijven, hoe je spreekwoorden kunt gebruiken, hoe je iets opzoekt in een woordenboek en hoe je kunt ontleden. Tevens stimuleren wij de kinderen om plezier aan taal te beleven.

Ook leren schrijven is een onderdeel van de Nederlandse taal. Kinderen worden begeleid bij de ontwikkeling van een persoonlijk handschrift. Een vlot en goed leesbaar handschrift is het uiteindelijke doel.

Rekenen

De groepen 3 t/m 8 werken met de methode Getal en Ruimte Junior. Deze methode werkt op systematische wijze aan één nieuw leerdoel per week. De kinderen werken op hun eigen niveau aan de leerdoelen. Ook biedt de methode veel handvatten om leerlingen eigenaarschap over hun leerproces te geven. Door middel van leerlingsoftware kunnen de leerlingen extra oefenen. Naast Getal en Ruimte Junior gebruiken we de methode Met Sprongen Vooruit om de leerlingen op spelenderwijs extra te laten oefenen met het automatiseren van de rekenstrategieën.

Engels

In de groepen 5 t/m 8 werken de kinderen met de methode Take it Easy. In deze methode wordt gewerkt met een Engels sprekende co-teacher op het digibord, zodat de leerlingen veel Engels horen dat correct wordt uitgesproken. Via filmpjes, muziek, luisterteksten etc. komen de leerlingen in aanraking met spannende en grappige situaties waarin de voertaal altijd Engels is. De leerlingen maken ook opdrachten in het werkboek en d.m.v. leerlingsoftware.

Relationele en seksuele vorming

Onze school besteed in alle groepen gedurende het jaar aandacht aan seksuele en relationele vorming. Daarvoor gebruiken we de lessen van Vreedzame kriebels. De kinderen leren daardoor respectvol omgaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving. De lessen gaan o.a. over lichamelijke veranderingen, verschillen tussen jongens en meisjes, seksuele grenzen en wensen, weerbaarheid, omgang met media, voortplanting, verliefdheid, transgenders, homoseksualiteit en relaties en de puberteit.  

Sociaal-emotionele ontwikkeling

De kinderen leren door middel van de lessen van De Vreedzame School allerlei sociale competenties zoals actief luisteren, gevoelens uitdrukken, zich verplaatsen in het gezichtspunt van een ander, conflicten oplossen, complimenten geven, omgaan met boosheid, verschillen waarderen en vooroordelen herkennen. Iedere week krijgen de kinderen een les waarin begrippen als respect voor elkaar, het oplossen van conflicten, bewustwording van en verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag centraal staan. Door middel van deze lessen worden de sociale vaardigheden van kinderen vergroot en leren ze om te gaan met voor hen moeilijke of onveilige situaties. De lessen worden ook gebruikt om samen afspraken te maken over de omgang met elkaar en om taken en verantwoordelijkheden te bedenken en te verdelen.

Daarnaast vergroot het zijn van een Vreedzame School het ‘wij’ gevoel van kinderen door middel van lessen over de democratie en het houden van klassenvergaderingen. Elk schooljaar worden ca. 10 kinderen van leerjaar 7 opgeleid tot mediator. Tijdens de pauzes van de verschillende groepen zijn de mediatoren op het plein aanwezig. In geval van een conflict, wordt dit conflict opgelost door de kinderen met behulp van de mediatoren. Op onze school leren we kinderen op welke manier ze als actieve burgers kunnen participeren. Dit leren we hen in de veilige en uitdagende omgeving, waarbij we de school zien als een leefgemeenschap met kinderen als ‘democraten in opleiding’. Voor onze kinderen is het (zoals voor alle kinderen) nodig dat zij daarbij bevestigende ervaringen opdoen, positieve feedback ontvangen en succes ervaren.

Onze samenleving kenmerkt zich door pluriformiteit. De samenleving is vol verschillen zowel op religieus, politiek, cultureel en etnisch gebied. Hier op een democratische manier mee omgaan, is niet vanzelfsprekend. Daarom willen we onze kinderen zoveel mogelijk voordoen en aanleren op welke manier je op een democratische manier met elkaar om kunt gaan.

Daarnaast leren kinderen, vooral in de bovenbouw, hoe het Nederlands kiesrechtstelsel in elkaar zit, hoe de Eerste en Tweede Kamer zich tot elkaar verhouden en wat de rechten van het kind zijn. In de bovenbouw is het streven om minimaal een keer op bezoek te gaan bij de gemeenteraad of de Tweede Kamer in Den Haag.

