Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Basisschool Blink is een lerende organisatie waarin altijd ruimte is voor verbetering. Een lerende organisatie worden, vergt een kwetsbare opstelling, de bereidheid te experimenteren en het lef om te leren van fouten. We spelen op die manier in op een steeds sterker en sneller veranderende omgeving. Dat doen we door de balans te zoeken tussen ervaren en denken.
De leerlingen van onze school zijn gedreven, enthousiast en geïnteresseerd, omdat zij meester van hun eigen leerproces zijn. Ze begrijpen wat ze leren, hoe ze ervoor staan en wat hun volgende stappen zullen zijn, kunnen hun resultaten interpreteren en vanuit dit begrip handelen. We werken met individuele portfolio’s waarin leerlingen in staat zijn bewijs te leveren. Daarnaast werken we met datamuren gericht op groepsniveau, gericht op groei in plaats van resultaten. We streven naar een groepsdoorbroken doorgaande lijn. Leerlingen zijn in staat zichzelf in te schalen op: ik kan het uitleggen, ik ben aan het oefenen en ik heb hulp nodig. Leerlingen zien hun leerproces als uitdaging en kunnen aan de hand van de leerkuil aangeven waar ze zijn, of nog niet zijn.
Actief leren en spelen
Wij bieden in groep 1-2 adequate zorg aan de kinderen. Gedurende de kleuterfase leert een kind spelenderwijs allerlei basisvaardigheden: taal ontwikkelt zich, de woordenschat breidt zich uit en het fonemisch bewustzijn neemt toe. Fonemisch bewustzijn staat voor 'het bewustzijn van klanken in woorden' en bestaat onder meer uit analyseren (hakken), synthetiseren (plakken) en vaardigheden rondom letters. Ook sociale aspecten ontwikkelen zich, evenals grove en fijne motorische vaardigheden. Tegelijkertijd ontwikkelt het jonge kind een zelfbeeld. Juist in de kleuterperiode wordt de basis gelegd voor de ontwikkeling in de rest van de schoolperiode.Ontwikkeling staat centraal
De leerlijnen helpen de leerkracht om de lesstof, voor het jonge kind, gestructureerd aan te bieden. Een leerlijn is een uitwerking van de algemene kerndoelen (zoals die door de overheid zijn vastgesteld) naar concrete doelen die omschrijven wat uw kind moet kennen en kunnen. De ontwikkeling van het kind houden wij bij in ons leerlingvolgsysteem ParnasSys. De gegevens van de kinderen staan daarmee allemaal in één systeem, wat het eenvoudig maakt om de complete ontwikkeling te volgen. De leerlijnen 'jonge kind' bevatten leerlijnen voor de vier belangrijkste ontwikkelingsgebieden voor jonge kinderen: taal, rekenen, motoriek en spel.
Basisschool BLINK maakt leren actief, uitdagend én zichtbaar
Elke ochtend tussen 8.00 uur en 12.00 uur ontwikkelen de kinderen zich in de basisvakken taal, spelling, rekenen, technisch en begrijpend lezen. Bloeien en groeien staan daarbij voorop. Ons onderwijs is daarom ook sterk gedifferentieerd en uitdagend. De kinderen hebben een eigen dagprogramma en leerdoelen. We helpen ze bij het vaststellen van hun eigen leerdoelen en begeleiden ze bij het behalen van die doelen. De datamuur, de groei- en coachgesprekken en hun eigen portfolio helpen de kinderen om te zien waar ze staan en wat ze nog kunnen bereiken.
De leerkracht geeft op verschillende momenten instructie: vaak voor kleinere groepjes. Kinderen kunnen zelf mee bepalen of ze die nodig hebben of dat ze al verder kunnen met hun eigen opdrachten. Ze krijgen precies zoveel verantwoordelijkheid van de leerkracht als ze aankunnen.
Kies en bloei!
Sommige kinderen vinden het geweldig om verder te gaan met een basisvak. Dat kan! Anderen vinden uitdaging door een nieuwe taal te leren, een krant te schrijven, te programmeren of een typecursus te doen. Ons extra keuzeaanbod breiden we geleidelijk uit.
Ontdekken en onderzoeken, ervaren en doen
Op onderzoek uitgaan, nieuwe (en oude) werelden ontdekken, praktisch bezig zijn, fantaseren, creatieve talenten ontwikkelen, ervaren waar je goed in bent en trots zijn op wat je al kunt en hebt geleerd. Kortom: Blinken! Dat doen we, groepsdoorbrekend, iedere middag na de pauze.Aan de hand van schoolbrede thema’s leren de kinderen op een geïntegreerde, speelse manier over geschiedenis, aardrijkskunde, verkeer, creatieve vakken, techniek, dans, drama, muziek… Ze gaan ontdekken en onderzoeken, ervaren en doen: binnen en buiten het schoolgebouw met ‘maatjes’ en ‘experts’. De kinderen bezoeken bedrijven, lossen technische problemen op, tuinieren, koken, dansen, acteren, programmeren, bouwen en ondernemen.
Wat is passend onderwijs?
