Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Goed onderwijs vergroot de kansen op succes in het vervolgonderwijs. Daar werken wij iedere dag als team gezamenlijk aan op de Jan Antonie Bijloo
Wij volgen de ontwikkeling van de kinderen op de basisvakken met de niet - methode toetsen van Cito LIB en het onderwijsplan- en volgsysteem Focus PO. De resultaten van de niet - methode toetsen en de cruciale leerdoelen voor de basisvakken staan hierin verwerkt. De referentieniveaus en zijn hierin de ankerpunten. Cyclisch werken aan kwaliteit start vanuit je ambities en een helder overzicht van waar je nu staat. .Na elke afname is er een schoolbespreking waarin de resultaten op school- en groepsniveau met het hele schoolteam worden besproken. We doen dit volgens de cyclus van 4D (data,duiden,doelen,doen).Na de analyse van de toetsgegevens worden er nieuwe werkplannen opgesteld, welke ook tussentijds worden geëvalueerd door de leerkrachten.
Deze cyclus voeren we planmatig uit en is geborgd in de jaarplanning: 'Zicht op ontwikkeling'.
In groep 7 krijgen de leerlingen hun eerste voorlopig schooladvies. De school gebruikt hiervoor het Leerlingvolgsysteem (LIB), maar ook alle andere resultaten en vaardigheden die de leerling tot dan toe heeft laten zien op school. Het voorlopig advies wordt door de leerkrachten van groep 7, 8, IB en directie gemaakt. Het voorlopig schooladvies geeft een indicatie voor het uitstroomniveau in het voortgezet onderwijs en is nog geen definitief advies. Er wordt besproken wat de aandachtspunten zijn, hoe hier in groep 8 aan gewerkt kan worden en welke ondersteuning de leerling hierbij nodig heeft van de leerkracht(en) en ouders.
Bij het vormen van het definitief schooladvies in groep 8 wordt voor iedere individuele leerling gekeken naar: de leerprestaties,(waaronder LIB en de methode-gebonden resultaten), het doorzettingsvermogen, motivatie,(huis)werkhouding en de sociaal-emotionele ontwikkeling en vaardigheden. Het definitieve advies wordt bepaald door de leerkrachten van groep 7 en 8, IB en de directeur. Is de toetsuitslag op de Doorstoomtoets hoger dan het voorlopig schooladvies? Dan geeft de school een hoger definitief schooladvies. Alleen als het in het belang van de leerling is, kan de school besluiten het schooladvies niet te verhogen. De school moet dit dan goed motiveren. Ligt de toetsuitslag van de Doorstroomtoets lager dan het schooladvies, wordt het schooladvies niet aangepast.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Wij vinden het een voorwaarde dat kinderen goed in hun vel zitten en zich gelukkig voelen. En ook dat zij verbonden voelen met school en goede sociale en emotionele vaardigheden hebben. Dan zijn leerlingen vaak meer gemotiveerd om te leren en behalen ze betere schoolresultaten. Daarnaast heeft deze instelling ook een positieve invloed op de fysieke gezondheid. Met welbevinden bedoelen we zelfvertrouwen hebben, een groei mindset hebben, positief in het leven staan en het kunnen onderhouden van fijne sociale contacten en relaties.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.