Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Bij de analyse van de uitslag van de AMN- eindtoets komt naar voren dat bijna alle kinderen naar verwachting hebben gescoord (hierbij is dan gekeken naar het leerlingvolgsysteem, kind-doel-gesprekken en observaties).
Dit is het percentage leerlingen dat met de eindtoets het basisniveau voor taal en rekenen behaalt. Dit wordt het fundamentele niveau of 1F genoemd. Iedere leerling zou dit niveau aan het einde van de basisschool moeten behalen. Voor alle basisscholen in Nederland is de signaleringswaarde (minimale waarde) voor het fundamentele niveau 85%. Dus: op alle scholen moet 85% van de leerlingen het basisniveau halen, anders is dat een signaal voor de inspectie.
Dit is het percentage leerlingen dat met de eindtoets het hogere niveau voor taal en rekenen behaalt. Dit wordt het streefniveau of 2F (taal) en 1S (rekenen) genoemd. Het streven is dat zoveel mogelijk leerlingen dit niveau aan het einde van de basisschool behalen. Voor elke basisschool in Nederland is de signaleringswaarde (minimale waarde) voor het streefniveau apart bepaald. Hoeveel procent van de leerlingen het hogere niveau moet behalen, verschilt dus per school. De inspectie kijkt eerst goed naar kenmerken van de leerlingen (en van hun ouders) om de verwachting te bepalen. Heeft een school meer leerlingen die meer aandacht nodig hebben, dan ligt de signaleringswaarde van de inspectie lager.
Om kinderen goed in de ontwikkeling te kunnen volgen, is het nodig om leerprocessen vast te leggen. Binnen onze basisschool gebeurt dat op verschillende manieren. Bij de kleuters gebruiken we BOSOS, een kleutervolgsysteem. Van elk kind wordt regelmatig bekeken en genoteerd wat hij of zij in een bepaalde tijd heeft geleerd. Natuurlijk worden deze gegevens met ouders doorgesproken. In de volgende groepen wordt het leerproces ook vastgelegd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van leerlijnen en toetsen die horen bij de gebruikte werkwijzen. Twee keer per jaar is er een toetsweek. Om extra informatie te krijgen over het functioneren van de kinderen maken alle kinderen toetsen die niet methode gebonden zijn (Cito-toetsen). De gegevens worden op kind-, groeps- en schoolniveau geanalyseerd.
Kernvragen hierbij zijn:
- Op schoolniveau: Zijn de gestelde ambities behaald?
- Op groepsniveau: Bereikt de groep de gestelde tussen- en eind doelen als ze zich zo doorontwikkelen?
- Op leerling niveau: Bereikt de leerling zijn gestelde tussendoelen/ einddoelen als hij/zij zich in dit tempo door ontwikkelt?
Er wordt gereflecteerd op:
- leerdoelen (zijn deze ambitieus genoeg)
- leeractiviteiten (dienen deze het doel)
- rol van de leerkracht (didactisch en pedagogisch)
- bronnen en materialen
- groeperingsvormen
- leeromgeving (waar leren zij, werkklimaat)
- leertijd (voldoende tijd en effectief gebruik)
- toetsing/evaluatie
Twee keer per jaar maakt het begeleidingsteam een analyse van de onderwijskundige ontwikkelingen bij ons op school. Hierbij worden de doelen die de inspectie stelt meegenomen en stellen we een aantal schoolspecifieke doelen op. De volgende onderdelen worden bij deze analyse bekeken:
- Eindtoets AMN
- AMN Aansluiting PO-VO
- leerlingvolgsysteem (LOVS-CITO)
- Leerlingengewicht (om een vergelijking te kunnen maken met scholen uit dezelfde doelgroep)
- Groepsbeprekingen: percentages om in te zetten voor nieuwe ken- en stuurgetallen
- Doubleurs/versnellers
- Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief, eigen leertraject (OPP-ELT)
- Aantal arrangementen
- Aantal verwijzingen
- Pestprotocol
- Medisch protocol
- Verlof onder schooltijd door externe bureaus
Het doel is om inzicht te krijgen in een sterkte/zwakte analyse van ons onderwijs en te komen tot actiepunten die worden meegenomen in ons schoolplan en trajectplannen.
In onderstaande tabel ziet u de doorstroom naar het vervolgonderwijs. De verdeling over de verschillende niveaus is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. Verder kunt u in aparte tabellen per niveau zien waar de leerlingen terecht kwamen na een jaar vervolgonderwijs. Hier wordt ook een vergelijking gemaakt met het landelijk gemiddelde.
Onze school heeft een duidelijke pedagogische opdracht met een taak in de ontwikkeling van sociaal gedrag en besef van normen en waarden bij de leerlingen. Een taak die wordt gedeeld met de ouders en zo mogelijk met andere maatschappelijke omgevingen waarin kinderen zich bewegen. De leerlingen zelf hebben hierin een actieve rol, zodat wij kunnen spreken over verwerving van normen en waarden. Zo kunnen kinderen zich voorbereiden op de samenleving zoals die nu is en kunnen zij beelden ontwikkelen over hoe de samenleving zou moeten zijn en hoe zij een bijdrage kunnen leveren aan deze samenleving. Hierbij wordt gedacht aan:
- onderwijs op mensenrechten
- sociale ontwikkeling aanbieden van waarden en normen
- kennis maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten
- verdraagzaamheid en afwijzen van onverdraagzaamheid
- afwijzen van discriminatie
Op deze manier leren kinderen dat hun mening telt en dat zij zo in meer of mindere mate invloed kunnen uitoefenen op de wereld om hen heen. Wij willen een rijke leeromgeving inrichten met een goed pedagogisch klimaat waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen.
Uitgangspunt in onze visie is dat de kinderen centraal staan. Wij vragen ons continue af waar de behoeftes en interesses van de kinderen liggen. Wij zien het kind als individu en benaderen en behandelen de kinderen als zodanig. Onze visie is mede gebaseerd op de pijlers van “De veilige school”. De basis van de veilige school is gelegen in een goed pedagogisch klimaat.
De inspecteurs van de Onderwijsinspectie die in maart 2018 de school hebben bezocht, hebben zich m.n. gebogen over de volgende standaarden:
· Didactisch handelen: voldoende
· Kwaliteitscultuur: goed
· Verantwoording en dialoog: goed
De rapportage over hun bevindingen is onderdeel van het bestuursverslag. Zij gaven aan dat de basiskwaliteit van De Regenboog in orde is en dat de school in ruime mate voldoet aan de normen die bij de standaarden horen. Op de site van de onderwijsinspectie is de rapportage terug te vinden