Openbare Jenaplanschool Fridtjof Nansen

Kwaliteitszorg en schoolplan

• Welke doelen staan in het schoolplan?

  Welke doelen staan in het schoolplan?

  Wij hebben voor schooljaar 23-24 een jaarplan geschreven. 
  Het jaarplan is een gevolg van het jaarplan dat in schooljaar 22-23 geschreven en voor zover mogelijk uitgewerkt is in praktijk.

  (het hele jaarplan is te vinden op de website Scholen op de kaart)

  In schooljaar 22-23 hebben stamgroepleiders samen geëvalueerd welke doelen er dat schooljaar wel behaald zijn en welke  niet. 

  Naar aanleiding daarvan en vanuit onze visie op ons onderwijs voor de toekomst is er samen bepaald aan welke doelen wij schooljaar 23-24 gaan werken. 

  De teamleden hebben ook zelf en samen de doelen beschreven en uitgewerkt in het jaarplan. 

  Samengevat gaan wij aan de volgende doelen werken

  Kwaliteit;

  De opbrengsten blijven wij monitoren. Het 4D werken (van en met elkaar leren om de onderwijs kwaliteit te verhogen) blijven we verder ontwikkelen. 

  Afgelopen schooljaar zijn er afspraken gemaakt ten aanzien van de manier waarop we lesgeven. Deze afspraken zijn verwerkt in zogenaamde 'Zo doe je datjes'. Er is een Zo doe je datje voor rekenen, spelling, begrijpend lezen en taal. 

  In de stamgroep is gecoacht op de uitvoering van de 'Zo doe je datjes'. 

  De 'Zo doe je datjes', zullen komend schooljaar groeien in aantal. Ze worden aangepast als we merken dat andere afspraken beter werken. Ze worden gebruikt om nieuwe collega's in te werken. Op deze manier werken we dagelijks en structureel aan de kwaliteit van ons onderwijs op basis van ervaringen, kennis en scholing van de stamgroepleiders. 

  In onze fijne school weten we meer en meer dat professioneel handelen veel kan brengen. Ook terwijl we een warm team zijn dat zorgt voor de kinderen en elkaar.

  Met betrekking tot ICT werken we op basis van een ICT visie. Op dit moment inventariseren en screenen we zowel de ICT situatie ten aanzien van spullen en kennis van iedereen op school.  Teamscholing is hierdoor al een beetje opgestart en zal ook komend schooljaar ruimte krijgen. Wetenschap en techniek wordt uitgevoerd in praktijk middels de lessen door de techniek meester. Daarnaast wordt de techniektoren ingezet.

  Taal:

  De nieuw ingevoerde spellingsmethode werpt inmiddels zijn vruchten af. We merken dat werken met de methode steeds beter gaat en kinderen baat hebben bij de methode. Komend jaar zal de taalwerkgroep zich meer en meer richten op een rijk taalaanbod. De manier waarop begrijpend lezen beter geïntegreerd wordt in onze lessen. En hoe we het technisch lezen onderwijs in de lagere groepen beter kunnen laten verlopen. 

  Rekenen:

  De nieuwe rekenmethode is aangeschaft. We gaan leren hoe deze methode goed in te zetten in ons onderwijs. Ook zal er gefocust worden hoe dit te doen in schooljaar 24-25 als we in driejarige stamgroepen werken. 

  In de kleutergroepen zal worden gewerkt aan een beredeneerd aanbod ten aanzien van rekenonderwijs. 

  Burgerschap:

  Doelen ten aanzien van burgerschap onderwijs zijn geformuleerd. Stamgroepleiders gaan aan de slag met de invulling van het onderwijs. 

  Jenaplan:

  Doelen en werkwijzen ten aanzien van het vieren op onze school zijn uitgewerkt in schooljaar 21-22. OOk schooljaar 23-24 brengen we deze in praktijk. 

  Schooljaar 23-24 organiseert de werkgroep werkmiddagen waarop het werken in driejarige stamgroepen wordt voorbereid. Er is speciale aandacht voor communicatie met ouders over de overstap naar driejarige stamgroepen. 

  Team APK:

  We merken dat de tijd waarin we leven veel vraagt van het onderwijsveld en personeel. We zijn druk met het reguliere werk in de groepen, daarnaast werken we hard aan de overstap naar werken in driejarige stamgroepen. 

  Alles bij elkaar maakt dat we extra aandacht hebben voor onze teamleden en hoe het met hen gaat. 

  We zijn gestart met het schrijven van een Kwaliteitshandboek. Dit geeft duidelijkheid en lijn aan (nieuwe) stamgroepleiders over de manier waarop wij werken. 

