Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
Zie invulling van onderwijstijd
Ontwikkelingsgericht onderwijs verbindt een leerlinggerichte pedagogiek met een activerende didactiek. Het staat tussen methodegerichtheid en leerlinggerichtheid, waarbij van beide aanpakken de goede kanten gebruikt worden. Tegelijkertijd vermijdt OGO de valkuilen van beide aanpakken. Het gevaar aan methodegerichtheid is dat de leerlingen ondergeschikt worden aan de methode. En bij een te sterke leerlinggerichtheid is het gevaar dat de leerkracht te afwachtend is om te zien wat de leerling al kan. OGO is dus de gulden middenweg.
Werken met thema’s
Ontwikkelingsgericht onderwijs werkt met thema’s. Een thema duurt circa zes tot acht weken. Het is daarom noodzakelijk dat je verschillende kanten op kunt met een thema. Natuurlijk is het van groot belang dat de kinderen het thema interessant vinden. Vaak komt er in de klas een onderwerp naar voren, waar de kinderen meer over willen weten. Dat werkt de leerkracht dan uit tot een thema. Bij het thematiseren verbindt de leerkracht zijn bedoelingen met de betekenissen van kinderen.
Kleuterleerkrachten bedenken ook nieuwe activiteiten voor de hoeken in de klas, zodat het hoekenspel nieuwe impulsen krijgt. Thematiseren vraagt om voorbereiding, oefening, observatie, reflectie, in elke fase van het thema.
Ontwikkelingsgericht onderwijs maakt onderscheid tussen vijf kernactiviteiten, die de basis leggen voor verdere leerprocessen. Die activiteiten zijn:- Spelactiviteiten
- Onderzoeksactiviteiten
- Constructieve en beeldende activiteiten
- Gespreksactiviteiten
- Lees- en schrijfactiviteiten
- Reken- en wiskundige activiteiten.
Het belangrijkste principe is de zone van naaste ontwikkeling. Het kind ontdekt vanuit zijn eigen ontwikkeling wat op het randje van zijn kunnen en nog niet kunnen ligt. Een vaste tijdsindeling van specifieke vakken is dus niet te bepalen.
Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs in werking getreden. Passend onderwijs betekent dat alle kinderen een plek krijgen op een school die bij hen past. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Daarvoor werken scholen in een regio of stad samen in een samenwerkingsverband. De ondersteuning die een school biedt staat in het ondersteuningsprofiel van de school. Passend onderwijs geldt voor alle basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs.
In het ondersteuningsprofiel beschrijven wij hoe de basisondersteuning en de extra ondersteuning wordt vormgegeven en met welke partners er wordt samengewerkt. Met dit profiel worden tevens de mogelijkheden van ons onderwijs begrensd. Het document is vastgesteld in overleg met de ouders uit de Medezeggenschapsraad na samenspraak met het personeel van de school.Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
De komende jaren blijven wij onze specialisten stimuleren om te blijven ontwikkelen in hun vakgebied, zodat wij hun expertise kunnen inzetten om onze leerlingen nog beter te kunnen blijven begeleiden met hun ondersteuningsbehoefte.
Onze school heeft geen extra aanbod voor het jonge kind. We werken samen met kinderopvangorganisaties Blos en SkippyPePijN. Zij zijn eveneens gehuisvest in ons gebouw.
We gebruiken o.a. PeuteropStap, waarbij de toekomstige leerlingen op een laagdrempelige manier kennismaken met de school en ons systeem.Peuters gaan regelmatig een uurtje spelen en werken in een van de kleutergroepen, onder begeleiding van een pedagogisch medewerker van SkippyPePijN.
Tevens worden enkele thema's die bij de kinderopvang worden ingezet, afgestemd op de thema's die worden aangeboden in de groepen 1-2.
Ten slotte vindt er altijd een overdracht plaats tussen de kinderopvangorganisaties en school.