Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Door middel van toetsen, observaties, analyse van het werk van uw kind en kind- en oudergesprekken wordt de onderwijs- en/of ontwikkelbehoefte van uw kind bepaald en centraal gesteld. Deze onderwijs- en/of ontwikkelbehoeften worden door de leraar vastgelegd in een groepsoverzicht. Het groepsoverzicht wordt gedurende het schooljaar minstens twee keer aangepast. Het groepsoverzicht van juni vormt de overdracht naar de volgende groep.
De Cito-toetsen worden halverwege en aan het einde van het schooljaar afgenomen. De resultaten van de toetsen worden opgenomen in ons leerlingvolgsysteem (LVS) om zo de voortgang van de ontwikkeling van uw kind in kaart te brengen. Naast de halfjaarlijkse methode onafhankelijke toetsen monitoren we ook de kortlopende doelen van de verschillende vakgebieden.
Het resultaat van toetsen geeft informatie over de individuele leerling, het groepsgemiddelde en het schoolgemiddelde.
Ouders ontvangen de resultaten van de Cito-toetsen bij de rapportage en bij analyse van de toetsen wordt gekeken of er extra zorg nodig is.
De resultaten van de Cito-toetsen van groep 6 en groep 7 geven een indicatie naar welk type vervolgonderwijs een leerling zou kunnen uitstromen en op welke cognitieve ontwikkelingsgebieden een leerling nog extra uitgedaagd moet worden.
De afgelopen jaren maakten kinderen op de basisschool een wettelijk verplichte eindtoets. In het schooljaar 2023-2024 verandert deze eindtoets in een doorstroomtoets. De datum voor deze eindtoets is wettelijk vastgesteld in de periode van 5 februari t/m 18 februari. In de periode tussen 10 en 31 januari ontvangen alle kinderen van groep 8 hun voorlopig advies. Daarna maken zij de doorstroomtoets. De ROUTE 8 doorstroomtoets is een digitale, adaptieve toets op vraagniveau. Dit betekent dat de moeilijkheid van elke vraag wordt aangepast aan de vaardigheid van de leerling. Door deze manier van toetsen wordt de leerling altijd uitgedaagd tot de bovengrens van zijn of haar niveau. Het verplichte onderdeel ‘Wat kan ik?’ van ROUTE 8 geeft op basis van de behaalde eindscore een advies voor het voortgezet onderwijs. Daarnaast wordt ook aangegeven of de leerling de referentieniveaus heeft behaald voor de onderdelen Leesvaardigheid, Taalverzorging en Rekenen. Als aanvulling kunnen de optionele onderdelen ‘Wie ben ik?’ en ‘Wat wil ik?’ gemaakt worden.
Uiteraard zijn de resultaten van deze toetsen voor ons belangrijk, omdat wij ons daardoor kunnen bezinnen op het gegeven onderwijs. We kunnen daaruit conclusies trekken, bijvoorbeeld over aanpassing van de didactiek of extra instructietijd voor een bepaald aspect. Elk schooljaar worden de resultaten van de Cito-toetsen in een teamvergadering besproken en geanalyseerd.
Het schooladvies dat wij op de Immanuelschool uitbrengen, is gebaseerd op het beleid vanuit de POVO-procedure waarin de uitslagen van de cito-toetsen van groep 6, groep 7 en groep 8 bepalend zijn. Daarnaast nemen we ook de werkhouding, de leermotivatie en het welbevinden van de leerling mee in het advies. Wij geven dus een schooladvies dat volgens ons past bij het cognitieve en het sociale niveau van de leerling.
In januari nemen wij de Route 8 eindtoets af, wat een onafhankelijk schooladvies geeft. Als het advies vanuit de Route 8 hoger is dan het schooladvies, zijn wij verplicht om het schooladvies in heroverweging te nemen. Dit wordt met u afgestemd.
Als een van onze leerlingen overstapt naar een andere school, dan is onze school wettelijk verplicht om de nieuwe school gegevens over die leerling te verstrekken in de vorm van een onderwijskundig rapport. Hierin staan alleen die gegevens die relevant zijn voor de nieuwe school om de leerling goed te kunnen begeleiden en te laten leren.
De ouders/verzorgers hebben ten alle tijde inzagerecht in het overstapdossier. Met behulp van een landelijke standaard, Overstapservice Onderwijs (OSO), kunnen scholen deze gegevens veilig, eenduidig en betrouwbaar digitaal uitwisselen.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
De Immanuelschool is een open christelijke school. Belangrijke waarden worden aan de bijbel ontleend. Het is voor ons vanzelfsprekend dat wij de identiteit van de school in de praktijk tot uiting brengen. Wij komen aan het unieke van kinderen tegemoet. Respect, openheid en vertrouwen zijn belangrijke elementen van het pedagogisch klimaat op onze school. Wij vinden het belangrijk om een omgeving te scheppen waarin kinderen zich goed kunnen ontwikkelen. Hierbij vinden wij veiligheid, structuur en regelmaat belangrijk. Op de Immanuelschool vinden wij zowel de cognitieve ontwikkeling (het aanbieden van kennis, het leren) als de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen belangrijk. Wij leren kinderen verantwoordelijkheid te dragen en bevorderen de zelfstandigheid. Wij stimuleren hierbij de eigen inbreng van kinderen. Kinderen verschillen van elkaar en deze verschillen zijn uitgangspunt voor het pedagogisch en didactisch handelen. Naast het aanbieden van basiskennis voor alle kinderen, willen wij in onze manier van werken tegemoet komen aan en zorg hebben voor de individuele talenten van kinderen.
Afgelopen jaar heeft de inspectie een bezoek gebracht aan onze stichting De Vier Windstreken. Daarbij zijn verschillende scholen binnen de stichting bezocht en heeft de inspecteur om mooi inzicht en overzicht gekregen hoe de scholen van De Vier Windstreken presteren.
De inspecteur heeft De Vier Windstreken met een ruime voldoende beoordeeld en voor kwaliteitscultuur zelfs een goed.
De Immanuelschool heeft een thema-onderzoek gehad met betrekking tot het thuisonderwijs. Dit onderzoek heeft geen beoordelend karakter. Desalniettemin kregen we complimenten van de inspecteur over onze aanpak en manier van werken.