C.N.B.S. De Wegwijzer

Lage Landweg 2 7777 RN Schuinesloot

  • Plattegrond
  • buitenruimte
  • hal
  • kleuterplein
  • Voorkant school

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

De eindopbrengsten gemeten met de Cito Eindtoets Basisonderwijs liggen op het te verwachten niveau gelet op de samenstelling van de leerlingenpopulatie.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

In het onderwijs op “De Wegwijzer” staat het kind centraal, denken we in kansen en zoeken we naar talenten. Om de leerling goed te kunnen begeleiden, volgen we zijn/haar ontwikkeling op diverse gebieden. Dit wordt bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Door dagelijks met een kind te werken, krijgt de leerkracht een goed beeld van zijn functioneren. Daarnaast is toetsing belangrijk: mede hierdoor kunnen problemen worden opgespoord en kan een objectieve beoordeling worden gemaakt. Op onze school hanteren we verschillende soorten toetsen, allemaal gericht op het zo goed en efficiënt mogelijk begeleiden en volgen van uw kind.

Bij de kleuters werken we volgens het ontwikkelingsvolgsysteem "Dorr" .

  • Dagelijks: omdat kinderen elke dag anders zijn;
  • Observeren: om de ontwikkeling van kinderen te volgen;
  • Registreren: om van hieruit aan te kunnen sluiten met een nieuw onderwijsaanbod dat afgestemd is op de ontwikkeling van het individuele kind (gepersonaliseerd);
  • Rapporteren: om ouders op de hoogte te kunnen houden van de ontwikkeling van hun kind.

Dorr is een observatiepakket dat ons leerkrachten, vanuit een beredeneerd aanbod van 48 leerlijnen, meer structuur geeft bij het plannen van activiteiten en daarbij kinderen laat observeren in vrije onderwijssituaties. Het onderwijsaanbod is verdeeld in 6 niveaus. Het aanbod en de observaties richt zich op een bepaald onderdeel van de leerlijn; dat sluit echter niet uit dat in deze periode ook andere onderdelen uit de leerlijn kunnen worden aangeboden. De observatiegegevens worden in kaart gebracht en laten zo een goed beeld zien van het ontwikkelingsverloop van een leerling. De gegevens van alle leerlingen worden in een groepsprofiel gezet. Aan de hand van de gegevens worden nieuwe activiteiten aangeboden in de groep en aan individuele leerlingen. Essentieel voor Dorr is dat goed kijken naar de ontwikkeling van kinderen de basis is voor de inhoud en organisatie van het onderwijs. Dorr is een compleet programma en inclusief de observatie voor motoriek en sociale veiligheidsbeleving.

Voor groep 3 t/m 8 gebruiken we het leerlingvolgsysteem van CITO en de methode gebonden toetsen om de leerlingen te volgen en de tussenresultaten op te maken. N.a.v.de toetsuitslagen (Cito en methodegebonden toetsen) wordt indien nodig extra hulp geboden of een (groeps)handelingsplan opgesteld. Aan de hand van observaties worden er in Parnassys korte aantekeningen gemaakt om zicht te houden op de vorderingen van de kinderen, op cognitief gebied, motorisch gebied en sociaal-emotioneel gebied. Relevante informatie over de leerlingen wordt vermeld in Parnassys. Hier zijn ook de uitslagen van de Cito-toetsen en de methodetoetsen te vinden. Wanneer wij voldoende ervaring hebben met dit programma en Parnassys voldoende gevuld is, krijgt u van ons een inlogcode om de resultaten van uw kinderen te bekijken en te volgen. Ook ziet u welke stappen we ondernemen om uw kinderen zo goed mogelijk te begeleiden.

Hoe wordt er nog meer getoetst in de groepen 1 tot en met 8?       