Verder zetten we Taakspel in, een methode gericht op het positief stimuleren en verbeteren van het taakgericht gedrag van kinderen. Als er Taakspel wordt gespeeld, kiezen de kinderen op democratische wijze welke maandelijkse beloning er volgt na het winnen van Taakspel. Deze beloning is bijvoorbeeld een kwartiertje dansen in de klas, een extra (buiten)spel spelen, iets koken, etc.

Leerlingenraad

Als school vinden we het belangrijk kinderen een stem te geven in de vorm van een leerlingenraad. Jaarlijks worden er in iedere groep verkiezingen gehouden waarbij kinderen zich verkiesbaar kunnen stellen voor de leerlingenraad. Hieraan voorafgaand wordt er een verkiezingscampagne gehouden waarbij een kandidaat uitlegt waarom hij of zij de groep goed kan vertegenwoordigen. Ieder kind uit een groep die in de leerlingenraad zit, vormt als het ware de spil tussen de groep en de leerlingenraad. Een goede communicatie tussen de leerlingenraad en de groep die het kind in kwestie vertegenwoordigt, is hierbij van groot belang. De notulen worden na iedere bijeenkomst in alle groepen voorgelezen. De leerlingenraad komt om de 6-8 weken bij elkaar. Het voorzitterschap en de rol van notulist rouleert onder de kinderen vanaf groep 3. De voorzitter maakt samen met de burgerschapsspecialist de agenda. De directeur woont de bijeenkomsten van de leerlingenraad ook zoveel mogelijk bij. De leerlingenraad buigt zich onder andere over de basisregels, de veiligheid op school en het jaarlijkse openingsfeest. Waar mogelijk worden ook verbindingen gemaakt met bijvoorbeeld de activiteitencommissie. De leerlingenraad heeft jaarlijks 200 euro in kas om eventuele activiteiten te organiseren. Een leerling is penningmeester en beheert dit geld.

Verkeersonderwijs

Voor verkeersonderwijs gebruiken wij de educatielijn van Veilig Verkeer Nederland. Daarnaast worden er praktijklessen georganiseerd van Streetwise van de ANWB en doet groep 8 verkeersexamen. 

Thematisch onderwijs

Op de dr. Bosschool willen wij de kinderen voorbereiden op de middelbare school en de wereld buiten het onderwijs. Wij vinden het van belang dat wij de buitenwereld naar binnen halen en wij met de kinderen geregeld de buitenwereld opzoeken. Om dit te kunnen realiseren werken we in de onderbouw ontwikkelingsgericht en richting de bovenbouw loopt dit over in onderzoekend en ontwerpend leren. We bieden aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, techniek, ICT, mediawijsheid en kunsteducatie geïntegreerd aan in het thema.

Om hier vorm aan te geven werken wij met thema’s, ongeveer 5 per jaar. Aan sommige thema's werken we schoolbreed, aan sommige thema's werken we per bouw. Het thema is altijd gekozen aan de hand van de beleveniswereld van de kinderen en de actualiteit. Hier maken wij ook de koppeling met de buitenwereld. We halen gastdocenten in de school of gaan erop uit. Zo hebben wij bij het thema menselijk lichaam dansdocenten de school ingehaald en zijn we met de bovenbouw naar Corpus geweest. Aan het einde van elk thema is er een presentatie, dit kan zijn aan andere groepen, maar ook aan ouders. Na elke vakantie starten we met een nieuw thema.

In de onderbouw werken we ontwikkelingsgericht vanuit rijke hoeken. Deze hoeken worden ontworpen met de kinderen en zijn gekoppeld aan het thema. De kinderen leren al spelend, we maken gebruik van hun natuurlijke nieuwsgierigheid. Ook de groepsactiviteiten worden aan het thema gekoppeld.

Naarmate de kinderen ouder worden, verdwijnen de hoeken geleidelijk en we gaan over op onderzoekend en ontwerpend leren. We houden hierbij de nieuwsgierigheid van de kinderen levendig en zetten deze om naar een onderzoekende houding. We bieden de verschillende vakken geïntegreerd aan in het thema, zoals het thema Reizen. Hierin wordt aardrijkskundig gekeken naar de wereld en hoe kan je je verplaatsen over de wereld, waarbij ook de technische kant aan bod komt. Hoe is deze techniek in de loop der jaren veranderd (geschiedenis) en welke gevolgen heeft dat voor de natuur? Ook wordt er ingezoomd op verschillende culturen. In elke groep wordt deze manier van werken aangeboden op het niveau van het kind.