  We schrijven 'zo doe je datjes' zodat stamgroepleiders per vakgebied weten wat er hoe aangeboden wordt. 

  We zoeken voortdurend naar manieren waarop we de werkdruk voor de mensen kunnen verlagen. Inzet van ondersteunend personeel. Duidelijke afspraken en structuren. Zoeken naar tijd en ruimte voor de mensen om hun werk goed te kunnen doen is waar we ons als MT voortdurend voor inspannen. 

  Ook weten we dat er de komende periode er verloop zal zijn ons personeelsbestand. Er zijn leerkrachten die zwanger willen worden. En leerkrachten die van hun pensioen gaan genieten. Om de vacatures die hiervan komen op te kunnen vangen, zijn we voortdurend actief om nieuwe mensen te vinden en in te werken. Dit zijn zogenaamde zij-instromers maar ook studenten van de Pabo. Om passend personeel te vinden zijn we ook actief waar we kunnen om het werken op een Jenaplanschool meer bekendheid te geven. 

  Voor het geval dat wij in de toekomst ook geconfronteerd gaan worden met  het feit dat we niet voldoende personeel hebben om alle groepen te bemensen, gaan we samen bedenken wat te doen in die gevallen. Dit heet Anders organiseren. Ook wij gaan nadenken hoe wij ons onderwijs anders kunnen organiseren in geval van personeels tekort. 

  
  

  
  

  Sluiten

• Hoe bereikt de school de doelen?

  Hoe bereikt de school de doelen?

  De school krijgt voorgeschreven aan welke doelen er gewerkt moet worden. Dit heten SLO doelen. 

  Naast deze doelen verwoorden we als bestuur waar we aan gaan werken en maakt onze school hier schooldoelen van. 

  Het behalen van gestelde doelen doen wij op een structurele wijze. Het is onderdeel van ons dagelijks werk. 

  We werken op basis van gestelde doelen op een Jenaplan wijze met de kinderen en met elkaar: gesprek, spel, werk en vieren. 

  Lessen en ontwikkelingen in school worden op deze manier voorbereid,  uitgevoerd gemonitord en opnieuw bepaald en gepland via een 4 D cyclus (data, duiden, doelen, doen).

  Stamgroepleiders kennen deze 4D cyclus in praktijk als de kleine en grote cirkel. 

  Zij hebben in de basis de onderwijsdoelen als geplande doelen. Zij kijken in het dagelijks werk van de kinderen in de methode toetsen of de doelen ook behaald zijn. Dit noteren zij in de dagelijkse cyclus overzichten. Ze duiden waarom een kind behaalde doelen wel of niet gehaald heeft en plannen op basis daarvan de vervolg lessen. Hierin nemen ze mee wat er van hun eigen gedrag (pedagogische of didactisch) verwacht wordt. Dit is werken volgens de kleine cirkel.

  Twee keer per schooljaar wordt de IEP toets afgenomen in de groepen 3 t/m 7 en in groep 8 een keer de IEP eindtoets. Deze toetsen geven data die vertellen wat het kind op lange termijn onthouden heeft maar ook of het het geleerde toe kan passen als de vraagstelling anders is dan ze doorgaans gewend zijn in de methode. 

  De uitslag van deze toetsen worden ook geduid (geanalyseerd). Als team wordt er gekeken wat er goed gegaan is, welk stamgroepleider handelen was oorzaak van deze successen? Wat betekent dit voor het gedrag van stamgroepleiders voor de toekomst? Natuurlijk kijken we ook naar wat niet goed (genoeg) gegaan is. Ook daar is namelijk van te leren. Dit noemen we werken volgens de grote cirkel. 

  Naar aanleiding van de data houdt het management team (schoolleider(s), bouwcoördinatoren en Interne begeleiders)  zicht op de ontwikkeling van de school en wordt er zo nodig bijgestuurd in beleid. De MR kijkt mee met het management team. 

  Ook het bestuur van de school: stichting BOOR kijkt mee met de school of het goed genoeg gaat. 

  Jaarlijks bezoeken ze school in een zogenaamde audit. De resultaten worden doorgenomen, er wordt gekeken in de stamgroepen, er wordt gesproken met ouders, kinderen en stamgroepleiders. Ook dit kan leiden tot aanpassingen in het beleid en/of de manier van werken in onze school. 

  Door op deze manier cyclisch te werken en door breed te monitoren of het goed gaat, weten we zeker dat ons kwaliteitssysteem goed ingezet en gevolgd wordt. 

  Sluiten