School voor Speciaal Basisonderwijs De Kampingerhof

Kampingerhof 2 8431 AS Oosterwolde (Fryslân)

Schoolfoto van School voor Speciaal Basisonderwijs De Kampingerhof

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Sinds het schooljaar '19/'20 moet de verplichte eindtoets ook afgenomen worden in het Speciaal Onderwijs en Speciaal Basisonderwijs. Met de eindtoets kunnen de leerlingen laten zien wat ze hebben geleerd op de basisschool. De leerkracht geeft advies voor het onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs. Als de leerling op de eindtoets hoger scoort dan het advies, dan moet de leerkracht het advies heroverwegen.

In het schooljaar 20/21 heeft de verplichte eindtoets voor het eerst plaatsgevonden. Er is hierbij gekozen om de Route-8 toetsing in te zetten bij onze leerlingen. Er zijn geen bijstellingen gedaan in de adviezen die met ouders en leerlingen zijn besproken. 

In het schooljaar 21/22 heeft de verplichte eindtoets plaatsgevonden. Hierbij is gekozen om Route-8 toetsing in te zetten bij onze leerlingen. Er zijn geen bijstellingen gedaan in de gegeven adviezen. 

In het schooljaar 22/23 heeft de verplichte eindtoets plaatsgevonden. Hierbij is gekozen om Route-8 toetsing in te zetten bij onze leerlingen. Er is één advies bijgesteld naar boven. 

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Het volgen en sturen van onze leerlingen.

De ondersteuningscyclus.

Het schooljaar is verdeeld in vier periodes van ongeveer tien weken. De leerkracht werkt in de groep volgens de handelingsgerichte diagnostiek. De aanpak is als volgt opgebouwd:

  • Waarnemen: De leerkracht verzamelt gegevens over de leerlingen. Het gaat hier om observaties, toetsen, gesprekken met ouders en de leerling. Alle gegevens worden verzameld in een groepsoverzicht.
  • Begrijpen: De leerkracht analyseert de gegevens en bekijkt aan de hand hiervan aan welke doelen de leerling de komende periode gaat werken en wat de leerling nodig heeft om ze te bereiken.
  • Plannen: De leerkracht gaat kijken welke leerlingen dezelfde onderwijsbehoeften hebben en maakt een plan voor de komende periode.
  • Realiseren: In deze periode wordt er gewerkt aan het halen van de gestelde doelen. De leerkracht gebruikt deze periode om nieuwe gegevens te verzamelen over de leerling, die weer gebruikt gaan worden bij de volgende zorgperiode.
  • Evalueren: Na een zorgperiode wordt gekeken of de doelen gehaald zijn. De onderwijsbehoeften van de leerling worden geëvalueerd en eventueel bijgesteld.

In januari en juni wordt het uitstroomperspectief van de leerling geëvalueerd. Na elke periode vindt er een gesprek met ouders, leerkracht en eventueel leerling plaats. De afgelopen periode wordt geëvalueerd en doelen voor de komende periode worden besproken. Zowel het OPP van alle leerlingen als de groepsplannen zijn terug te vinden in parnassys. 

Het leerlingendossier.

Elke leerling beschikt over een dossier. Hierin staan onder meer: persoonsgegevens, notities over besprekingen van het kind, van de gesprekken met ouders en verzorgers, van onderzoeken, toets- en rapportgegevens. Het dossier is strikt vertrouwelijk. U kunt als ouder het dossier in zien. Praktisch betekent dit dat u een afspraak moet maken met de directeur om het dossier te bekijken. Het kan zijn dat wij gegevens uit het dossier aan anderen willen of moeten laten zien. Hiervoor hebben wij altijd toestemming van gezaghebbende ouders en verzorgers nodig. Al onze dossiers zijn digitaal terug te vinden in parnassys. 

Toetsing.

Tijdens het schooljaar worden de toetsen die bij de methodes horen afgenomen. Aan de hand van de resultaten maken leerkrachten direct keuzes in het onderwijsaanbod om goede resultaten te behalen.

Op vaste tijdstippen nemen we methode-onafhankelijke af. Op de Kampingerhof gebruiken we hiervoor CITO leerling in beeld en voor de afname van de eindtoets gebruiken wij route 8. De resultaten van deze toetsen maken een vergelijking met het landelijk gemiddelde en geven ons een redelijk objectief beeld van de leerprestaties van de leerling. Verder is het resultaat van de toetsen en testen van belang voor het eventueel geven van extra ondersteuning. Het resultaat van de toetsen wordt bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. De individuele resultaten worden door de intern begeleider en groepsleerkracht besproken. Daarna worden de uitkomsten besproken met ouders en leerlingen tijdens de oudergesprekken. De uitkomsten worden tevens gebruikt om het effect van het gegeven onderwijs te evalueren. De uitkomsten worden tijdens de oudergesprekken met de ouders en, indien mogelijk, de kinderen besproken.

Interne en externe ondersteuning.

Als een leerkracht moeite heeft met het vinden van een oplossing is er zowel intern als extern ondersteuning te vragen. Binnen de school is de eerste persoon hiervoor de intern begeleider.

De leerkracht en intern begeleider kunnen de logopediste en kinderoefentherapeut, een orthopedagoog, een gedragsdeskundige, de maatschappelijk werkende en de schoolarts inschakelen waar dat nodig is.

