Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
De Clipper is een montessorischool waar gekozen is om kinderen van drie leerjaren in één groep te plaatsen.
Op dit moment hebben we vier onderbouwgroepen (groep 1/2 ), 3 middenbouwgroepen (groep 3/4/5), 3 bovenbouwgroepen (groep 6/7/8).
Daarnaast beschikt de school over een vakleerkracht lichamelijke opvoeding en muziek. Tevens is er op school een conciërge/ administratief mederwerker werkzaam.
De school zorgt met vrijwilligers voor de tussenschoolse opvang. De kosten hiervan worden door de ouders die hiervan gebruik willen maken, betaald.
In de onderbouw wordt ontwikkelingsgericht gewerkt. Dit betekent dat met bepaalde activiteiten aan verschillende ontwikkelings- en vakgebieden wordt gewerkt. Het rooster hierboven geeft een grove inschatting van de verdeling. Veel vakken worden geïntegreerd aangeboden in het spelend leren en de kringactiviteiten.
In het montessori systeem is er werktijd die door de leerkracht wordt ingepland en werktijd die de leerling zelf inplant. De leerkracht monitort de effectieve leertijd in de groep. Afhankelijk van de onderwijsbehoeftes van een groep en/of individuele leerling kan het aantal uren verschillen. Op de Clipper houden we in ieder geval de minimale uren in het curriculum aan.
Het montessorionderwijs is erop gericht dat alle kinderen tot hun recht komen en het onderwijs krijgen waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Op de Clipper wordt opbrengst- en handelingsgericht gewerkt (OHGW) met de 1-stap-verder-met 1-zorgroute. Sinds februari 2019 wordt er in de groepen opbrengst- en handelingsgericht gewerkt met betrekking tot de vakgebieden rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen in groep 3 t/m 8 en voor taal, rekenen en motoriek in groep 1 en 2.
In het opbrengst- en handelingsgericht werken gaat het om het optimaliseren van de opbrengsten van de leerlingen. De 1-stap-verder-met-1-zorgroute denkt van algemeen naar specifiek. Bij het opbrengst gericht werken gaat het om het maximaliseren van de opbrengsten voor alle leerlingen. Verder worden er voor de leerlingen specifieke onderwijsbehoeftes benoemd. Hier komt het handelingsgericht werken in naar voren.
De leerkracht is primair verantwoordelijk voor het onderwijsproces en is de spil in dit proces. De taken omvatten onder andere:
- De leerkracht groep 3 t/m 8 maakt een groepsplan rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen.
- De leerkracht groep 1/2 maakt een groepsplan taal en rekenen en motoriek
- De leerkracht neemt toetsen af volgens de toetskalender, kijkt ze na en voert ze in in ParnasSys.
- De leerkracht legt schriftelijk verslag vast over de vorderingen van de leerlingen.
- De leerkracht signaleert, observeert en interpreteert de toetsgegevens.
- Deze bespreekt de leerkracht vervolgens in de groepsbespreking.
- De leerkracht meldt leerlingen aan bij de intern begeleider voor nader overleg.
- De leerkracht onderhoudt regelmatig contact met de ouders van alle leerlingen in de groep en draagt zorg voor rapportage in ParnasSys.
- De leerkracht draagt zorg voor een goede dossieropbouw in het leerlingdossier.
- De leerkracht gaat in gesprek met de leerling over de eventuele aanpassingen in werk.
De intern begeleider ondersteunt de leerkracht bij het geven van onderwijs op maat aan alle leerlingen. Bij de taken van de intern begeleider horen onder andere:
- Collegiale consultatie; hulp en advies geven aan groepsleerkrachten m.b.t. leerlingen, didactische vragen, begeleiding en aansturing van de hulp voor leerlingen.
- Indien gewenst, leerkrachten hulp bieden bij het maken van een individuele leerlijn.
- Leerkrachten ondersteunen bij het zoeken van remedie¨rend materiaal in de orthotheek.
- Observeren in klassensituaties.
- Coachen en motiveren van leerkrachten.
- Onderhouden van contacten met externe instanties.
Passend onderwijs
Elk kind heeft recht op goed onderwijs; ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. We willen dat zo veel mogelijk kinderen naar een gewone school in de buurt kunnen gaan. Zo hebben kinderen de meeste kansen om te kunnen meedoen in de samenleving en hebben ze de beste kansen op het vervolgonderwijs. Met ingang van 1 augustus 2014 hebben alle schoolbesturen een zorgplicht. De school moet voor elk kind een passende onderwijsplek bieden, ook als duidelijk is dat er voor een kind extra ondersteuning nodig is.
Samenwerkingsverband Primair Passend Onderwijs (PPO)
Om dit mogelijk te maken werken de basisscholen in Rotterdam steeds beter samen. Zij zijn onderdeel van het samenwerkingsverband Primair Passend Onderwijs Rotterdam (PPO). Binnen dit samenwerkingsverband organiseren de scholen uit heel Rotterdam de (onderwijs)zorg voor kinderen zo goed mogelijk. Ouder(s)/verzorger(s) worden hier nauw bij betrokken.
Schoolondersteuningssprofiel
Deze is voor alle basisscholen gelijk. Aanvullend op de basisondersteuning kunnen scholen ook extra vormen van ondersteuning bieden. Scholen leggen het totale aanbod aan ondersteuning vast in een schoolondersteuningsprofiel. Wanneer uw kind bij ons op school wordt ingeschreven, bieden wij uw kind een passende onderwijsplek. Alle scholen in Rotterdam bieden dezelfde basisondersteuning. Ons schoolondersteuningsprofiel is voor ouder(s)/verzorger(s) in te zien op de website en het ligt ter inzage bij de directie van de school.
Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Als we tijdens de schoolloopbaan van uw kind extra ondersteuning bij het samenwerkingsverband gaan aanvragen dan wordt er een ontwikkelingsperspectief (OPP) gemaakt. Dit is ook het geval als uw kind voor een vak een eigen leerlijn heeft. Bijvoorbeeld: een kind uit groep 6 kind werkt voor rekenen aan de doelen van groep 4.
Het ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld:
- binnen zes weken na de inschrijving of na definitieve plaatsing van de leerling of
- vanaf het moment dat er wordt gestart met de extra ondersteuning, die valt buiten de basisondersteuning van de school.
In het OPP stellen we met elkaar een aantal doelen vast en voeren we tenminste 1 keer per jaar een ‘op overeenstemmingsgericht overleg’ om het plan te evalueren en bij te stellen. In het OPP worden in ieder geval de belemmerende en bevorderende factoren en het te verwachten uitstroomniveau (het niveau van het vervolgonderwijs) opgenomen. Dit heeft als doel om duidelijk te krijgen wat de mogelijkheden van uw kind zijn en hoe deze zo optimaal mogelijk kunnen worden ontwikkeld. Vanzelfsprekend wordt u daar als ouder bij betrokken en heeft de school de verplichting om hier met u overeenstemming over te vinden. Het ontwikkelingsperspectief wordt pas vastgesteld nadat u heeft ingestemd en het uitvoeringsplan (het handelingsdeel) heeft ondertekend. Ook de jaarlijkse bijstelling wordt door ouders ondertekend.
De schoolcontactpersoon die aan onze school verbonden is vanuit PPO: Sonja van Timmeren, s.vantimmeren@pporotterdam.nl
De ouderfunctionaris die vanuit PPO aan onze school verbonden is: Maryline Basile, m.basile@pporotterdam.nl
Voor meer informatie over het samenwerkingsverband: https://www.pporotterdam.nl/
Meldcode
Elke school moet volgens de wet beschikken over een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode is een hulpmiddel voor alle medewerkers van de school voor het omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling bij leerlingen. Deze meldcode is van toepassing op alle personen die binnen de school werkzaam zijn, en dus ook op bijvoorbeeld stagiaires, vrijwilligers en opdrachtnemers. We hanteren hiervoor de BOOR meldcode, te vinden op onze website.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Op school ontwikkelen wij ons continue. De speerpunten kunt u lezen in ons jaarplan.
Net als in de rest van de school werken we ook in groep 1 en 2 met gemengde groepen. De kinderen werken individueel en in kleine groepjes aan tafels, op een kleedje, in speel/werkhoeken en op de gang.
Wat leren kleuters?
Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan en het ontwikkelen van de zintuigen. Er is veel aandacht voor regelmaat en de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Door met elkaar te spelen, ontwikkelen de kleuters een gevoel van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. In de kring doen we spelletjes met taal, zingen we liedjes, houden we groepslessen en vieren we speciale momenten. De oudere kleuters richten zich op speelse activiteiten, die hen voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3.
Bewegen tijdens schooltijd
Bewegen is leuk en voor de leerlingen op onze school heel vertrouwd en gewoon. Daarom spelen de kinderen elke dag buiten of in het eigen speellokaal (afhankelijk van het weer). Tijdens de lessen in het speellokaal leren de kleuters bijvoorbeeld klimmen, klauteren, met ballen omgaan en spelen ze tik- en zangspelletjes. Een keer in de week krijgen de kinderen les van een vakkracht bewegingsonderwijs.
Bosos
In de onderbouw maken we gebruik van het ontwikkelingsvolgmodel Bosos
In de eerste twee jaren van de basisschool wordt bij kinderen de grondslag gelegd voor de verdere ontwikkeling op school. Daarom is het belangrijk dat die ontwikkeling zo duidelijk en zorgvuldig mogelijk in kaart wordt gebracht. Op basis van deze zorgvuldige werkwijze kan de leerkracht de juiste beslissingen nemen die voor de toekomst van een leerling van essentieel belang zijn. Daarvoor moeten diverse zorgonderdelen worden geïntegreerd.
De leerkracht volgt de leerling en weet wanneer hij de leerling in de gaten moet houden of wanneer hij in actie moet komen. De intern begeleider kan de leerkracht daarin volgen en indien nodig adviseren en begeleiden. Zo komt de individuele leerling goed tot zijn recht maar zijn er mogelijkheden om vanuit de rapportages en de analyse daarvan naast het individuele aanbod te komen tot een beredeneerd aanbod voor groepjes.
Bosos staat voor:
- Beredeneerd aanbod
- Observeren
- Signaleren
- Opbrengst gericht
- Specifiek voor jouw praktijk
Het doel van BOSOS is: komen tot een beredeneerd aanbod door gericht observeren en signaleren en opbrengsten goed in kaart brengen die specifiek zijn voor de praktijk in de groep.
Overgang naar groep 3
We gaan er in eerste instantie vanuit dat een kind dat vóór 1 januari in groep 1 begint, doorstroomt naar groep 2 en uiteindelijk naar groep 3. We bekijken per individueel kind of het aan het einde van groep 2 ook daadwerkelijk toe is aan de overgang naar groep 3. Dit is niet alleen afhankelijk van cognitieve- maar ook van sociaal emotionele factoren.
Voor een enkele kleuter is het beter de kleuterperiode met een jaar te verlengen. Natuurlijk zijn de gesprekken met u als ouder voorafgaand aan dit besluit van groot belang. We komen graag met u tot een afgewogen besluit. Mocht het door een verschil van inzicht niet lukken om samen tot een besluit te komen, dan is het advies van de school bindend.