Hoe toetst de school de sociale veiligheid?
De school monitort de sociale en fysieke veiligheid met een vragenlijst afgenomen door/via: Leerlingvragenlijst Zien.
Toelichting van de school
Elk kind moet zich op school veilig en gewaardeerd kunnen voelen. Ouders, leerlingen en leerkrachten willen daarom samen werken aan een prettige sfeer op school. Goede communicatie is daarin erg belangrijk. De leerkracht werkt aan een positieve groepsvorming, waarin met respect voor elkaars mogelijkheden en samenwerking gestimuleerd wordt. Door middel van het sociogram en de leerlingvragenlijst van ‘Zien’ heeft de leerkracht zicht op de groep, het groepsproces, pestgedrag en pestbeleving.
Op de pleinen wordt actief gesurveilleerd; dat betekent in ieder geval dat de surveillant op tijd aanwezig is, daadwerkelijk ingrijpt en de gebeurtenis doorgeeft aan de groepsleerkracht. In de groep wordt probleemgedrag besproken en met de kinderen worden afspraken gemaakt. De leerkracht is alert op non-verbale en verbale uitlatingen die de sfeer negatief beïnvloeden en grijpt daarop in. Aan de leerlingen wordt duidelijk gemaakt dat signalen van pesten doorgegeven moeten worden aan de leerkracht.
Bij signalering wordt het probleem serieus genomen. De leerkracht probeert zicht te krijgen op de oorzaak, de omvang van het pestgedrag en de mogelijke gevolgen voor het slachtoffer.
Bij pesten van leerkrachten onderling kan steun worden gezocht bij de vertrouwenspersoon en kan de directie ingelicht worden. Bij vermoedens van pesten wordt de niet-confronterende methode toegepast: de leerkracht praat met collega’s over zijn vermoedens. In de groep worden activiteiten ondernomen gericht op de pestproblematiek in het algemeen, zodat het voor de kinderen veiliger is om er over te praten en het probleem eventueel op die manier boven tafel te krijgen. Bijvoorbeeld d.m.v. een pestproject, vragenlijsten of lessen.
Bij zekerheid van pesten wordt de confronterende methode toegepast: de leerkracht neemt duidelijk stelling en wijst pesten af. De leerkracht voert met de groep een gesprek over het pestgedrag in zijn of haar groep. De leerkracht spreekt met de leerlingen nadere regels en omgangsvormen af. De leerkracht voert afzonderlijke gesprekken met zowel pester als gepeste. Bij aanhoudend pesten neemt de leerkracht contact op met de ouders van pester en gepeste om samen aan een oplossing te werken.