Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Methodegebonden toetsen / Niet-methodegebonden toetsen
Methodegebonden toetsen laten zien of de leerling de aangeboden leerstof beheerst.
Op twee momenten in het schooljaar nemen wij Cito toetsen af (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling). Deze toetsen geven de resultaten weer in vaardigheidsscores en niveaus. De vaardigheidsscores laten de (mogelijke) groei van de leerling ten opzichte van zichzelf zien. De niveaus geven aan waar de leerling staat in vergelijking met leeftijdsgenoten en het landelijke gemiddelde. Dit toetsen worden geanalyseerd door de leerkrachten en met de KC'er besproken, waarna interventies worden ingezet op klasniveau of leerlingniveau.
Eindtoets is nu de doorstroomtoets
Sinds afgelopen schooljaar is de Eindtoets in groep 8 een ‘doorstroomtoets’ geworden, deze naam past beter bij de positie van de toets. De toets geeft niet het einde van de ontwikkeling van een leerling weer, maar vormt een onderdeel in de doorstroom van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Ook in het voortgezet onderwijs blijven leerlingen zich immers ontwikkelen. Alle leerlingen uit groep 8 nemen deel aan de doorstroomtoets met uitzondering van de zeer moeilijk lerende leerlingen, de meervoudig gehandicapte leerlingen en leerlingen die korter dan vier jaren in Nederland verblijven en de Nederlandse taal niet voldoende beheersen.
De stappen:
- Uw kind ontvangt in januari het schooladvies.
- Uw kind maakt in de eerste twee weken van februari de doorstroomtoets.
- Midden?maart ontvangen wij de uitslag van de doorstroomtoets.
- U en uw kind ontvangen uiterlijk eind maart van ons het definitieve schooladvies.
- Eind maart melden alle leerlingen zich tegelijk, met hun definitieve advies, aan op de middelbare school.
Heeft uw kind de doorstroomtoets beter gemaakt dan stellen we het schooladvies naar boven bij. Alleen als het in het belang van de leerling is, kan de school besluiten het advies niet te wijzigen.
Hoe komt het schooladvies van uw kind tot stand?
Het schooladvies wordt opgesteld door de leerkrachten groep 8, leerkrachten groep 6, 7, de KC-ers en de directeur. Samen kijken wij naar de ontwikkeling van uw kind op sociaal emotioneel gebied, resultaten-groei en werkhouding. We formuleren het schooladvies waarvan wij denken dat dit het beste bij uw kind past.
Overstap
Alle informatie over de leerling wordt verzameld in een overdrachtdossier waarvan ouders een kopie krijgen. Nadat de leerlingen geplaatst zijn op hun voortgezet onderwijsschool, wordt dit dossier met de school van hun keuze gedeeld.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Op JL Driecant zorgen we allemaal voor elkaar. Of je nu kind, ouder, vrijwilliger of leerkracht bent, je hoort erbij en je doet ertoe. Ons klimaat op school is open en betrokken. Sociale competenties dragen bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap. Onze leerlingen leren ‘voelen- denken- doen, dat doen zij met hun hart, hoofd en handen’.
- Hart: vertrouwen en verscheidenheid zijn vanzelfsprekend (wereldburgerschap)
- Hoofd: zelfstandigheid en zelf denken, betrokkenheid bij hun eigen leerproces, waarbij ze het maximale uit zichzelf halen (persoonsvorming)
- Handen: samenwerken en handelen op cognitief, sociaal en creatief vlak (socialisatie)
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.