Welk anti-pestprogramma wordt gebruikt?
Op onze basisschool gebruiken we geen pestprotocol. We hebben het 'Handboek Sociale Veiligheid'. Dit wordt jaarlijks geëvalueerd en indien nodig bijgewerkt.
Het is belangrijk dat de school een goed voorbeeld naar de kinderen uitstraalt. Daarmee wordt bedoeld dat de professionals binnen de school voorbeeldgedrag laten zien. De leerkrachten proberen een veilige en positieve situatie te realiseren waarin eenieder zich prettig voelt.
Aan de hand van de drie pijlers voor het creëren van verantwoordelijkheid: 'zorg voor jezelf', 'zorg voor elkaar' en 'zorg voor je omgeving', worden voorbeelden uit de dagelijkse praktijk in de klassensituatie besproken.
In elke groep wordt aan het begin van het schooljaar ingezet op het creëren van een positieve groepssfeer aan de hand van de aanpak volgens 'Grip op de groep' (van Engelen). Om deze positieve groepssfeer te behouden, wordt er na iedere vakantie opnieuw aandacht besteed aan de verschillende fases. Tijdens het doorlopen van deze fases worden er, door de groep als geheel, afspraken gemaakt, waar alle betrokken leerlingen en leerkrachten zich aan kunnen conformeren. Deze afspraken worden op een positieve manier geformuleerd en gepresenteerd. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat kinderen zich daadwerkelijk medeverantwoordelijk voelen voor de positieve sfeer in de groep. Deze afspraken worden dagelijks teruggepakt. Tijdens het doorlopen van dit proces, maar ook tijdens de verdere projecten gedurende het schooljaar, wordt er een link gelegd met de deugden binnen ons onderwijsconcept ´Jeelo´.
Jeelo is een onderwijsconcept waarin schoolbreed twaalf projecten worden aangeboden die gaan over maatschappelijk relevante onderwerpen. Hieraan zijn sociale vaardigheden gekoppeld die de ‘deugden’ worden genoemd. In elk project staan een aantal deugden centraal waar in iedere groep aandacht aan wordt besteed. Dit is een doorgaande lijn die binnen de school. De door de groep gevormde klassenregels en de deugden die op dat moment centraal staan worden op verschillende manieren concreet aangeboden. In groep 1, 2 en 3 gebeurt dit tijdens de kringmomenten, vanaf groep 4 wordt twee keer per week een klassenvergadering ingepland. Naast het bespreken van de deugden die op dat moment centraal staan, wordt er in de kring/klassenvergadering ook aandacht geschonken aan actuele maatschappelijke onderwerpen. De insteek is om de inhoud van de kring/klassenvergaderingen preventief in te zetten. Mocht er zich echter een situatie voordoen in een specifieke groep, die op dat moment de directe aandacht vraagt, kan ervoor gekozen worden om hier tijdens de kring/klassenvergadering invulling aan te geven. Naast de groepsgesprekken worden er ook individuele kindgesprekken gevoerd. Het doel van deze gesprekken is het in kaart brengen van het welbevinden van de kinderen. In groep 1 en 2 voeren de leerkrachten deze gesprekken gedurende de dagelijkse gang van zaken. Deze gesprekken vinden plaats tijdens de werklessen of het buitenspelen. Vanaf groep 3 wordt aan de start van het jaar structureel een gesprek gepland.
Daarnaast vinden er gedurende het schooljaar op verschillende momenten gesprekken met de kinderen plaats. Dit kunnen ingeplande gesprekken zijn, bijvoorbeeld n.a.v. een ingevulde vragenlijst over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind of n.a.v. een incident. Ook kunnen het spontane gesprekken zijn om in kaart te brengen hoe het met een kind gaat. Ook voeren wij portfolio gesprekken met kinderen.
Als school vinden wij het belangrijk om dezelfde taal te spreken. Zo zijn er in alle groepen dezelfde afspraken voor bijvoorbeeld het geluidsvolume tijdens de les (verwerking) en zijn in elke groep de drie pijlers en de deugdenkaarten zichtbaar. Dit biedt voor leerkrachten, kinderen, maar ook voor de ouders duidelijkheid. Ook hanteren we dezelfde, eenduidige grenzen. Zo weten leerlingen waar ze aan toe zijn en wanneer ze voor welk gedrag een consequentie kunnen verwachten. Deze grenzen worden verder toegelicht in het volgende hoofdstuk over ongewenst gedrag. Conflicten worden opgelost door het gesprek aan te gaan met de leerling. Leerlingen leren om samen tot een oplossing te komen. Hiervoor wordt het OEPS-model gebruikt.
Het oeps-model is een manier om effectief feedback te geven. Het model bestaat uit vier stappen, waarvan de eerste vier letters samen het woord OEPS vormen; O(bservatie), E(ffect), P(auze) en S(uggesties). Het model wordt in de onderbouw inzichtelijk gemaakt en ondersteund door middel van een stappenplan met plaatjes. In de bovenbouw wordt het vooral toegepast als techniek om stapsgewijs een feedbackboodschap te formuleren. Hiervoor zijn communicatieve vaardigheden nodig, zoals bv het geven van kritiek of het geven van een compliment. Het op een goede manier aanpakken van deze vaardigheden wordt behandeld in Jeelo.
In ons volgsysteem ParnasSys houden wij ook een incidentregistratie bij mocht dit nodig zijn.