  • De “als – het – nodig – is” – toetsen. Deze toetsen bieden we een kind aan, als we merken, dat er zich problemen voordoen. Zo kunnen we in de kleutergroepen dus via Dorr nagaan of de ontwikkeling van een kind inderdaad niet zo soepel verloopt, als dat we graag hadden gewild. Soms wordt hierbij de hulp van externe diensten gevraagd. In de andere groepen worden de methode gebonden toetsen en de Cito-toetsen ook gebruikt om door te toetsen en terug te toetsen;       
  • De methode gebonden toetsen. Met deze toetsen wordt er onderzocht of de stof/de hoofdstukken die in een bepaalde periode aangeboden is/zijn, ook daadwerkelijk aangekomen is bij de leerling. Na onderzoek kan de leerkracht de leerling réteaching geven of bij de volgende instructie préteaching aanbieden. Daarna kan de leerkracht "herhalings" opdrachten aanbieden of bij de leerlingen waar gebleken is dat ze het heel goed doen verrijkingsopdrachten geven;       
  • Met de toetsen van het zgn. “Leerlingvolgsysteem CITO". Deze worden gebruikt van groep 3 t/m groep 8. Alle kinderen worden gevolgd met speciaal voor dit doeleinde gemaakte, methode onafhankelijke landelijk geijkte toetsen (Cito). Met deze toetsen stellen we voor vakken, zoals lezen, spellen, begrijpend lezen, wereldoriëntatie  en rekenen, twee keer per jaar vast, hoe de vorderingen van het kind zijn. We krijgen daardoor een helder beeld van hoe het met zijn/haar individuele vorderingen gaat maar ook hoe het klassengemiddelde is en natuurlijk hoe we ten opzichte van het landelijk gemiddelde staan. Wanneer we merken dat er problemen zijn, krijgt het kind of de groep –na eventueel nader onderzoek en analyses – gericht hulp. (Toetsrooster zie bijlage);          
  • In de eerste twee weken van februari wordt de doorstroomtoets (leesvaardigheid, taalverzorging, rekenen) van CITO voor groep 8 afgenomen. Dit is landelijk zo geregeld, want de leerlingen moeten zich vervolgens eind maart aanmelden bij het VO. Zo maakt elke leerling evenveel kans op een plekje bij de school van hun voorkeur. De NIO toets (intelligentietoets) wordt in december of januari afgenomen om nog een beter beeld te krijgen van de leerling;
  • (Dyslexie/leesproblemenprotocol het hele jaar door voor alle groepen en de Sidi-signaleringslijst hoogbegaafdheid voor alle groepen 2 keer per jaar;
  • In november wordt de NSCCT afgenomen in groep 4 en 6.

Onze doelen/beleid n.a.v. de tussenopbrengsten

Naar aanleiding van de tussenresultaten Cito wordt er nog steeds extra ingezet op rekenen en taal en daarbij contact gezocht met een externe instantie. We werken nu met Snappet, een methode waarin differentiatie door middel van gepersonaliseerd leren duidelijk naar voren komt en wij het adaptief leren kunnen uitdragen. Wij kunnen ieder kind met deze methode nog beter op eigen niveau begeleiden. Door deze methode hebben we ieder kind heel duidelijk in beeld, kunnen we nog beter analyseren en onderzoeken waar het soms mis gaat om vervolgens het kind op een juiste manier te kunnen gaan helpen. In groep 3 gebruiken we de methode "Lijn 3" voor voorbereidend en technisch lezen. Deze methode biedt veel mogelijkheden om te differentiëren. Het gebruik van de software voor computer, i-pad en digibord biedt vele mogelijkheden. Naast aandacht voor de kinderen die moeite hebben met de materie, proberen we ook die kinderen die het allemaal makkelijk aankunnen, aandacht en uitdaging te geven door het compacten en verrijken van de lesstof en te helpen bij onderzoeksmatig werken. (zie ook Snappet). Bij de kleuters komt dat tot uiting in de moeilijke kast en bij de inloop worden materialen klaargezet die passen bij de zone van de naaste ontwikkeling voor het individuele kind. De aanschaf van de Pittige Plus Torens heeft er voor gezorgd dat het aanbod voor de meer- en hoogbegaafden nog groter is geworden. Er is een leerkracht vrijgeroosterd om deze leerlingen 1 dag te begeleiden. Een aantal hoogbegaafde leerlingen kunnen aangemeld worden bij Manifesto, dit is een speciale klas binnen het samenwerkingsverband waar leerlingen één morgen in de week les krijgen op niveau met ontwikkelingsgelijken. Deze groep heeft les op woensdagmorgen bij ons op school en wordt geselecteerd door een team van leerkrachten en orthopedagogen van het samenwerkingsverband.

