Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
PBS
Met behulp van de systematiek van PBS (Positive Behavior Support) creëren wij een positief, proactief en effectief schoolklimaat. Door middel van data worden beslissingen genomen. Gedragsverwachtingen worden schoolbreed aangeleerd en zichtbaar gemaakt. Ouders worden actief betrokken bij het proces wat de draagkracht vergroot.Lezen
In unit 1 wordt er, voorafgaand aan het leren lezen, aandacht besteed aan het voorbereidend lezen. De kinderen leren te luisteren naar een verhaal en dit na te vertellen, te rijmen, woorden in klankgroepen te verdelen, klanken in een woord te isoleren, etc. Wanneer kinderen deze leesvoorwaarden beheersen kan het aanvankelijk leesproces beginnen. We gebruiken teksten op niveau en teksten die inhoudelijk ook passen bij de leeftijd van de kinderen. We gebruiken de methodes:- Voorbereidend lezen: Zelfgemaakt aanbod beginnende geletterdheid vanuit SLO doelen, Werkmap Fonemisch bewustzijn, Schatkist;
- Aanvankelijk lezen: Veilig Leren Lezen (aanvankelijk én voortgezet aanvankelijk lezen) en stillezen;
- Voortgezet lezen: Estafette, stillezen en leesmotivatie (voortgezet technisch lezen, en begrijpend en studerend lezen).
- Begrijpend lezen: Unit 1; kritisch en begrijpend luisteren aanpak gebaseerd op de werkmap Fonesich bewustzijn en interactief voorlezen. . Unit 2 en 3; zelfontwikkelde aanpak gebaseerd op de DENK-methode (Houtveen, 2018)
Schrijven
Aan het eind van de basisschool moet een kind leesbaar en in een goed tempo kunnen schrijven. In unit 1 starten de kinderen met het voorbereidend schrijven (bijv. kralenkettingen rijgen, kleien van figuren, schrijflijnen), wanneer deze voorbereidende vaardigheden worden beheerst, wordt gestart met het methodisch schrijven. Vanaf groep 7 mag er een eigen handschrift ontwikkeld worden. Dit proces begeleiden we op school. We gebruiken de methodes:
- Voorbereidend schrijven: Zelfgemaakt aanbod voorbereidend schrijven
- Methodisch schrijven: PennenstrekenTaal/spelling
Bij taal- en spellingonderwijs leren we kinderen de juiste spelling te gebruiken middels taaloefeningen of spellingscategorieën als voorbereiding op dictees en stelopdrachten. Ook besteden we aandacht aan leren praten, luisteren wat anderen precies zeggen en daarop goed antwoorden. We leren kinderen een eigen mening onder woorden te brengen. We leren kinderen taal in het dagelijkse leven goed te gebruiken, waarbij de nadruk ligt op spelling, woordenschat, taalbeschouwing, schrijven en spreken en luisteren. We gebruiken de methodes:
- Aanvankelijk spellen: Veilig leren lezen
- Unit 2 en 3: Taal in beeld, Spelling in beeldRekenen
In unit 1 starten de kinderen met het voorbereidend rekenonderwijs. Ze leren onder andere om te gaan met hoeveelheidbegrippen, te tellen en cijfers en vormen te herkennen. Aan het eind van unit 1 moeten ze o.a. optel- en aftreksommen kunnen maken tot 20. In groep 4 leren ze op verschillende manieren (leerstrategieën) rekenen tot 100, gevolgd door het rekenen tot 1000 in groep 5. Vanaf groep 5 komt het cijferen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) aan bod. Veel van bovenstaande berekeningen worden toegepast in allerlei dagelijkse (probleem)situaties. We werken doelgericht vanuit leerlijnen en gebruiken hiervoor de methode:
- Voorbereidend rekenonderwijs: Zelfgemaakt aanbod gebaseerd op de SLO doelen, Werkmap gecijferd bewustzijn, Schatkist, Getal & Ruimte Junior
- Aanvankelijk en voortgezet rekenonderwijs: Getal & Ruimte JuniorWereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, techniek en burgerschap)
De kinderen unit 1 werken aan wereldoriëntatie vanuit een zelfgemaakt aanbod van de leerkracht. Schatkist wordt hierbij als bronnenboek gebruikt. Vanaf unit 2 wordt er sinds enkele jaren gewerkt met de methode Blink. In deze methode worden alle kinderen onderzoekers en ontdekkers. Naast instructielessen worden geprikkeld en gestuurd met bijzondere invalshoeken, boeiende vragen en afwisselende opdrachten. De methode biedt de inhoud en vaardigheden waarmee kinderen een stevige basis kunnen leggen om hun plek in de wereld in te gaan nemen; als persoon, als betrokken burger en in hun toekomstige werk. Hiervoor gebruiken we de methode:- Unit 1: Zelfgemaakt aanbod gebaseerd op SLO doelen (Schatkist als bronnenboek)
- Unit 2 en 3: BlinkEngels
We vinden het van belang om al op vroege leeftijd aandacht te besteden aan het vak Engels. Zo raken leerlingen steeds meer vertrouwd en gemotiveerd om een andere taal te spreken. De methode die we hiervoor gebruiken hanteert muziek als basis voor het aanleren van een vreemde taal. Hiervoor gebruiken we de methode:
Unit 1 t/m 3: Groove MeVerkeer
Sinds maart 2016 is het Brabants Verkeersveiligheid Label aan onze school toegekend. Dankzij dit Verkeersveiligheidslabel ontvangt de school jaarlijks subsidie om verkeersactiviteiten mogelijk te maken. Om dit Label te behouden leggen we jaarlijks verantwoording af middels een jaarplan. Onze school heeft een verkeerswerkgroep, bestaande uit twee ouders en een leerkracht. Jaarlijks heeft een afvaardiging van de verkeerswerkgroep een bijeenkomst met de gemeente Boxmeer, waar onder andere de verkeersveiligheid rondom de school en verkeersactiviteiten worden besproken. In groep 7 wordt het theoretisch en praktisch verkeersexamen afgenomen. Hiervoor gebruiken we de methode:
- Unit 1 t/m 3: Verkeerspoort VVN.Kunst en cultuuronderwijs
Hieronder verstaan we: beeldende kunst, muziek, theater, dans, erfgoed, film/fotografie/media, literatuur, poëzie en architectuur. Tijdens de lessen met betrekking tot beeldende kunst (tekenen en handvaardigheid) is er aandacht voor waarnemen, experimenteren, creëren en reflecteren. Tijdens de lessen muziek komen in 8 jaar tijd alle domeinen van muziek aan bod (zingen, muziek maken, luisteren, noteren, bewegen, creëren en componeren. De overige gebieden worden gekoppeld aan onder andere Blink en vieringen. Hierbij maken we gebruik van zogenaamde cultuurfunctionarissen, die we met hun expertise de school in halen. Zo worden het geen losstaande lessen, maar wordt het betekenisvoller. De leerlingen zullen op deze manier gedurende de basisschoolperiode met alle gebieden van kunst & cultuur onderwijs kennismaken. Hiervoor gebruiken we de methodes:
- Unit 1 t/m 3: 123zing (muziek), Laatmaarzien (beeldende vorming)
Bewegingsonderwijs
Bij bewegingsonderwijs leren we de kinderen deel te nemen aan bewegingssituaties en zich daarin te ontwikkelen en een positieve houding te ontwikkelen met betrekking tot beweging, sport en spel. De lessen in bewegingsonderwijs (gymlessen) worden gegeven door een vakdocent en vinden meestal plaats in de sporthal De Schutsboom en een enkele keer buiten.
Levensbeschouwing
Klimop is van oorsprong een katholieke basisschool. Ons onderwijs is gericht op de mens en zijn wereld. We willen ruimte bieden aan ieder individu. Dit komt tot uiting in de omgang met elkaar, de verschillende projecten en de sfeer die op school heerst. We besteden bewust ook aandacht aan andere geloofsovertuigingen. Alle kinderen nemen deel aan een viering bij feesten als Kerstmis en Pasen. We vinden het belangrijk deze vieringen zo veel mogelijk samen te doen.
Zelfregulerend leren en huiswerk
Op Klimop vinden we het van belang om onze leerlingen uit te rusten met zelfregulerende vaardigheden zodat zij het eigen leren, op school én thuis, kunnen sturen. Zo worden er van groep 1 t/m 8 instructies gegeven in deze vaardigheden en evalueren de leerlingen hierop. Omdat het zelfregulerend leren voorwaardelijk blijkt te zijn voor het kunnen maken van huiswerk willen we deze twee aspecten aan elkaar koppelen: huiswerk in de vorm van leerwerk zodat gericht geoefend kan worden met zelfregulerende vaardigheden. Daarnaast zal er middels het huiswerk extra geoefend worden met lesstof uit de groepen zodat kennis bijgespijkerd kan worden. Het maken van huiswerk zal in de bovenbouw plaatsvinden (groep 6 t/m 8).
ICT en mediawijsheid
De inzet van de computer binnen ons onderwijs groeit. Elke unit beschikt over Ipads, chromebooks en/of laptops en deze worden gedurende de lesdag regelmatig ingezet. Ook de leerkracht maakt gebruik van het digibord en communicatie met ouders over de (ontwikkeling van) de leerling verloopt via online platformen als MijnRapportfolio en Parro. We vinden het van belang dat kinderen de mogelijkheden, maar ook gevaren van internet kennen. Daarom krijgen kinderen in de bovenbouw educatie met betrekking tot mediawijsheid. De school zal proberen om de leerlingen in een zo veilig mogelijke internet- en e-mailomgeving te laten werken.
Vroeger was het in de wet geregeld dat kinderen die voor 1 oktober 6 jaar werden, naar groep 3 gingen. Sinds de Wet op het Basisonderwijs is deze strakke richtlijn afgeschaft. Wel is uit wetenschappelijk onderzoek en uit onze eigen ervaring gebleken dat de meeste kinderen rond de zes jaar zover in hun ontwikkeling zijn dat zij kunnen starten met het aanvankelijk lezen en het rekenen. Natuurlijk zijn niet alle kinderen tegelijk in die fase van ontwikkeling; er zijn onderlinge verschillen en daar willen wij ook rekening mee houden. Ons uitgangspunt is om ons onderwijs zo adaptief mogelijk te laten zijn en bij de ontwikkeling van het kind aan te sluiten. Om deze overgang zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen is unit 1 opgebouwd uit leerjaar 1, 2 en 3. Kinderen kunnen zo spelenderwijs kennismaken met groep 3 en kinderen van groep 3 kunnen nog genoeg spelend leren. Kinderen leren van en met elkaar, jong leert van oud en oud leert van jong.
De onderwijsinspectie is van mening dat alle kinderen die voor 1 januari van het betreffende schooljaar zes jaar worden, het volgend schooljaar naar groep 3 zouden moeten gaan. Als deze kinderen toch in groep 2 blijven, moet de school daar duidelijk aantoonbare redenen voor kunnen aanvoeren. Dit betekent dat wij met ouders/verzorgers van kinderen die voor 1 januari zes jaar worden, zullen bespreken waarom zij eventueel nog niet naar groep 3 kunnen. Het uitgangspunt is altijd de mate van ontwikkeling van het kind in al zijn aspecten.
De onderwijstijden van Klimop voldoen aan de wettelijke verplichtingen. De (basis)vakgebieden zijn evenredig verdeeld over de onderwijstijd van de leerlingen. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het aanbod eigen te maken. Daarnaast zijn de lessen opgebouwd uit instructietijd en verwerkingstijd. De onderwijsactiviteiten worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van bevoegde leraren. In individuele gevallen is het mogelijk af te wijken van de schooltijden. Bijvoorbeeld bij de start van een leerling in groep 1 of in geval van ziekte van een leerling.
We streven ernaar ieder kind de ondersteuning te geven die het nodig heeft. Passend onderwijs krijgt dan ook primair vorm binnen de school. Binnen het samenwerkingsverband Stromenland worden er vijf niveaus van zorg gehanteerd. Binnen deze zorgstructuur spelen leerkrachten, intern begeleiders en ouders/verzorgers een belangrijke rol.
Er is een verdeling in vijf niveaus van ondersteuning:
1. Adaptief onderwijs, zorg in de groep. Preventie van problemen door tegemoet te komen aan de basisbehoeften van kinderen: relatie, competentie en autonomie. Ieder kind dient deze ondersteuning op school te krijgen.
2. Zorg binnen de groep. Tegemoet komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van individuele leerlingen door de eigen leerkracht. Er wordt een passend onderwijsarrangement ontworpen om de basisondersteuning te verfijnen. Onder andere de leerlingen die onvoldoende of juist opvallend grote vaardigheidsgroei laten zien.
3. Tegemoetkomen aan de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen door extra hulp te zoeken op schoolniveau. De leerkracht ervaart op dit niveau handelingsverlegenheid en de intern begeleider wordt betrokken bij de casus.
4. Op dit niveau ervaart de school handelingsverlegenheid. De basisondersteuning voldoet niet meer. De school gaat onder leiding van de intern begeleider op zoek naar een nieuw perspectief om het onderwijsarrangement van de leerling te verzorgen. Hiervoor kan zij gebruik maken van het Ondersteuningsteam dat werkt vanuit het Ondersteuningsplatform Land van Cuijk, adviserende instanties of van extern onderzoek door een gespecialiseerd bureau.
5. Indien de school, ondanks hulp van de netwerkondersteuner van het Ondersteuningsplatform en/of andere instanties nog niet het juiste onderwijsarrangement aan de leerling kan bieden, wordt er uiteindelijk gekeken naar een andere school die het meest optimaal tegemoet kan komen aan specifieke onderwijsbehoeften van de leerling, of er wordt een zwaar arrangement aangevraagd in het kader van ‘passende plaats’ vanuit het SBO of vanuit het SO.
Passend onderwijs kan dus gerealiseerd worden op de eigen school, een andere reguliere basisschool, een SBO-school of een SO-school.
Als het kind zich niet optimaal ontwikkelt, gaat de leerkracht na wat de onderliggende problemen kunnen zijn. Het kan zijn dat de omstandigheden zodanig zijn, dat de leerkracht binnen de groep de problemen op kan lossen. Als een leerkracht een probleem signaleert, bespreekt hij/zij dit met de intern begeleider. Zij nemen dan samen een besluit over een mogelijke vervolgaanpak. Dit kan inhouden dat er een observatie gaat plaatsvinden door de intern begeleider. Ook kan ervoor gekozen worden om een hulpvraag in te dienen bij het ondersteuningsplatform of bij een andere externe instelling. Voordat dergelijke stappen worden ondernomen, wordt altijd met de ouders/verzorgers over de ondersteuningsbehoeften gesproken. Wanneer blijkt dat de geboden ondersteuning onvoldoende rendement oplevert en het kind zich daardoor onvoldoende ontwikkelt, wordt de mogelijkheid van een overgang naar een andere school, bijvoorbeeld speciaal basisonderwijs, besproken. De ouders/verzorgers spelen in deze procedure een belangrijke rol. Iedere stap wordt met hen overlegd en er wordt telkens om toestemming gevraagd.Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Meer- en hoogbegaafdheid
Op Klimop hebben we de ambitie om onze leerkrachten nog meer uit te rusten met kennis van de mogelijkheden voor het afstemmen van onderwijs op meer- en hoogbegaafde kinderen en hoe dit toe te passen in de dagelijkse praktijk. Meer- en hoogbegaafde kinderen worden hierdoor meer uitgedaagd en hebben meer plezier in het leren. Er is een professionele leergemeenschap van leerkrachten samengesteld die op dit gebied het huidige beleid zal actualiseren en aanscherpen.
Op Klimop vinden we het van belang om de overgang van het peuteraanbod naar groep 1 zo klein mogelijk te maken. Daarom werken we intensief samen met peuteraanbod Olleke Bolleke (Spring). Zo worden er samen activiteiten georganiseerd, zoals de Nationale Voorleesdagen, Sinterklaas en de Bosdag. Wanneer een kind bijna vier jaar wordt komt het onder de tijd van het peuteraanbod diverse keren wennen in unit 1 tijdens de werkles en/of buitenspelen zodat er al kennis is gemaakt met de klasgenootjes en leerkrachten. Er vindt een overdracht plaats tussen de leidsters van het peuteraanbod en leerkrachten van groep 1 wanneer een leerling de overstap naar de basisschool maakt. Indien gewenst neemt de intern begeleider van de school, na goedkeuring van ouders, ook deel aan deze overdracht.
In unit 1 (groep 1, 2 en 3) staat het spelend leren centraal. Vanuit thema's stellen leerkrachten een beredeneerd aanbod op rondom de vakgebieden voorbereidend- en aanvankelijk lezen, beginnende gecijferdheid en rekenen, handvaardigheid, themahoeken, etc. Leerlingen krijgen instructies in het instructielokaal en verwerken in het verwerkingslokaal. Ter automatisering van de kennis (zoals de telrij, de letters, etc.) wordt regelmatig bewegend leren ingezet.