Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
5.1 Tussentijdse toetsen
De tussentijdse resultaten worden gemeten middels methode gebonden toetsen,waarvan een weerslag is te vinden in het halfjaarlijkse leerling rapport en via methode onafhankelijke toetsen behorend bij het Cito LOVS. Ondersteuning van de leerling in het behalen van de tussenresultaten en de reflectie daarop vindt plaats middels groepsplannen, individuele handelingsplannen, groepsbesprekingen en leerling-besprekingen onder leiding van de IB. De meest belangrijke vorm van ondersteuning is geïntegreerd in het dagelijks gedifferentieerde lesgeven door de leerkrachten. Vanuit onze visie op onderwijs streven we ernaar om het onderwijsaanbod op onze school zoveel mogelijk op de behoeften van onze leerlingen aan te laten sluiten. Tevens willen we onze leerlingen stimuleren om hun verantwoordelijkheid te leren nemen en op te groeien tot zelfstandige persoonlijkheden. Om hieraan zoveel mogelijk recht te doen, is ons team erin geschoold om zoveel mogelijk te differentiëren en zorg te bieden binnen de eigen klas. In alle groepen wordt er bij de hoofdvakken rekenen en taal naar gestreefd de meeste leerlingen een korte, procedurele instructie te bieden waarna ze zelfstandig hun taken kunnen maken. De leerlingen die meer instructie nodig hebben, krijgen dan aanvullende (nog steeds klassikaal-frontaal gegeven) instructie. In de volgende lesfase zijn nagenoeg alle leerlingen zelfstandig aan het werk en geeft de leerkracht verlengde instructie aan de zogenoemde instructietafel. Hier worden leerlingen geholpen die met een bepaalde taak meer moeite hebben of juist meer uitdaging nodig hebben. Om effectief te kunnen werken worden leerlingen aan de instructietafel zoveel mogelijk geclusterd in groepjes met een zelfde instructiebehoefte. Dankzij deze aanpak is een praktijk gerealiseerd waarbij remedial teaching buiten de groep beduidend minder nodig is. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat ondersteuning en uitdaging door de eigen leerkracht en binnen de eigen klas veel effectiever is dan zorg die buiten de klas gegeven wordt. In het geval er sprake is van een duidelijk afgebakend leerstof probleem kan er wel overgegaan worden tot het bieden van extra hulp door een remedial teacher buiten de klas. Verder hanteren wij taakuren bij de verwerking van oefenstof. Het doel hiervan is de competenties te ontwikkelen die kinderen nodig hebben om zelfstandig te kunnen leren.
De verwijzingspercentages komen overeen met de meerjaren ontwikkelingslijn van leerlingen in het Cito LOVS. Wij werken volgens het protocol van onze vereniging. Dat betekent dat de adviezen van de leerkracht groep 7, leerkracht groep 8, de IB-'er (Cito Leerling in Beed) samen zorgen voor een advies VO. In dit traject vinden gesprekken met ouders plaats tijdens de ouderavond in februari. Na de uitslag van de Doorstroomtoets worden afwijkende scores en adviezen heroverwogen en aan ouders medegedeeld.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Dit zijn vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en zelfredzaamheid. Sociale competenties dragen daarmee bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.