Onderzoek en analyse na het toetsen

De ib-er en de directeur doen onderzoek naar- en analyseren de resultaten van de Citotoetsen. De methodegebonden toetsen en andere gegevens zoals vragenlijsten, nscct en Kanvas worden hierbij ook meegenomen. Daarna heeft de ib-er een gesprek met iedere leerkracht. Om een goed beeld te krijgen van het klassenmanagement en het didactisch handelen, bezoeken ib-er en directeur de groepen. Zij werken de gegevens van de resultaten verder uit voor en met de teamleden in de personeelsvergadering en/of leerkrachtengesprek en oudergesprek. Daarna worden de groepsplannen, individuele plannen en OPP'S opgesteld/bijgesteld en geëvalueerd.

In het schooljaar 2023-2024 gaan we het portfolioleren langzaam invoeren (bij het lezen werken we al op deze manier), hierdoor worden kinderen en ouders nog beter betrokken bij de persoonlijke opbrengsten en ontstaat er nog meer eigenaarschap bij leerling en ouder. Op deze manier worden ook de toetsen, onderzoeken en schoolvragenlijsten, voor veiligheid en sociaal/emotionele ontwikkeling besproken en onderzocht om daarna een beleid op de uitkomsten te maken. Tijdens de teamvergaderingen is er één keer in de twee weken een korte leerlingbespreking geagendeerd voor het evalueren/bijstellen van eventuele doelen en voor het bespreken van eventuele plotselinge incidenten/ontwikkelingen rondom een leerling.

De Wegwijzer heeft de inspanningsverplichting op zich  genomen om de IV en V scores niet onder het landelijk gemiddelde uit te laten komen.

Doel landelijk gemiddelde:                

  • score 20%               I            
  • score 20%               II            
  • score 20%               III
  • score 20%               IV            
  • score 20%               V

Onze ambitie:

N.a.v. de schoolweging bepalen we onze ambitie zowel bij de tussentoetsen(CITO, zie schoolrapportage)) als de doorstroomtoets(CITO). Onze referentieniveaus voor wat betreft de eindtoets rekenen (schoolniveau) liggen op een boven gemiddeld niveau. Dit betekent niet dat wij hier genoegen mee nemen. Wanneer we kijken naar onze leerlingpopulatie, is onze ambitie dan ook om op 100% uit te komen voor het 1F niveau en op 55% uit te komen voor het 1S niveau.

Onze referentieniveaus voor wat betreft de eindtoets lezen en taalverzorging (schoolniveau) liggen op een boven gemiddeld niveau. Wanneer we kijken naar onze leerlingpopulatie, is onze ambitie om voor lezen op 100% op 1F niveau uit te komen en op 95% op 2F niveau en voor taalverzorging 100%op 1F niveau en 85% op 2F niveau Onze tussenopbrengsten moeten uitkomen op het gemiddelde, wat beschreven staat in de tabellen van het document HCO samen sterk in leren. Wij gaan uit van normen in I-V wat past bij onze weging van 30-31 (zie ook de percentages in de schoolrapportage op onze site).

Naar aanleiding van de groepsgemiddelde vaardigheidsscores en de trendanalyse hebben we ons het volgende afgevraagd:       

  • Is het klassenmanagement in orde;       
  • Is de directe instructie in orde;
  • Hoe is het didactisch handelen in de klas;
  • Hoe is het pedagogisch handelen in de klas;       
  • Hoe is de samenstelling van de groep;       
  • Werken we met de goede methode; 
  • Zijn er externe factoren die de groei beïnvloeden;
  • Is er voldoende effectieve leertijd;                            
  • Kenmerken van de leerling populatie. 

Wat moet er veranderen? (zie ook groeps- en individuele plannen en verslag ib-er) : 

  • We zien nog steeds dat de talige en de rekengebieden extra aandacht nodig hebben;
  • Bij het lezen zien we dat het AVI niveau van lezen iets is gedaald tijdens de  Corona periode voor de groepen 5 t/m 8 (zie beleid corona);
  • De 3 minutentoets gaat om tempo. We willen het tempo verbeteren door middel van het lezen van nog meer woordrijen (veilig en vlot boekjes). Lezen met maatjes en klasoverstijgend werken en daarbij gebruik maken van een tutor. We hebben het jaar ingedeeld in leesperioden, in elke periode krijgt het lezen op een andere manier aandacht. Het technisch lezen is gepersonaliseerd  (N.A.V. nieuwe landelijke onderzoeken, vragen wij ons af hoe zinvol de DMT op dit moment nog is. We nemen daarom het racelezen op dit moment onder de loep en verdiepen ons dit jaar in een nieuwe methode voor technisch lezen). We implementeren hierbij de schoolbibliotheek en in samenwerking met de bibliotheek gaan we professionaliseren om van het lezen een plezierige bezigheid te maken en de resultaten te verhogen;
  • De groepsplannen laten zien waar we het volgend schooljaar mee bezig gaan.                                                                                                                      