De leerkrachten bereiden thema’s gezamenlijk voor en zorgen ervoor dat de onderwijsdoelen behaald worden. De kinderen hebben dit echter zelf niet door en werken vanuit eigen interesse, ze hebben een grote eigen inbreng.

Elk thema wordt er een onderzoeks- of ontwerpcyclus gevolgd. Deze begint met startactiviteiten die de kinderen prikkelen over het thema na te denken. Vervolgens stellen de kinderen zelf onderzoeksvragen op en gaan ze zelf op zoek naar het antwoord op deze vragen. Ze leren dat informatie overal te krijgen of maken is en kijken kritisch welke informatie betrouwbaar is en welke ze kunnen gebruiken. Uiteindelijk presenteren de kinderen op verschillende manieren de antwoorden op hun onderzoeksvraag, dit kan een muurkrant zijn, zelfontworpen oplossing voor een milieuprobleem of een filmpje. Deze manier van werken zorgt ervoor dat de kinderen zelf eigenaar zijn over hun leerproces en eindproduct.

ICT en Mediawijsheid

ICT heeft een belangrijke, ondersteunende rol bij de 21ste-eeuwse vaardigheden. Het levert op meerdere fronten een toegevoegde waarde. Het is een middel om leerkrachten en kinderen te helpen bij het onderzoekend leren. Het verhoogt de motivatie van de kinderen en richt de aandacht. Kinderen krijgen de mogelijkheid om meer invloed uit te oefenen op het eigen leren. Met ICT kunnen wij meer levensechte leersituaties creëren. De leerwegen kunnen geïndividualiseerd worden en hierdoor kunnen wij het onderwijs beter laten aansluiten bij de individuele behoeften, het niveau en het leertempo van elk kind. Voor verschillende vakken maken we gebruik van computers in de groep en laptops en tablets waar groepen kinderen tegelijk mee kunnen werken. Alle computers zijn aangesloten op het (gefilterd) internet en zijn voorzien van Officeprogramma's en educatieve software voor taal, rekenen, spelling en topografie. Ook hebben de leerkrachten de beschikking over software om het digibord te kunnen gebruiken. Door inzet van de computer kunnen de kinderen extra oefenen op gebieden waar ze moeite mee hebben. Behalve toepassing binnen de verschillende vakgebieden leren de kinderen ook hoe ze met een computer en met het internet om moeten gaan. We vinden het belangrijk dat kinderen mediawijs zijn. De technische vaardigheden van kinderen om met internet om te gaan zijn vaak goed (ze maken hun eigen website, zetten zelfgemaakte filmpjes online, hebben een eigen weblog) soms zelfs beter dan van volwassenen. Maar mediawijsheid gaat verder dan het bedienen van de knoppen: het houdt in dat kinderen kritisch media kunnen analyseren, interpreteren en contextualiseren. Om goed en veilig gebruik te kunnen maken van multimedia, hebben zij begeleiding nodig. Op school besteden wij daarom de nodige aandacht aan het verbeteren van de mediawijsheid.

Uitstapjes en schoolreisjes

In de loop van het jaar zijn er per groep uitstapjes die verbonden zijn aan het thema. Daarnaast is er voor de groepen 1 tot en met 7 een schoolreis, meestal tegen het einde van het schooljaar. Groep 8 gaat aan het begin van het schooljaar twee nachten op schoolkamp.   

Verjaardagen en traktaties

De verjaardagen van kinderen worden in de eigen groep gevierd en dan mag er getrakteerd worden. Op onze school leren we kinderen wat gezond eten en leven betekent. We willen ouders dan ook nadrukkelijk verzoeken een gezonde traktatie mee te geven, zoals fruit. Als u een traktatie voorbereidt, stellen wij het op prijs als u rekening houdt met kinderen in de groep met allergieën of diëten. Met de leerkracht kunt u overleggen om welke kinderen het gaat en wat de allergie is of wat het kind niet mag eten.

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Alle kinderen verdienen een passende plek in het onderwijs. Zij hebben recht op onderwijs dat hen uitdaagt en rekening houdt met hun behoeften. Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier onderwijs. Soms is er speciaal onderwijs nodig voor leerlingen die dáár het best op hun plek zijn. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving. Voor leerlingen die dat nodig hebben, werkt de school samen met organisaties die in en rond de thuissituatie jeugdhulp bieden. Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft de visie op ondersteuning van de school, de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt om passend onderwijs te verzorgen en de ontwikkeldoelen die de school zichzelf stelt. Een samenvatting van het schoolondersteuningsprofiel (SOP) is te vinden op onze website.     

