Welk anti-pestprogramma wordt gebruikt?
Op Klinkers gebruiken we de Kanjermethode. De kanjertraining gaat er vanuit dat een goede opvoeding zich richt op fundamentele menselijke waarden. In de Kanjertraining wordt gebruik gemaakt van vier gedragstypen:
- De Kanjer (witte pet), rustig, zelfverzekerd, in balans;
- De Vlerk (zwarte pet), te krachtig en daardoor grensoverschrijdend en brutaal;
- De Aap (rode pet), clownesk en onverschillig gedrag;
- Het Konijn (gele pet), te voorzichtig en bang.
De Kanjertraining sluit aan op het positieve verlangen om het goed te doen. De witte pet is feitelijk de invulling van het verlangen van de gele, rode en zwarte pet, maar dan op een positieve manier. De gele, rode en zwarte pet vullen het verlangen op een negatieve manier in. De Kanjertraining gaat uit van de volgende afspraken:
- We vertrouwen elkaar;
- We helpen elkaar;
- We werken samen;
- We hebben plezier;
- We doen mee.
Op school besteden wij dagelijks binnen de groep aandacht aan de afspraken die binnen de Kanjertraining gelden. Dat gebeurt zowel individueel als in groepsverband. Ook vinden wij het belangrijk dat ouders rekening houden met de Kanjergedachte.
Het is belangrijk een kind onvoorwaardelijk te aanvaarden zoals hij of zij is. Dit houdt niet in dat een kind grensoverschrijdend gedrag mag vertonen. Op Klinkers vinden wij de dialoog met kinderen van groot belang. De meeste gedragingen zijn goed te reguleren en oplosbaar door middel van het gesprek. We spreken het kind altijd aan op zijn gedrag en niet op wie hij/zij is.
In de omgang met elkaar gelden de regels van het goed fatsoen die in feite iedereen als vanzelfsprekend ervaart. Toch kiezen wij ervoor om allerlei regels en afspraken vast te leggen. Zonder het spontane karakter van menselijke interactie geweld aan te willen doen, is het belangrijk om duidelijk aan te geven wat gewenst en niet-gewenst is. Dit maakt het mogelijk om elkaar aan te spreken op naleving van gezamenlijk vastgestelde regels en voor u, als ouders van onze leerlingen, is het helder hoe wij binnen de school omgaan met de aan onze zorg toevertrouwde leerlingen.
Het gedragsprotocol geeft ons handvatten om zowel preventief als tijdig curatieve maatregelen te nemen bij grensoverschrijdend gedrag. Dit gedragsprotocol is tot stand gekomen vanuit de werkgroep gedrag in samenwerking met het hele team. In dit protocol staan gedragingen beschreven. Deze gedragingen zijn ingedeeld in 4 verschillende fasen. Per fase staat in het protocol beschreven welke maatregelingen en handelingen wij inzetten.
- Fase 0: de leerling gedraagt zich volgens de kanjerafspraken;
- Fase 1: de leerling laat onwenselijk gedrag zien maar past dat gedrag aan nadat het hier door een medeleerling of leerkracht op aangesproken is;
- Fase 2: de leerling laat onwenselijk gedrag zien en is niet in staat dit gedrag te reguleren;
- Fase 3: de leerling laat ernstig grensoverschrijdend gedrag zien waarbij de veiligheid en het veilig voelen van anderen of zichzelf in het geding is.
Het doel van dit protocol is een houvast voor de leerkracht om van hieruit leerlingen (terug) te kunnen begeleiden, begrenzen en beschermen.
Wilt u het protocol inzien dan kunt u terecht bij een van onze intern begeleiders.