Mochten de vragen meer specialistisch van aard zijn, dan wordt in overleg met ouders externe ondersteuning gezocht. Te denken valt aan ondersteuning vanuit de expertisecentra en hulpverleningsinstanties. Ook kan de expertise van Veilig Thuis en de leerplichtambtenaar worden ingezet. Het Gebiedsteam van de gemeente is hierin een belangrijke schakel.

Terugplaatsing naar de basisschool.

Bij de halfjaarlijkse evaluatie wordt door de leerkrachten gekeken of er kansen zijn om een leerling terug te plaatsen in het reguliere basisonderwijs. De besluitvorming hierover vindt zeer zorgvuldig plaats na intensief overleg met ouders, leerling, intern begeleider en de commissie van begeleiding. In overleg met het MDO (Multidisciplinair Team) van de Stipe wordt gekeken welke school een passend aanbod voor de leerling kan bieden. Daarna zal een plan gemaakt worden om de overstap naar het reguliere basisonderwijs succesvol te laten zijn.

Schoolverlaters, het laatste jaar.

Het is van belang dat het maken van een keuze voor een school voor voortgezet onderwijs goed begeleid wordt. De school moet aansluiten bij de mogelijkheden, talenten, interesses en specifieke onderwijsbehoeften van de leerling.

In het voorlaatste leerjaar wordt expliciet stilgestaan bij de overgang naar het voortgezet onderwijs. Er wordt bijvoorbeeld kritisch gekeken naar het uitstroomperspectief van de leerling, leerlingen die in aanmerking komen voor de schakelklas worden geclusterd en er wordt gestart met het invullen van het onderwijskundig rapport.

Het laatste schooljaar staat in het teken van het kiezen van een school, het voorbereiden van de leerlingen op de nieuwe situatie en de overdracht naar de nieuwe school.

Aan de hand van de toets resultaten, leerling kenmerken en speciale onderwijsbehoeften geeft de school een advies ten aanzien van de schoolkeuze. De resultaten van de eindtoets en het advies worden besproken met ouders en leerlingen. Daarna melden de ouders hun kind aan bij de school van hun keuze.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

In groep 8 krijgt elke leerling een persoonlijk advies voor het voortgezet onderwijs. Het advies is voor het onderwijssoort dat past bij het niveau van de leerling. Leerprestaties, aanleg en ontwikkeling op de basisschool spelen hierbij een rol. Leerlingen krijgen eerst het voorlopige schooladvies en daarna volgt een toets. Heeft de leerling een hogere toetsuitslag dan het gegeven schooladvies? Dan stelt de school het advies bij, tenzij het in het belang is van de leerling om dit niet te doen.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Aan het begin van het schooljaar wordt er in alle groepen gewerkt met ‘De gouden weken’. Deze weken staan in het teken van groepsvorming en oudercontact (in de vorm van startgesprekken). Een duidelijk lesprogramma met een goede opbouw en een helder lesrooster dragen bijvoorbeeld al bij aan de veiligheid. Leerlingen weten waar ze aan toe zijn en dit zorgt voor houvast en veiligheid. Door het inzetten van Energizers en coöperatieve werkvormen ontstaat er verbinding door samenwerking en samen lol hebben. De ingezette Energizer en coöperatieve werkvormen moeten echter wel ingezet worden met een doel. Daarnaast is het leerkrachtgedrag erg belangrijk. Het tonen van voorbeeldgedrag, het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de klas en het geven van sociaal voorbeeldgedrag is essentieel. Afspraken gelden zowel voor leerlingen als voor leerkrachten. Spreken we in de klas af dat we op fluistertoon communiceren, dan geeft de leerkracht hierin het voorbeeldgedrag en houdt zich ook aan deze afspraak.  

Met de leerpunten leggen we een verdere basis om een stevig pedagogisch klimaat neer te zetten. Een prettige en open sfeer in de klas, een positief groepsgevoel en een goed voorbeeld van de leerkracht wat betreft respectvol omgaan met verschillen tussen kinderen onderling, helpen het ontstaan van situaties met betrekking tot ongewenst gedrag of pestsituaties te voorkomen.        

In januari worden ‘De gouden weken’ nogmaals herhaald in de vorm van ‘De zilveren weken’. Dit doen wij omdat na de vakantie het groepsproces weer opnieuw begint. Om het groepsproces nogmaals positieve en veilige basis te geven wordt er in de twee weken na de kerstvakantie wederom expliciet aandacht besteed aan de groepsvorming. De leerkracht speelt hierin weer een cruciale rol.  

Wij vinden het belangrijk dat:  

  • Onze leerlingen gezien worden.
  • Onze leerlingen serieus genomen worden.
  • We ons kunnen inleven in de leerling.
  • We betrouwbaar zijn en doen wat nodig is
  • We achter het gedrag van de leerling kunnen kijken
  • We onze leerlingen gedifferentieerde feedback geven    

Het gehele schooljaar door zullen de leerpunten centraal staan in ons aanbod om sociale competenties bij onze leerlingen te versterken.     

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Veilig
  • Open
  • Eerlijk

Wat zegt de inspectie over de school?

Toelichting van de school

1 keer in de vier jaar vindt er een bestuurlijk bezoek plaats van de onderwijsinspectie. Deze heeft in 2023 plaatsgevonden. Stichting Comprix heeft hierbij een positief advies gekregen van de inspectie van onderwijs. 

Indien nodig zullen wij ingaan op verzoeken vanuit de inspectie om deel te nemen aan de verschillende onderzoeken die er zijn. 

Terug naar boven