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Overdracht PO-VO

Voor een goede overgang van PO naar VO is er elk jaar, twee keer een overleg tussen de basisscholen en de scholen voor voortgezet onderwijs in Dedemsvaart, Ommen en Hardenberg.  De afspraken tussen de scholen, garanderen dat er een goede afweging wordt gemaakt door de leerkracht van groep 8. Belangrijk voor onze school is dat alle kenmerken die belangrijk zijn voor het leren in beeld gebracht worden. Op basis daarvan wordt bekeken welk onderwijs het beste bij uw kind past. Voor de doorstroomtoets zullen er andere afspraken moeten worden gemaakt en gaan we uit van gelijke kansen voor iedere leerling. Hoe dit in de praktijk gaat werken, kunnen we nu nog niet met u delen. In de loop van het schooljaar komt er meer informatie van de verschillende VO-scholen in de gemeente Hardenberg. Onze ambitie voor onze leerlingen, "een eerlijke kans in het voortgezet-onderwijs!"

Waar keek de groepsleerkracht naar en waar blijven we naar kijken:      

  • De gegevens uit ons CITO-leerlingvolgsysteem die elk leerjaar tenminste twee keer worden afgenomen, dit betreft het technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling; 
  • De gegevens van de methode gebonden toetsen;    
  • De gegevens van een eventuele IQ-test(NIO). De test wordt afgenomen door de ‘schoolbegeleidingsdienst’, die daarbij ook een VO-advies afgeeft;   
  • De gegevens van de NSCCT ,  een intelligentietest die in groep 4 en 6 wordt afgenomen; 
  • De schoolvragenlijst, in deze lijst kunnen we zien hoe de leerling op sociaal/emotioneel gebied functioneert;

Over de voorlichtingsactiviteiten van de VO scholen, verwijzen we u naar de kalender en de nieuwsbrieven op onze site en PARRO.

Toelating en nazorg

Nadat u, samen met uw kind, een school voor voortgezet onderwijs hebt uitgekozen, worden de opgave formulieren ingevuld en opgestuurd. In de loop van het eerste jaar op de nieuwe school bespreekt de vroegere leerkracht van uw kind met zijn nieuwe mentor hoe het – in alle opzichten – met hem gaat. Ook ontvangen we de resultaten van de eerste twee jaren van uw kind in het voortgezet onderwijs. We bespreken 1 keer per jaar deze gegevens om te toetsen/analyseren of de kinderen op een goed niveau zijn weggezet en maken daar beleid op. Een aantal leerkrachten van onze school zitten in verschillende werkgroepen po-vo om de doorgaande lijnen te borgen. 

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Om systematisch te blijven werken aan het pedagogisch klimaat, gebruiken we als methode voor sociaal emotionele ontwikkeling de Kanjertraining. De Kanjertraining bestaat uit vier verschillende lessenseries die voor een doorgaande lijn binnen de basisschool zorgen. De leerkrachten geven in hun eigen groep de kanjerlessen, nadat zij hiervoor een aparte opleiding hebben gevolgd (we zijn een Kanjerschool). We geven de training in de groepen 1 t/m 8. Het doel van de Kanjertraining is dat kinderen leren positief over zichzelf en de ander te denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Ook op langere termijn is dit effect merkbaar. Het blijkt dat veel kinderen na het volgen van de training zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen. De verklaring hiervoor is simpel: de Kanjertraining geeft kinderen handvatten in sociale situaties en inzicht in hun eigen gedrag. Hierdoor komt tijd en energie vrij. Onze inzet is dat de kinderen zich door de Kanjertraining veilig voelen, betrokken zijn bij elkaar, onderlinge conflicten respectvol weten op te lossen en elkaar kunnen helpen.

De Kanjertraining heeft de volgende uitgangspunten die iedere les naar voren komen: -

  • We vertrouwen elkaar;
  • We helpen elkaar;
  • We werken samen;
  • We hebben plezier;
  • We doen mee.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Veiligheid
  • Zelfvertrouwen
  • Respect

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven