Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Aanbod taal en rekenen groep 1 -2: Kijk observatie, Beredeneerd aanbod, Kleuteruniversiteit en Pluspunt. Na binnenkomst kiezen de kinderen iets uit de kast, bijvoorbeeld een puzzel of een spel, of ze gaan tekenen. Dan gaat de bel in de klas en de ouders nemen snel afscheid. Er wordt opgeruimd en de kinderen gaan in de kring zitten.
In de kring leren de kinderen naar elkaar luisteren. Ze moeten ook leren met elkaar te praten en elkaar vragen te stellen. Er wordt besproken welke dag het die dag is en wat er allemaal op het programma staat.
Na de kring gaan de kinderen aan het werk. Via een digikeuzebord kiezen de leerlingen zelfstandig een taak. Zij voeren die uit en geven dit aan op het bord.
Er wordt geverfd, geknutseld, getekend, in de hoeken gespeeld en/of aan de computer/ipad gewerkt. Door middel van een roulatiesysteem, bijgehouden door de juf, komen allerlei onderwerpen aan bod. Er worden liedjes aangeleerd die, meestal, bij het werkthema horen, c.d’s beluisterd, zelf muziek gemaakt.
Bij het onderwijs aan groep 1 ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt vooral door spelen. Dit gaat door in groep 2, maar hier heeft de leerkracht een meer sturende rol. De meeste vakken komen in samenhang aan de orde aan de hand van een bepaald thema (bijv. de bakker, voorjaar, feesten). Er wordt kennis gemaakt met verschillende leer- en vormingsgebieden.
In de klas is dit als volgt merkbaar: wie speelt in de poppenhoek, is ook bezig met taalontwikkeling; wie speelt met het lottospel, leert ook getallen of kleuren en wie op een vel de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven (fijne motoriek).
Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit heel belangrijk is als basis voor het leesonderwijs.
Woordenschatontwikkeling wordt gestimuleerd door gesprekjes, voorleesboeken, vertellen en prentenboeken voorlezen. Ook het interactief voorlezen, dat de kinderen op de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf krijgen wordt in de kleuterklas voortgezet.
Er wordt gebruik gemaakt van de methode “Kleuteruniversiteit”. Ook wordt gewerkt met het digikeuzebord.
De ontwikkeling van het rekenen gaat spelenderwijs. We werken met de methode “Pluspunt”. Met diverse spelmaterialen zijn de kinderen bezig met tellen, meten, wegen, groeperen en vergelijken. In groep 2 wordt er gewerkt aan onderdelen van taal en rekenen ter voorbereiding van het leren lezen, rekenen en schrijven. De schrijfmethode “Pennenstreken” heeft ook voor de jonge kinderen allerlei voorbereidende oefeningen.
Digitale aanbod verweven in de activiteiten gedurende de dag: De kinderen in groep 1 - 2 kijken wekelijks via het digibord naar programma’s die een educatieve toevoeging zijn op het thema waarmee op dat moment aan wordt gewerkt.
De leerlingen maken gebruik van het digikeuze bord, Zoem en de letterfilmpjes, we zetten het bord in voor het visualiseren van de woordenschat bijvoorbeeld, ook prentenboeken en de digibord software van Pennenstreken. Ook gebruiken we het bord voor het bewegend leren.