Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
De ontwikkeling van onze leerlingen wordt vanaf groep 3 in kaart gebracht d.m.v. de methodetoetsen en de IEP-toetsen.
De IEP-toetsen vinden 2 x per jaar plaats, in januari en in juni.
Leerkrachten analyseren en interpreteren in november en april de verzamelde gegevens van de methode toetsen om zicht te krijgen op de opbrengsten van hun onderwijs, de effecten van hun onderwijsaanbod en de onderwijsbehoeften van hun leerlingen. In januari en juni staan naast de methode toetsen ook de toetsen van het IEP leerlingvolgsysteem centraal. De analyse wordt beknopt in steekwoorden genoteerd in het groepsplan. Dit plan wordt 4 keer per jaar geëvalueerd en bijgesteld.
De analyses worden besproken tijdens groepsbesprekingen, die plaatsvinden in de maanden november, januari, april en juni.
Bij de groepsbespreking zijn de leerkrachten en IB-er aanwezig. In februari en juni schuift de directeur ook aan.
In de groepsbespreking wordt het besluit genomen of een leerling in de leerlingenbespreking wordt ingebracht. Redenen om een leerling te bespreken zijn:
1. De leerling profiteert onvoldoende van de specifieke aanpak in het groepsplan.
2. De specifieke onderwijsbehoeften van de leerling blijven onduidelijk.
3. Er zijn aanwijzingen of vermoedens van kind kenmerken.Zelfevaluatie.
Na afloop van de tweede groepsbespreking (januari) bespreken en analyseren de directeur en IB-er schoolbreed de ontwikkelingen a.d.h.v. de IEP-toetsen. Daarna wordt bepaald welke vervolgstappen / interventies er genomen moeten worden om de kwaliteit te waarborgen. Deze interventies kan men terugzien in het jaarplan.Aan het eind van het schooljaar worden de groepsplannen afgesloten en draagt de leerkracht de groep over aan de nieuwe leerkracht m.b.v. het overdrachtsformulier. Binnen vier weken na de start van het nieuwe schooljaar stelt de leerkracht een groepsplan op. (groep 3 t/m 8)
Wanneer een leerling onder de laagste ontwikkelscore van IEP scoort, wordt tijdens de leerlingbespreking bepaald welke aanpak school kan bieden. Bij dit proces worden de ouders meegenomen.Leerlingen die boven de hoogste ontwikkelscore van IEP scoren, bieden we extra uitdaging aan. In eerste instantie in de pluslijn van de methode. School beschikt ook over levelwerk, speciaal voor onze meerbegaafde leerlingen. Ook kan een leerling een dag per week het Comprix-college bezoeken.
Na de IEP-toets in juni gaat school een advies uitbrengen aan de leerlingen van groep 7. Dit gebeurt tijdens het eindgesprek met ouders en leerling.
Hierbij spelen ook de leer-voorwaardelijke aspecten een rol, zoals werkhouding, doorzettingsvermogen en zelfredzaamheid.
In groep 8 wordt in oktober de middentoets groep 8 afgenomen, zodat eventuele hiaten nog naar voren kunnen komen en interventies opgezet kunnen worden.
In februari maken de leerlingen van groep 8 de doorstroomtoets.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Wij vinden het heel belangrijk dat kinderen zich thuis voelen bij ons op school. Dat ze mogen zijn wie ze zijn, dat ze weten dat ze erbij horen en dat ze gewaardeerd worden. Elke leerling wordt elke dag gehoord en gezien.
We kiezen voor een positieve benadering. Afspraken over omgaan met elkaar zijn vastgelegd in schoolregels en klassenregels. We proberen zoveel mogelijk in te gaan op de individuele (onderwijs) behoeften van de kinderen. Ieder kind maakt deel uit van een groep.Aan het sociaal pedagogisch klimaat besteden we veel aandacht. De Opstekker streeft er naar een veilige omgeving voor iedereen te bewerkstelligen. Bij de aanvang van een nieuw schooljaar is in de eerste zes weken specifieke aandacht voor het welbevinden van de leerlingen en de groep. Dit noemen wij de ‘Gouden weken’.
Op De Opstekker wordt in een goede sfeer geprobeerd elke leerling maximaal te laten presteren. Naast leerprestaties vinden wij creativiteit en beweging voor de totale ontwikkeling van elk kind belangrijk.
Vier keer per jaar komt de leerlingenraad bijeen. Vanaf groep 4 is er 1 leerling gekozen om de klas te vertegenwoordigen in de leerlingenraad. Voorafgaande van de leerlingenraad wordt er een klassenvergadering ingepland.
Tijdens de Gouden weken worden verkiezingen uitgeschreven voor de leerlingenraad. een lid van de leerlingenraad mag 1 x herkozen worden.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.