Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
De groepen zijn op basis van leeftijd gegroepeerd. Groep 1/2 is heterogeen opgebouwd. Hier zitten leerlingen varierend in de leeftijd 4 t/m 6 jaar. De groepen 3 t/m 5 zijn jaargroepen waarbinnen voornamelijk onderwijs binnen de betreffende jaargroep wordt aangeboden. Wanneer het tegemoet komt aan onderwijsbehoefte van een leerling kan een leerling een instructie volgen in een andere jaargroep. Hiermee wordt beoogd om nog beter te voldoen aan de individuele onderwijsbehoefte. Dit kan op elk kernvak van toepassing zijn indien dit een specifiek doel dient.
Daarnaast vinden er ook groepsdoorbrekende activiteiten plaats op het gebied van lezen. Het zogenaamde tutorlezen waarbij een leerling die het technisch lezen goed beheerst een nog lerende leerling hierin mag begeleiden door samen hetzelfde boek te lezen.
De vakleerkracht voor bewegingsonderwijs biedt alle groepen, 1 t/m 8, een inhoudelijk hoog kwalitatieve lichamelijke opvoeding. Alle groepen gymmen twee keer per week.
Tevens worden alle leerlingen elk jaar gescreend op hun motorische vaardigheden. Aan de hand van deze screening kunnen leerlingen extra bewegingsonderwijs Motorische Remedial Teaching (mrt) krijgen. Dit gebeurt tijdens de les.
De vakleerkrachten voor muziekonderwijs bieden de leerlingen van groep 5 wekelijks instrumentale les. Leerlingen leren muzikale vaardigheden te onderzoeken en toe te passen. Vanuit de subsidie CMK3 krijgen de overige groepen muzieklessen van de vakleerkracht.
In samenwerking met Cultuurhuis Wherelant wordt er aan de hand van een doorlopende leerlijn op techniek les gegeven aan alle groepen. Op basis van onderzoekend leren binnen het domein kunst en techniek worden deze lessen vorm gegeven.
Het onderwijs in de eerste twee leerjaren is opgebouwd uit vijf periodes. Gedurende deze periodes worden aan de hand van de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) leerlijnen activiteiten op het gebied van rekenen, taal en sociale redzaamheid verbonden aan een thema. Door middel van spel staat de gehele periode alles met elkaar in verbinding. De leerlingen werken met groepsdoelen en ook met individuele leerdoelen. Daarbij wordt oog gehouden voor de ontwikkelingsfase van elke kind.
Gedurende de eerste twee leerjaren wordt toegewerkt naar een zo vloeiend mogelijke overgang naar groep 3. Aan de hand van een overgangsprotocol waarin kaders en verwachtingen staan, wordt gekeken waar de ontwikkelbehoefte van elke leerling ligt voor ze doorstromen naar groep 3.
De onderwijstijd is opgebouwd aan de hand van gerenommeerde lesmethodes. In de ochtend vinden voornamelijk instructies plaats op het gebied van rekenen, taal en lezen. Tijdens de ochtendpauze is aandacht voor sociale redzaamheid of gesprekken die onder burgerschap vallen. Dit kan bijv. naar aanleiding zijn van nieuws van de dag of het jeugdjournaal.
In de middag wordt er aandacht besteed aan vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, leefstijl, creativiteit of expressie. Deze komen methodisch of thematisch aan de orde. Als er aan een thema wordt gewerkt kan deze afgesloten worden met een activiteit. Soms worden de ouders hiervoor uitgenodigd.
