Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.
Let op: Voor de beoordeling van schooljaren 2021/2022 en 2022/2023 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
We gebruiken het LOVS (leerlingvolsysteem) van CITO. Deze toetsen zijn methode onafhankelijk. De resultaten worden verwerkt in een groepsanalyse en besproken met leerkracht en IB.
Om een analyse te maken gebruiken we het 4D-model van opbrengstgericht werken, dit is een Skopos afspraak.
De aanpak bestaat uit vier dimensies: data, duiden, doelen en doen.In de groepen 1-2 wordt het observatie- en registratiesysteem KIJK gebruikt.
Voor het volgen van de sociaal- emotionele ontwikkeling wordt het volgsysteem ‘Zien’ één keer per jaar ingevuld door de leerkrachten. Vanaf groep 5 vullen de leerlingen deze ook zelf in.
In groep 8 krijgt elke leerling een persoonlijk advies voor het voortgezet onderwijs. Het advies is voor het onderwijssoort dat past bij het niveau van de leerling. Leerprestaties, aanleg en ontwikkeling op de basisschool spelen hierbij een rol. Heeft de leerling een hogere eindtoetsuitslag dan het gegeven schooladvies? Dan kijkt de school hier opnieuw naar. Een eventueel nieuw advies mag wel hoger zijn, maar niet lager.
Pedagogisch handelen: een veilig klimaat voor alle kinderen en leerkrachten. Er is rust in de school; iedereen houdt zich aan dezelfde afspraken. De manier waarop we naar kinderen kijken is binnen het hele EBC hetzelfde. Leerkrachten denken in “Het kind is oké maar het gedrag niet”.
- Er is zichtbaar leerkrachtgedrag en kindgedrag op de vier onderdelen: respect, samen, rust/sfeer en veiligheid.
- Dit gedrag is beschreven voor de locaties klas, gang/leerplein en buiten.
- In elke klas en op elke locatie hangt een poster met het kindgedrag op de vier onderdelen.
- In elke klas is in de klassenmap beschrijving van gewenst leerkrachtgedrag op de vier onderdelen te vinden.
- De poster wordt elke week in iedere klas besproken. Er wordt een aandachtspunt gekozen voor die week en die staat op het doelenbord.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.