Op school zijn er veel kinderen die de lessen goed kunnen volgen. Maar niet elk kind is hetzelfde. Soms heeft een kind extra hulp nodig of moet hij of zij meer oefenen. Of een kind heeft misschien andere uitleg of lesmateriaal nodig. Soms kan de school niet genoeg helpen en is het beter als het kind naar een andere school gaat. Dat kan een andere gewone school zijn of een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Elk kind dat extra hulp nodig heeft, moet onderwijs krijgen dat past bij hem of haar, zo dicht mogelijk bij huis. Scholen moeten daarom zorgen dat elk kind dat op hun school zit of zich bij hun school aanmeldt, de juiste onderwijsplek krijgt. Dit wordt geregeld met de "zorgplicht voor passend onderwijs".
Wat is een samenwerkingsverband?
Scholen werken samen om te zorgen dat kinderen passend onderwijs krijgen. Dat heet een samenwerkingsverband. In Westland, Hoek van Holland en Maasland is er een samenwerkingsverband voor basisscholen, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Dat heet Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland’ (SPOW). U kunt meer informatie vinden op www.spow.nl.
Zorgplicht
Elk kind moet goed onderwijs krijgen, dat bij het kind past. Als een kind extra hulp nodig heeft, moet de school daarvoor zorgen. Dit heet zorgplicht. Als uw kind 3 jaar is, kunt u hem of haar aanmelden op een basisschool. Dit doet u schriftelijk. De school waar u uw kind heeft aangemeld, moet kijken of zij passend onderwijs aan uw kind kunnen geven. Dit geldt ook als uw kind al op school zit. Als dit niet lukt, moet de school (het schoolbestuur) een andere passende plek zoeken voor uw kind. Ouders spelen hierbij een belangrijke rol, zij kennen het kind het beste.Ouder- en jeugdsteunpunt
Het is belangrijk dat ouders, verzorgers en leerlingen goede informatie hebben over het onderwijs in hun omgeving en weten waar ze terecht kunnen met vragen. Meestal is dit bij de school zelf. Daarnaast kan het ouder- en jeugdsteunpunt van SPOW hierbij helpen. Op de pagina 'Voor ouders/verzorgers - SPOW' staan vragen en antwoorden over passend onderwijs. Er zijn ook uitlegvideo's en handige links naar andere organisaties te vinden voor meer informatie en hulp.Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Wij zorgen voor een uitdagende leeromgeving, waarbij we aansluiten op de onderwijsbehoeften van de kinderen en ons handelen afstemmen op de ambities van onze school. De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor de leerlingen van hun groep, zien de kinderen en zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat. Dat gebeurt door de vaste leerkracht in de eigen groep. We benutten de talenten van kinderen, leerkrachten en ouders.
Als team dragen wij samen de zorg voor het welzijn van alle kinderen, leerkrachten en ouders. Onze zorgstructuur bevat schoolbreed afspraken omtrent het onderwijsaanbod, de in te zetten hulp in en buiten de groep en communicatie binnen de school en met ouders. We geven de kinderen onderwijs vanuit het principe van werken in 4D. We verzamelen daartoe informatie (data) rondom kinderen door middel van coachgesprekken, observaties, toetsresultaten, informatie van thuis, informatie van externen etc. Bij de interpretatie van de data (het duiden) bepalen we de doelen vanuit de mogelijkheden en talenten van het kind: wat heeft het kind nodig om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak heeft een positief effect. (handelingsgericht werken) Hierbij valt het handelingsgericht werken samen met het opbrengstgericht werken naar doelen en ambities van de school. We bespreken dit cyclisch in een groepsbespreking.
Wij hechten veel belang aan het volgen van de ontwikkeling van het jonge kind. Juist zij maken in relatief korte tijd op veel gebieden een grote ontwikkeling door. Het is belangrijk dat er oog is voor de voortgang in deze ontwikkeling. Ook is het van belang dat het aanbod afgestemd wordt op wat de kinderen nodig hebben. De leerlijnen brengen de ontwikkeling in kaart van leerlingen via leerdoelen. De ontwikkeling van het kind wordt door het volgen, plannen en evalueren goed in kaart gebracht.
Tot en met januari staan de A doelen centraal. Uit de gegevens van ons leerlingvolgsysteem ParnasSys blijkt aan welke doelen er gewerkt dient te worden. Deze doelen komen op de datamuur. Doelen die door meerdere leerlingen niet gehaald worden, worden in de kleine kring behandeld. Doelen die door individuele leerlingen niet gehaald worden, komen aan bod tijdens de werkles.
Leerlingen die de A doelen in januari niet behalen, krijgen extra oefening in de klas of begeleiding van de onderwijsassistent. Vanaf januari, staat de B doelen centraal. Leerlingen die vooruit lopen in ontwikkeling of extra uitgedaagd kunnen worden, kunnen aan de C doelen werken. We gebruiken voor het registreren groeioverzichten (voor de hele groep) en bij een opvallende leerontwikkeling of gedrag van de individuele leerling gebruiken wij een groeidocument.De datamuur is verdeeld in 5 onderdelen. In het midden van de datamuur staat een gedragsdoel. Daaromheen is er ruimte voor doelstellingen op het gebied van rekenen, taal, spel en motoriek. Deze doelen refereren naar de leerlijnen van het jonge kind. De datamuur wordt besproken in de grote kring. Indien doelen gehaald worden, worden successen gevierd.