Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Op sls de Binding bekijken we elk jaar met elkaar wat de beste indeling van de groepen is voor het daaropvolgende schooljaar. Het aantal groepen is afhankelijk van de beschikbare formatiegelden. De toedeling van formatiegelden is afhankelijk van het aantal leerlingen.
Bij het maken van een groepsindeling zijn de volgende overwegingen van belang:
- Grootte van de groep
- Klimaat in de groep
- Hoeveelheid leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
- Expertise van leerkrachten
- Voorkeuren van leerkrachten
Het voorstel met betrekking tot de groepenindeling (inzet formatiemiddelen) wordt ter goedkeuring aangeboden aan de medezeggenschapsraad.
In de groepen 3 t/m 8 gebruiken we de methode Blink. Dit is een geïntegreerde methode voor wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur).
In alle groepen gebruiken we de methode Trefwoord voor het geven van levensbeschouwelijk onderwijs.
Op sls de Binding gunnen we ieder kind thuis nabij onderwijs. Daarbij kijken we of we als reguliere basisschool het onderwijs kunnen bieden dat tegemoet komt aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van het kind. In het Schoolondersteuningsprofiel (hierna te noemen SOP) beschrijven we deze werkwijze.
Bij de intake zullen we, op basis van kennismaking en eventuele overdracht, een inschatting maken van de mate waarin ons onderwijs voldoende past bij het kind. Eventueel maken we daarbij gebruik van een instroomdocument.
De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor het onderwijs aan alle leerlingen binnen de groep. Zij stemmen hun pedagogische en didactische aanpak af op de leerlingen. In samenspraak met de Intern Begeleider bekijken ze tijdens groepsbesprekingen of hun gekozen aanpak effectief is en\of bijsturing vereist. Deze aanpak is er vooral op gericht om preventief te werk te gaan en met een blik te kijken naar de gehele schoolorganisatie. Het resultaat is dan dat leerkrachten, ook in navolgende jaren, blijvend in staat zijn om de leerlingen het onderwijs te blijven bieden dat leidt tot optimale ontwikkeling.
Indien er leerlingen zijn die meer nodig hebben dan de leerkrachten kunnen bieden, hebben we de mogelijkheid om een onderwijsassistent (met leerkrachtvaardigheden) doelgericht in te zetten door middel van re- of pre-teaching of leren van zelfregulatie-vaardigheden.
Bij alle fasen is het bovenschoolse ondersteuningsteam in meer of mindere mate betrokken. Door middel van Consultatieve Leerling Begeleidingsgesprekken vragen we feedback over onze aanpak. Via het ondersteuningsteam kunnen we ook diverse expertises inroepen.
Indien blijkt dat de grenzen van de school in zicht komen, zoals beschreven in het SOP, dan gaan we het gesprek aan met alle betrokkenen en zoeken gezamenlijk naar een andere passende onderwijsplek voor de leerling, waar hij/zij wel het onderwijs kan ontvangen dat beter bij de behoeften van de leerling past.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
We willen in ieder geval kijken naar hoe we de kennis van de specialisten meer in de school kunnen inzetten. Er kan veel meer gebruik worden gemaakt van elkaars specialisme.
Daarnaast willen wij de optie verkennen om een taalspecialist en een rekenspecialist voor de school op te leiden.
SLS de Binding hecht veel waarde aan de warme overdracht met de verschillende peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in de buurt. Dat vinden wij een belangrijk onderdeel van de doorgaande lijn in de ontwikkeling van het jonge kind.
Maar ook het persoonlijk contact met de ouders draagt bij aan het vroegtijdig kennen van de jonge leerlingen. De leerkrachten gaan daarom op huisbezoek.
Middels de warme overdracht met de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf en het persoonlijk contact met de ouders zijn we in staat vroegtijdig te signaleren welke ondersteuningsbehoefte ieder kind, in meer of mindere mate heeft.