Zicht op ontwikkeling
In de onderbouw (groep 1/2) wordt de ontwikkeling van de leerlingen bijgehouden middels ParnasSys leerlijnen. Ook in de groepen 3 t/m 8 volgen de leerkrachten dagelijks de ontwikkeling van de leerlingen. Periodiek nemen de leerkrachten toetsen af en bespreken de resultaten met de intern begeleider en de directie en rapporteren ze de vorderingen periodiek aan de ouders. Daarnaast voeren de leerkrachten ook gesprekken met leerlingen zelf over waar zij trots op zijn en wat zij (nog) willen leren. De vorderingen worden ingevoerd in het leerlingvolgsysteem waardoor we beschikken over nauwkeurige, geobjectiveerde overzichten van de ontwikkeling van ieder kind. Aan de hand van landelijke cijfers kunnen we bepalen in welke mate de ontwikkeling van een leerling in lijn ligt met die van Nederlandse leeftijdsgenoten. Het onderwijsaanbod dat wij bieden past bij de mogelijkheden van de leerling.
Ondersteuning
Soms is de vraagstelling ingewikkeld en hebben we hulp van buitenaf nodig. We kunnen dan met toestemming van de ouders een beroep doen op bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werk (SMW) of de schoolarts. De schoolmaatschappelijk werkster is op een aantal vaste momenten in de school aanwezig. Hiermee wordt beoogd dat ouders zo laagdrempelig mogelijk een beroep op de SMW-er kunnen doen. Ook kunnen we om ondersteuning vragen bij het regionale Samenwerkingsverband Waterland (SVW). Vanuit het SVW is een schoolondersteuningsadviseur aan de school gekoppeld. Met elkaar kan kennis worden gedeeld en expertise worden opgehaald. Uit overleg kan een ondersteuningsarrangement opgesteld worden. Het ondersteuningsarrangement geeft het antwoord op de vraag wat een leerling, de school en de ouders nodig hebben, zodat de leerling zich optimaal kan ontwikkelen. Als de ondersteuningsbehoefte buiten de mogelijkheden van de school valt, zal plaatsing op het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs aangevraagd worden. Bij dit gehele traject zijn ouders nauw betrokken.
Meer begaafdheid?
Als een leerling zich snel en makkelijk lijkt te ontwikkelen, dan draagt de school er zorg voor dat de leerling op zijn/haar niveau wordt uitgedaagd. Voor leerlingen met een grote ontwikkelingsvoorsprong bieden wij extra stimulans en uitdaging, omdat wij ons er van bewust zijn dat zij onderwijs nodig hebben dat aansluit bij hun leerbehoeftes, tempo en leerstijl. Dit betekent dat de leerling minder aandacht besteedt aan het reguliere (basis)werk en uitdagender werk krijgt aangeboden. Tevens bestaat de mogelijkheid dat een leerling in aanmerking komt om een dagdeel onderwijs te volgen in de Bovenschoolse Plusklas VOSTOK. Een onafhankelijke toelatingscommissie bepaalt of de door school aangemelde leerling wordt toegelaten.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
We zijn in het schooljaar 2022-2023 voorzichtig begonnen met een visietraject. Het komende schooljaar 2023-2024 zal dat visietraject geïntensiveerd worden. Hierin wordt o.a. het toekomstige onderwijsaanbod beschreven.
Onze school is geen VVE-School. We werken voor de voor- en vroegschoolse educatie samen met een peuterspeelzaal/kinderdagverblijf in het gebouw van de school. Deze peuterspeelzaal heet 't Boterbloempje is wel een VVE locatie en onderdeel van de Stichting Kinderopvang Purmerend (SKOP).
Veel kinderen van de peuterspeelzaal stromen door in onze school bij groep 1. Er vindt, met toestemming van ouders, een 'warme' overdracht plaats tussen de leidsters van de peuterspeelzaal en de leerkracht waarbij de leerling in de groep komt. De ontwikkeling van het kind wordt besproken en eventueel gesignaleerde leer- en ontwikkelingsproblemen worden overgedragen. Door deze vroegtijdige onderkenning van eventuele problematiek, kan de juiste onderwijsbehoefte sneller tot stand komen. Zo is de overstap voor u en uw kind vanzelfsprekend. Tevens zijn er mogelijkheden om te komen wennen voor dat de leerlingen echt gaan starten.