Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
In leerjaar 8 doen alle leerlingen mee aan de Centrale Eindtoets.
Resultaten referentieniveaus:
We scoren op alle vakgebieden boven de signaleringswaarde (de gestelde ondergrens van de inspectie) voor zowel het fundamenteel- als het streefniveau. Op dit moment zijn de resultaten wel onder het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen. Het komend schooljaar staan oa. in het teken van het versterken van didactische vaardigheden op het rekenonderwijs en visievorming op het leesonderwijs, met als verwachting dat dit een positieve invloed zal hebben op de resultataen
De eindtoets is gemaakt door 18 van de 18 kinderen, waarvan van 1 leerling ontheffing is gekregen. Dat betekent dat de score van deze leerling niet is meegenomen in de gemiddelde schoolscore. De schoolscore is 533,4, het landelijk gemiddelde is 534.8. De definitieve adviezen komen grotendeels overeen met de cito uitslag. Er zijn geen kinderen die lager hebben gescoord en 2 kinderen hebben een hogere score behaald dan het schooladvies. Van 2 kinderen hebben wij het schooladvies heroverwogen en is het advies naar boven is bijgesteld. De adviezen komen dus grotendeels overeen met de cito uitslag. Ook de adviezen vanuit groep 7 komen voor het grootste gedeelte overeen met de adviezen die in groep 8 gegeven worden.
Let op: Voor de beoordeling van schooljaren 2021/2022 en 2022/2023 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Twee keer per jaar wordt de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het Cito-leerlingvolgsysteem gemeten. De resultaten worden ingevoerd in het LVS ParnasSys
Ouders ontvangen een rapport waar ook deze toetsresultaten zijn opgenomen en dit wordt met ouders besproken tijdens de voortgangsgesprekken.
Op onze school werken we opbrengstgericht. Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore van de Cito-toetsen. Per leerjaar en Cito-toets hebben we een ambitie- en streefdoel vastgesteld.
Bij de bespreking van de groep (leerjaar) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de gestelde norm. Naar aanleiding hiervan worden er door de IB-er en de leerkracht inventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn:
- Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren)
- Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen
- Meer automatiseren
- Methode-aanbod op-plussen
- Differentiatie aanpassen
Er worden klassenconsultaties uitgevoerd om de interventies te volgen.
De leerlingen worden vanaf eind groep 6 betrokken bij de gesprekken over de voortgang en nemen deel aan het gesprek over de onderwijsbehoeften die zij hebben om hun leerdoel te bereiken. Deze gesprekken vinden 4x per jaar plaats (afstemmingsgesprek (sept), voortgangsgesprek (nov en febr) en eindgesprek (jun)
In het eindgesprek van groep 7 wordt er een vooruitblik gegeven voor het VO. De leerkracht van groep 8 is ook bij dit gesprek aanwezig
In groep 8 zijn er 2 gesprekken. Tijdens deze gesprekken wordt er gekeken hoe het staat met de voortgang van de leerdoelen en wordt er in november een voorlopig advies gegeven. Aan de hand hiervan worden de leerdoelen eventueel bijgesteld. Tijdens het tweede gesprek, voor 15 maart, wordt er een definitief advies gegeven.
Op De Achtbaan werken we vanuit de principes en het programma van ’De Vreedzame School’.
Zoals al eerder beschreven beschouwt ‘De Vreedzame School’ de klas en de school als een leefgemeenschap waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen en waarin kinderen leren wat het betekent om een ‘democratisch burger’ te zijn. Concrete voorbeelden hiervan zijn: het open staan voor en kunnen overbruggen van verschillen tussen mensen, een bijdrage leveren aan het algemeen belang en actief verantwoordelijk willen zijn voor de gemeenschap. Daarmee ervaren kinderen dat het uitmaakt dat ze er zijn, dat ze ‘ertoe doen’.
Op het niveau van de leerlingen streeft het programma ernaar om kinderen te leren:
- op een democratische manier met elkaar beslissingen te nemen.
- constructief conflicten op te lossen.
- verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en voor de gemeenschap.
- een open houding aan te nemen tegenover verschillen tussen mensen.
- volgens welke principes onze democratische samenleving is ingericht en de sociale, emotionele en communicatieve vaardigheden die nodig zijn voor bovenstaande doelen.
Op het niveau van de school realiseert het programma een positief sociaal en moreel klimaat, waarin:
- iedereen op een positieve manier met elkaar omgaat.
- de eigen kracht van kinderen benut wordt.
- leerkrachten en leerlingen zich veilig voelen en prettig werken.
- handelingsverlegenheid bij leerkrachten voorkomen wordt.
Het hart van De Vreedzame School wordt gevormd door het basiscurriculum. Deze lessenserie bestaat uit een wekelijkse les of activiteit in alle groepen van 30-45 minuten. Er zijn 38 lessen verdeeld over zes blokken te weten:
- We horen bij elkaar – groepsvorming en een positief sociaal klimaat
- We lossen conflicten zelf op - conflicthantering
- We hebben oor voor elkaar – communicatie
- We hebben hart voor elkaar – gevoelens
- We dragen allemaal een steentje bij – verantwoordelijkheid
- We zijn allemaal anders – diversiteit.
De school voldoet hiermee aan de eisen van de Inspectie op het terrein van sociale competentie, actief burgerschap en sociale integratie.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.