Christelijke Basisschool De Opdracht

Foareker 21 9247 AA Ureterp

  • Vrijdagmiddag: keuzeprogramma groep 5 t/m 8 met aandacht voor diverse disciplines.
  • Een prachtig nieuw gebouw met een schitterend schoolplein.
  • Prachtige materialen beschikbaar op het schoolplein.
  • Het kind centraal is onze slogan. We sluiten aan op het niveau van het kind en zoeken naar de juiste uitdaging.
  • Wij zijn een Dbos school. Dat betekent een nauwe samenwerking met de bibliotheekdienst.

Resultaten eindtoets

Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Algemene uitgangspunten:

We gebruiken de schoolanalyse voor de toets series:
CITO DMT, CITO Spelling, CITO Begrijpend Lezen, en CITO Rekenen en Wiskunde.
Met behulp van een halfjaarlijkse zelfevaluatie willen we ontdekken welke kwaliteit we als school realiseren: Wat doen we goed en wat doen we minder goed?  Dit met het oog op het verbeteren, vasthouden (borgen) en verantwoorden van de kwaliteit. Met die analyse kunnen we goed bepalen waar de hiaten liggen en samen bekijken wat we eraan kunnen en moeten doen. En hoe we dit samen kunnen oplossen en vasthouden.

De rapportage (managementrapportage opbrengsten) is een analyse, van waaruit we gaan werken om te komen tot per vakgebied gestelde doelen.

Werkwijze:

  • Twee keer per jaar, in januari en juni, vindt een schoolanalyse, managementrapportage (marap opbrengsten) genaamd plaats.
  • De IB-er verzamelt vanuit ParnasSys de overzichten en scant de waarneembare trends (horizontaal, verticaal en diagonaal).
  • De IB-er inventariseert de analyses en interventies van de leerkrachten.
  • De leerkracht bekijkt en bespreekt met behulp van collega’s (waaronder de IB-er) hoe we de gestelde doelstellingen kunnen bereiken. Dit kan door de methoden goed door te nemen, wat zijn de doelen voor de komende periode.
  • In het groepsplan wordt de aanpak beschreven.
  • De IB-er is verantwoordelijk voor het opstellen van de Marap, de directeur is mede eindverantwoordelijk voor de rapportage en de verantwoording naar het bevoegd gezag.

Vergaderstructuur over de resultaten

Inhoudelijke teamvergadering
Twee keer in het schooljaar worden de uitkomsten van de genoemde marap besproken in de teamvergadering. Het team bekijkt dan samen de schoolresultaten en kan meedenken en praten over de analyses en aanbevelingen.

Groepsbespreking
Vier keer per jaar vindt een groepsbespreking plaats met de teamleden. Tijdens deze bespreking is er ruimte voor het bespreken van het pedagogisch klimaat, het leerstofaanbod, de zorgkinderen met handelingsplannen en de CITO uitslagen. Al deze gegevens worden ingevuld op het formulier voor de groepsbespreking. 

Deze gegevens worden minimaal een week voorafgaand aan de bespreking ingeleverd bij de intern begeleider.

Leerlingbespreking
Naar aanleiding van de conclusies wordt bepaald of een leerling in een leerlingenbespreking aan de orde moet komen. Dit is een bespreking over een bepaalde groep met de betreffende bouw (onder-, midden- of bovenbouw). Een van de leerkrachten maakt van deze bijeenkomsten een verslag en voegt dit toe aan het leerling-dossier. De data voor deze besprekingen worden aan het begin van het schooljaar vastgelegd in de jaarkalender.

Individuele leerlingbespreking
Vanuit de groepsbespreking  en/of leerlingbespreking wordt aangegeven welke leerlingen in aanmerking komen voor een individueel traject en aanmelding bij POO (Passend Onderwijs Opsterland). Daarop volgen dan gesprekken in het zgn. ondersteuningsteam (gesprek met school, ouders en deskundigen).

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

In groep 8 krijgt elke leerling een persoonlijk advies voor het voortgezet onderwijs. Het advies is voor het onderwijssoort dat past bij het niveau van de leerling. Leerprestaties, aanleg en ontwikkeling op de basisschool spelen hierbij een rol. Leerlingen krijgen eerst het voorlopige schooladvies en daarna volgt een toets. Heeft de leerling een hogere toetsuitslag dan het gegeven schooladvies? Dan stelt de school het advies bij, tenzij het in het belang is van de leerling om dit niet te doen.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Als een kind zich veilig voelt, zal het zich kunnen ontwikkelen. Duidelijkheid, structuur en rust bevorderen een veilige sfeer.  Regels zijn hierbij ondersteunend en leidend. Waar we elke  dag mee te maken hebben is het klimaat in de klas. Wij proberen een sfeer te scheppen, waarin de kinderen zich prettig en geborgen voelen. En dat ze met plezier naar school toe gaan. 

De kernwaarden waar wij ons op richten zijn:
Zelfvertrouwen.
Bevorderen van het zelfvertrouwen en de sociale weerbaarheid (zelfbeeld, zelfbewuste houding).

Gevoelens, wensen en opvattingen.
Leren omgaan met gevoelens, wensen en opvattingen van jezelf en anderen (positieve en negatieve gevoelens, rol neming en rolgedrag, vooroordelen en discriminatie).

Sociale vaardigheden en relaties.
Ontwikkelen van sociale vaardigheden (samenwerken, omgaan met conflicten) en relaties (vriendschap, verliefdheid, liefde)
Als christelijke school maken we op grond van onze identiteit duidelijke keuzes die het klimaat van geborgenheid en ‘je veilig voelen’ waarborgen. 

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Zelfvertrouwen
  • Gevoel, wensen en opvattingen
  • Soc. vaardigheden en relaties

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven