De katholieke identiteit van onze school is onlosmakelijk verbonden met de Guiding principles van de BMS. Wij hebben haar uitgebreid beschreven in ons schoolplan. Deze katholieke identiteit willen wij zichtbaar en voelbaar laten zijn in de school en verbinden met het leven en werken van alledag in school. Dat doen we door:
a. Het verhaal van de school te vertellen. Directie en leerkrachten kunnen aan ouders vertellen waar de school voor staat door uit te leggen hoe en waar de visie en de missie terug te vinden is in de praktijk van leven en werken in school. De directeur vertelt in het aanname beleid hoe er inhoud en vorm wordt gegeven aan de traditie. Wij vragen regelmatig aan ouders, mr leden of zij onze identiteit herkennen en ervaren.
b. Te reflecteren op wie wij zijn, onze drijfveren en waartoe wij onderwijs geven. Tijdens studiedagen en teambijeenkomsten maken leerkrachten en directie tijd vrij om te reflecteren over de verbondenheid van de leerkracht met de school. Centraal staat de reflectie op drijfveren en inspirerende momenten. Ook wordt er ondersteuning gevraagd. Dit wordt zichtbaar in de persoon van een inleider of identiteitsbegeleider.
c. Inhoud te geven aan de vier uitingsvormen van identiteit: leren, vieren, dienen en gemeenschapszin.
Leren: kinderen leren spelenderwijs en vragenderwijs zich te verwonderen over hun bestaan en de wereld waarin zij leven. Wij gebruiken daarvoor de methode Trefwoord voor godsdienstige en levensbeschouwelijke ontwikkeling. Of door zingevingsvragen te stellen over de gebeurtenissen uit het leven van alledag.
Vieren: kinderen en leerkrachten mogen het leven vieren vanuit de dankbaarheid dat we de schepping hebben gekregen. Het leven vieren is ook het leven leren kennen in vreugde en verdriet, vanuit vertrouwen en hoop op de toekomst. Vieren biedt toekomstperspectief. Het vieren krijgt vorm vanuit de kalender van het kerkelijk jaar en in de weekopeningen. Op Sint Bonifacius Kindcentrum Reahûs willen we dat het leven gevierd wordt. Door het leven te vieren ontstaan een drietal dynamieken die het leven aangenaam maken. Het toeleven naar een feest verschaft ons voorpret en verlangen. Het feest zelf geeft energie en achteraf kunnen we ook nog terugkijken op iets moois. Drie ingrediënten die een positieve groepsvorming ondersteunen. We volgen met de kinderen de kalender van het kerkelijk jaar. Vaste elementen daarin zijn: Sint Maarten, Sinterklaas, Kerstmis, de Veertigdagentijd uitmondend in Pasen. Aan het einde van het schooljaar wordt stilgestaan bij de schoolverlaters van groep 8. Inmiddels hebben we Allerzielen toegevoegd aan de kalender. In de gemeenschapsruimte staat een levensboom. Die levensboom wil een plaats zijn waar kinderen uiting kunnen geven aan hun vreugde en hun verdriet. Door foto’s, tekeningen, brieven aan de boom te hangen wordt de mogelijkheid gegeven vreugde en verdriet met schoolgenootjes te delen. Bij de verschillende feesten wordt gezocht naar een brug met de parochie en het dorp. Er wordt ruimte ingepland voor het met de groep vieren van de verjaardag van de leerkracht.
Dienen: een oud woord uit de katholieke traditie is gericht op het geven van aandacht en zorg aan je naaste medemens. Zo is er - met de ogen van Jezus - altijd aandacht geweest voor armoede, de zieke en de stervende mens. Op school richten wij ons ook op onze medeklasgenoten en hun familie. In de gemeenschapsruimte staat een levensboom die ons dagelijks herinnert aan de mooie en verdrietige zaken in het leven. In de vastentijd zetten we ons in voor mensen dichtbij en veraf door een goed doel te steunen. Onze inzet is vrijwillig.
Gemeenschapszin: vraagt van leerkrachten, directie, kinderen en ouders om betrokken te zijn op elkaar en op de samenleving. In het besef dat je niet tot volledige ontplooiing kunt komen zonder betrokkenheid op elkaar en onderlinge solidariteit. Samen willen we werken aan een rechtvaardige samenleving; ook wel Bonum Commune genoemd. Onze Bonum Commune begint met het daadwerkelijk handen en voeten geven aan de waarden die de school belangrijk vindt in de omgang met elkaar. Maar ook in het besef dat we samen moeten leven in een pluriforme samenleving. Op Sint Bonifacius Kindcentrum Reahûs hechten we aan goede contacten met de parochie.
d. Burgerschap.
