Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Op De Kleine Prins nemen we in groep 7 in april van een schooljaar de NIO toets af. Dat is een schoolintelligentie test. Deze test heeft een goede voorspellende waarde voor het vervolgonderwijs. De Kleine Prins gebruikt wel een CITO leerlingvolgsysteem, maar stapte in het schooljaar 2020 - 2021 over op het IEP leerlingvolgsysteem.
In april nemen we in groep 8 de eindtoets af. Wij gebruiken daarvoor de IEP. Deze geeft een oordeel over Hoofd (cognitief), hart (sociaal-emotioneel) en handen (het doen). Daaruit volgt ook een advies. De school geeft in februari al een advies aan de ouders en het kind. Mocht de toets hoger uitvallen, dan volgt er altijd een gesprek met de ouders over een mogelijke herziening.
Meer over de wijze van advisering en het bureau dat de NIO toets afneemt vindt u HIER
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
De Kleine Prins gebruikt een IEP leerlingvolgsysteem, waarbij twee maal per jaar de kinderen vanaf groep 3 gevolgd worden op technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en wiskunde en spelling. In het schooljaar 2020 -2021 stapte De Kleine Prins op het IEP leerlingvolgststeem.
In de onderbouw (groep 1 en 2) worden de kinderen geobserveerd met een observatielijst BOSOS, waarmee de ontwikkeling van het kind in kaart wordt gebracht.
De uitstroom van de kinderen laat een constant beeld zien in de afgelopen jaren. Ook is duidelijk dat de kinderen op hun plaats zitten in het voortgezet onderwijs. Wij gebruiken al jaren het IEP leerlingvolgsysteem en de NIO toets om een gedegen advies te geven. Sinds schooljaar 2015 - 2016 werken we ook met de IEP eindtoets.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Wij willen dat de kinderen die De Kleine Prins bezoeken in een veilige en prettige omgeving kunnen werken, spelen en leven. Daarvoor hebben we een aantal omgangsregels met elkaar afgesproken. De regels gelden voor de kinderen, waarbij de medewerkers en de ouders het voorbeeld zijn voor de kinderen. Duidelijkheid in de regels en het uitdragen daarvan zorgt voor een veilige sfeer waarin kinderen zich gezien voelen. Aandacht geven en luisteren naar wat kinderen te zeggen hebben is voor ons belangrijk. We spreken kinderen ook aan op het niet nakomen van de omgangsregels. Dat is een proces, waarbij jonge kinderen leren om hun plaats te verwerven in een groep. Dat kan wel eens mis gaan, maar daar mogen kinderen in leren. Pesten wordt het als de regels structureel niet worden nageleefd. Dit zullen wij altijd aanpakken, samen met de ouders. Ouders en kinderen van onze school onderschrijven omgangsregels zoals wij die hier hebben geformuleerd en kunnen elkaar in binnen de schoolgemeenschap op aanspreken.
Leraren maken het verschil. Dat blijkt uit alle rapporten die er verschijnen. Tijdens het laatste bezoek van de inspectie scoorde de Kleine Prins hier op alle onderdelen het maximale. Wij zijn er ook van overtuigd dat we op deze vaardigheden van leerkrachten moeten blijven inzetten.