De ondersteuning van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften

De Dr. Bosschool biedt goed onderwijs voor alle leerlingen. De kwaliteit van het onderwijs staat dan ook centraal in onze visie. De Dr. Bosschool hanteert een zorgvuldige aanpak om ervoor te zorgen dat kinderen die extra ondersteuning nodig hebben dat ook krijgen. In de eerste plaats signaleert de leerkracht, in overleg met de Intern Begeleider (IB-er) en/of specialist, dat een kind extra ondersteuning nodig heeft. Maar ook kan er signalering plaatsvinden vanuit de ouders of het kind zelf. In het kader van afstemming betrekken wij ouders bij de zorg, de plannen die gemaakt worden en indien nodig de keuze m.b.t. externe hulpverlening. Samenwerking met ouders ervaren wij als een meerwaarde. 

De wijze waarop de interne ondersteuningsstructuur is vormgegeven en functioneert is vastgelegd in het document “Ondersteuningsniveaus”. Dit document is per mail op te vragen. 

De intern begeleiders zijn de zorgcoördinatoren van onze school en sturen samen met de directeur het specialistenteam aan. Zij bewaken o.a. de inzet van de beschikbare ondersteuning en ondersteuningsmiddelen (o.a. arrangementsgelden) en de kwaliteit van de ondersteuning.  

Het Ontwikkelingsperspectief (OPP) (ondersteuningsniveau 4)

We streven ernaar alle leerlingen zoveel mogelijk minimaal de fundamentele doelen te laten behalen. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zijn erbij gebaat om zo lang mogelijk bij het onderwijsprogramma van de groep gehouden te worden. Ze zullen met het aangeboden basisprogramma, wellicht ondersteund met geïntensiveerde oefening en instructie (convergente differentiatie), de meeste vooruitgang boeken. Soms gebeurt het toch dat een leerling, ondanks uitgebreide ondersteuning door de leerkracht (en soms ook buiten school) didactisch de aansluiting bij de groep niet meer kan maken. In dat geval kan ervoor gekozen worden een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen. Dit betekent dat de leerling een eigen leerlijn gaat volgen.  

We hanteren daarbij de volgende uitgangspunten:  

  1. Een OPP wordt in principe niet eerder opgesteld dan begin groep 6, als is vastgesteld dat de leerling de einddoelen van groep 8 (op een bepaald vakgebied) niet zal halen.
  2. Wanneer vóór groep 6 duidelijk is dat aansluiten niet lukt, kan eerder een OPP worden opgesteld (bijvoorbeeld voor een leerling met lage cognitieve mogelijkheden waarbij besloten is de leerling op de basisschool te blijven begeleiden). Hierbij hanteren wij het uitgangspunt dat een psychologisch onderzoek en externe expertise een onderdeel dient te zijn van de besluitvormingsprocedure. Alle leerlingen die een arrangement toegekend hebben gekregen vanuit het SWV of Auris dienen een OPP te krijgen.

Kinderen die meer uitdaging nodig hebben

Voor sommige leerlingen biedt de ‘gewone’ lesstof niet genoeg uitdaging. Deze leerlingen krijgen extra uitdagende opdrachten naast, en soms ook in plaats van, het gewone werk. Dit kan materiaal vanuit de methode zijn, maar ook vakoverstijgende, creatieve projecten en/of werk uit de levelbox. Onze specialist hoogbegaafdheid overlegt regelmatig met de groepsleerkrachten over de behoeften van deze kinderen. Regelmatig zitten deze leerlingen ook samen in een aparte instructiegroep. Dan wordt er ook aandacht besteed aan aspecten van het ‘leren leren’ zoals zelfgestuurd leren, samenwerken en doorzetten.

Speciale ondersteuning binnen het Samenwerkingsverband Utrecht PO

SPO Utrecht biedt zoveel mogelijk kinderen passend onderwijs op de basisschool in de buurt. Het Samenwerkingsverband Utrecht PO (SWV) zet expertise en middelen in voor kinderen die iets extra’s nodig hebben om zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling te komen. De consulenten van het Samenwerkingsverband denken mee met school, ouders en eventueel kernpartners (buurtteam, leerplicht, jeugdgezondheidszorg) om gezamenlijk te komen tot de juiste ondersteuning. Vormen van ondersteuning zijn bijvoorbeeld een Advies & Ondersteuning traject (kortdurende en preventieve ondersteuning) of een arrangement voor interne of externe ondersteuning.  Wanneer de school niet kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van een leerling, en ook een ondersteuningsarrangement geen passende oplossing is, doen ouders en school samen een aanvraag bij het SWV voor plaatsing in een school of voorziening die beter past bij wat het kind nodig heeft, bijvoorbeeld in het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Een aanvraag voor toelating wordt gedaan bij de Toelatingscommissie van het SWV Utrecht PO. Voor meer informatie over het SWV en haar werkwijze verwijzen we naar de website www.swvutrechtpo.nl

Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht

030 303 6420 (info)  

info@swvutrecht.nl

Externe ondersteuning onder/buiten schooltijd   

Het kan voorkomen dat een leerling, bij wie sprake is van belemmeringen in het ontwikkelingsproces, extra en individuele begeleiding nodig is. Het behoort tot de taken van de school om adaptief onderwijs te bieden. Het kan zijn dat ze school verwijst naar diverse vormen van hulpverlening die in principe voor iedereen bereikbaar zijn, zoals logopedie, dyslexie behandeling van Zien in de klas, fysiotherapie, buurtteam en ergotherapie. Het kan ook echter voorkomen dat ouders hulp zoeken buiten de school en deze ook zelf willen en kunnen bekostigen of daarvoor op andere wijze een financieringsbron hebben gevonden. Deze ondersteuning dient buiten school te worden verzorgd. Verzoeken van ouders om externe r.t/bijles onder schooltijd te laten plaatsvinden zullen worden afgewezen.

Rol van de schoolarts

Om de kinderen in hun totale ontwikkeling goed te kunnen volgen, werken wij samen met de schoolarts en logopediste vanuit de GGD. Kinderen krijgen vanuit de schoolarts een oproep in leerjaar 2 en 6/7 voor een preventief gezondheidsonderzoek en worden in leerjaar 2 preventief gescreend op de taal- en spraakontwikkeling door de logopediste.

Buurtteam

Het buurtteam is een belangrijke instantie die school en ouders/verzorgers ondersteunt en kan begeleiden in de opvoeding. In samenspraak met ouders/verzorgers kan de school het buurtteam inschakelen. Ouders/verzorgers kunnen dit ook zelf doen. 

Meldcode huiselijk geweld

De meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. Aan de hand van 5 stappen bepalen professionals of ze een melding moeten doen bij Veilig Thuis en of er voldoende hulp kan worden ingezet. Meer informatie over deze meldcode is te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/meldcode Onze school hanteert deze wettelijk verplichte meldcode, deze is op school aanwezig.

Medisch handelen

Het kan voorkomen dat uw kind extra, medische zorg nodig heeft. Als uw kind ziek wordt op school, is het uitgangspunt dat het kind naar huis moet. Dat gebeurt uiteraard altijd na overleg met ouders. Ook wanneer het toedienen van medicijnen daaraan voorafgaand nodig is, zal dat in overleg met ouders (of bij afwezigheid van de ouders in overleg met de huisarts) gebeuren. Als uw kind regelmatig, bijvoorbeeld dagelijks, medicijnen nodig heeft, overlegt u dat met de leerkracht en/of directeur. Onze medewerkers mogen uitwendig en oraal medicijnen toedienen, ouders blijven verantwoordelijk voor de aanwezigheid en opgave van dosering van de medicijnen. U legt dat samen vast, zodat er geen misverstanden kunnen bestaan. Als uw kind andere medische zorg nodig heeft, zoals injecties of bloedafname, dan kunnen en mogen wij deze zorg niet bieden. Uiteraard verlenen wij wel onze medewerking als u dat zelf, of anderen door u aangewezen, tijdens schooltijden bij ons op school komt doen. Meer informatie hierover staat beschreven in het Protocol medische handelingen op scholen SPO Utrecht, welke op school ter inzage ligt.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

 

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Voor- en naschoolse opvang

Scholen zijn wettelijk verplicht om voor- en naschoolse opvang voor kinderen te laten organiseren. De Utrechtse schoolbesturen streven er daarbij naar om samen te werken op wijkniveau met instellingen voor kinderopvang, welzijn, kunst en cultuur en sport.

Voor buitenschoolse opvang kunt u terecht bij Blos Kinderopvang die met BSO Nolenslaan in onze school is gevestigd. De Dr. Bosschool en Blos (voorheen De Sterren) werken sinds 2005 samen en hebben met elkaar een convenant afgesloten (samenwerkingsverband). Het samenwerken heeft hierbij altijd hoog in het vaandel gestaan. 

Ook met het Peutercentrum de Speelschool (voorheen de Klim-op) van Blos is de samenwerking intensief, al jarenlang zitten we samen in de school. De Speelschool is sinds 2020 onderdeel van Blos Kinderopvang en verzorgt zowel VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) als reguliere peuteropvang.  

Terug naar boven