Iedereen kan samenleven leren en je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Als het goed is ontdekken kinderen:
- dat je overal samenleeft: thuis, op straat en op school
- hoe mensen goed samenleven
- dat mensen overal in de wereld samenleven
- dat we met elkaar meer bereiken dan alleen
- hoe ze omgaan met kritiek
De opdracht aan scholen om actiefburgerschap en sociale integratie te bevorderen is als volgt.
Het onderwijs:
- gaat mede uit van dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving
- is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie
- is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten
Actief burgerschap wil zeggen de bereidheid en het vermogen hebben om deel te willen uitmaken van de wereld als samenleving en daaraan een actieve bijdrage te leveren. Burgerschap is gericht op de sociale integratie van leerlingen; essentieel daarbij is nadruk te leggen op onderlinge verbinding en gedeelde waarden. In onze methode die we hanteren voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen (De Vreedzame School) en voor de methode die we gebruiken voor Wereldoriëntatie, creatieve vorming en bewegingsonderwijs (IPC) is alle ruimte opgenomen voor burgerschapsvorming.
IPC en Burgerschap
Internationalisering
Internationalisering is als leerlijn zorgvuldig en integraal in het IPC-curriculum verwerkt, met eigen leerdoelen. IPC helpt kinderen met het ontdekken van hun eigen nationale en culturele identiteit enerzijds. Anderzijds leren kinderen samenleven met andere nationale en culturerel identiteiten. Vanuit dit perspectief komen ook grote mondiale kwesties als wereldvrede, duurzaamheid en armoedebestrijding aan bod. Leerlingen krijgen voortdurend een wisselend perspectief aangeboden en ontdekken zo zelf overeenkomsten en verschillen tussen culturen en landen.
Persoonlijke doelen
IPC helpt bij vakkennis, vaardigheden en inzicht, nodig om de wereld beter te begrijpen. Daarbij biedt IPC acht persoonlijke doelen: samenwerken, communiceren, veerkracht, aanpassingsvermogen, ethisch bewustzijn, respect, zorgzaamheid en onderzoek. Deze doelen zijn net als internationalisering geïntegreerd in het curriculum en vormen geen apart vak.
Burgerschap in de thema's
IPC werkt met thema’s, die we units noemen. Een aantal thema’s hebben specifiek betrekking op actief burgerschap, bijvoorbeeld het thema Samenleven. Hier ontdekken kinderen de gemeenschap waar ze in leven, hoe jong en oud met elkaar omgaan en welke overeenkomsten en verschillen er zijn tussen gemeenschappen. Bij het thema Voortrekkers van verandering komen bijvoorbeeld verschillende regeringsvormen aanbod en wordt duidelijk hoe we globale problemen als klimaatverandering aanpakken.
Dit funderend onderwijs zorgt ervoor dat:
· Leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving.
· Leerlingen kennismaken met verschillende culturen en achtergronden van leeftijdsgenoten. (autonomie van het kind)
· Het de sociale integratie bevordert
Door te leven vanuit ons pedagogisch concept van de Individual Psychologie van Adler, de methodiek Vreedzame School, het organiseren van klassenvergaderingen en het functioneren van een leerlingenraad groeit bij de kinderen respect voor en kennis van democratische waarden en mensenrechten. Ze ontwikkelen zo sociale en maatschappelijke competenties en creëren op school een omgeving waar bovenstaande kan gedijen. Uiteindelijk willen we dat de kinderen begrijpen dat het in praktijk brengen van onderstaande punten gelukkig maakt:
· Vrijheid van meningsuiting
· Gelijkwaardigheid
· Begrip voor anderen
· Verdraagzaamheid
· Autonomie
· Afwijzen van onverdraagzaamheid (pesten e.a.)
· Afwijzen van discriminatie
Kiezen voor het werken aan ons Kindcentrum, kiezen voor het beleid ten aanzien van dat Kindcentrum betekent dat je kiest voor een plek waarin:
. we het leven vieren, zowel in vreugdevolle als in verdrietige momenten.
. de talenten die iedereen heeft optimaal ontwikkeld kan worden.
. we verantwoordelijkheid mogen dragen voor ons doen en laten op school.
. als het onverhoopt eens niet zo loopt zoals we graag willen, er nieuwe kansen worden geboden.
. het de moeite waard is om mens te zijn.
. het goed is om in te zetten voor een betere wereld, vrede en rechtvaardigheid.
Leren is niet het vullen van een hoofd, maar het ontsteken van een vlam.