Wij werken op KBS De Toekomst met SWPBS
SWPBS
KBS De Toekomst vindt het belangrijk dat elk kind zichzelf kan zijn en zich geaccepteerd voelt. Dit doen wij door een overzichtelijke, gestructureerde maar vooral ook veilige omgeving te creëren voor iedereen. Wij leggen hierbij de nadruk op het positieve! SWPBS staat voor 'School Wide Positive Behaviour Support'. Het doel van PBS is het creëren van een veilig onderwijsklimaat voor alle leerlingen. Hierdoor wordt het leren bevorderd. Met PBS maken we concreet wat wij qua gedrag van leerlingen verwachten in en om de school. Door dit concrete gedrag actief aan te leren en systematisch te belonen, lukt het leerlingen beter om zich aan regels te houden en gewenst gedrag te laten zien. Hiermee wordt een veilig en positief schoolklimaat gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. De aanpak richt zich op drie niveaus: de school als geheel, de afzonderlijke groepen en de individuele leerlingen die extra begeleiding nodig hebben.
Binnen de pBS aanpak maken we gebruik van een gedragsprotocol. Dat is een instrument om te omschrijven wat wij gewenst en ongewenst gedrag vinden en hoe wij daarmee omgaan. Mocht er ongewenst gedrag (pesten) voorkomen, dan zijn we genoodzaakt hierin stappen te ondernemen. Welke stappen dit zijn, wordt in dit protocol omschreven.
Gedragsprotocol:
Wij maken op De Toekomst gebruik van SchoolWide Positive Behavior Support (SWPBS). Dagelijks willen wij onze kinderen normen en waarden meegeven. We hebben ervoor gekozen om dit vorm te geven vanuit drie hele belangrijke waarden. In onze dagelijkse omgang met de kinderen zijn volwassenen daarin een voorbeeld. De sfeer waarin een kind opgroeit, is van groot belang om een volwaardig mens te worden. We stellen daarom een vriendelijk, gezellig en veilig klimaat met orde en regelmaat op prijs. Pas als een kind zich echt veilig voelt, kan het zich goed en evenwichtig ontwikkelen.
De drie basiswaarden waar PBS op KBS De Toekomst op rust zijn: Respect, Veiligheid en Verantwoordelijkheid. Hierop zijn de gedragsverwachtingen in de algemene ruimtes en klas gebaseerd. Deze gedragsverwachtingen zijn gevisualiseerd op een klapper in elke klas.
Gewenst gedrag
In alle groepen besteden we aandacht aan het geven van complimenten. Complimenten zijn immers leuk om te geven én om te krijgen, hoe jong of oud je ook bent. We leren de kinderen waarover je een compliment kunt geven, hoe je dat kunt doen en wat je kunt zeggen om te bedanken voor een compliment.
Op onze school leggen we de nadruk op goed gedrag. Het belonen van goed gedrag en het opstellen van concrete gedragsverwachtingen hebben een positief effect op het gedrag. Door schoolbreed duidelijk te maken wat de verwachtingen zijn en de kinderen te belonen die zich eraan houden, wordt het klassenklimaat verbeterd. Goed gedrag wordt beloond d.m.v. een beloningssysteem en ongewenst gedrag wordt zoveel mogelijk genegeerd.
Ongewenst gedrag
We hanteren eenduidige interventies gericht op het snel ombuigen van ongewenst gedrag naar gewenst gedrag. We negeren ongewenst gedrag actief en geven aandacht aan gewenst gedrag. Ook gebruiken we de reactieprocedure bij ongewenst gedrag:
1. Leerkracht vraagt de leerling welk gedrag verwacht wordt.
2. Leerkracht benoemt nogmaals de gedragsverwachting.
3. Leerkracht geeft het kind een keuze; of het kiest voor de consequentie of de leerling houdt zich aan de gedragsverwachting.
4. Leerkracht deelt de genoemde consequentie uit. Tussen de stappen verbreekt de leerkracht kort het contact en geeft de leerling tijd om te schakelen in gedrag. Gewenst gedrag wordt direct gecomplimenteerd.
Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen plagen en pesten. Deze begrippen worden regelmatig door elkaar gebruikt, maar er is een duidelijk verschil.
We spreken over plagen wanneer er sprake is van gelijkwaardigheid tussen de betrokkenen en het vertoonde gedrag plaatsvindt in een positieve sfeer. De kinderen nemen elkaar in de maling, dagen elkaar uit, zonder dat dit door de betrokkenen als bedreigend of echt vervelend wordt ervaren. Het plagen heeft ook een pedagogische waarde: kinderen leren voor zichzelf op te komen en met conflicten om te gaan.
Pesten is systematisch geweld (psychisch of fysiek) van een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van één of meer andere leerlingen, die niet (meer) in staat is/zijn zichzelf te verdedigen.
We nemen op De Toekomst in geval van ongewenst gedrag (pesten) de volgende stappen:
Stap 1
De leerkracht registreert het ongewenste gedrag in SWIS Suite en gaat met de leerling in gesprek. Het doel is bewustwording van wat het pesten betekent voor de gepeste leerling en voor de groep. Eventueel kan een kleine consequentie worden opgelegd. Daarnaast worden er afspraken gemaakt ter voorkoming van herhaling. De leerkracht maakt een verslag in Parnassys.
Stap 2
De leerkracht registreert het ongewenste gedrag in SWIS Suite en gaat wederom met de leerling in gesprek. Er wordt herhaald wat het gedrag voor de ander kan betekenen. Er wordt duidelijk stelling genomen tegen het ongewenste gedrag. Een passende consequentie kán worden opgelegd. De ouders worden schriftelijk (via e-mail) op de hoogte gebracht. De leerkracht maakt een verslag in Parnassys.
Stap 3
De leerkracht registreert het ongewenste gedrag in SWIS Suite en gaat in gesprek met de ouders en de leerling. Het probleem, de eerder gemaakte afspraken en maatregelen worden besproken. Samen worden er afspraken gemaakt. De leerkracht maakt een verslag in Parnassys. Ouders en directie ontvangen een kopie (via e-mail) hiervan.
Stap 4
De leerkracht registreert het ongewenste gedrag in SWIS Suite. De leerkracht, de leerling, de ouders en de directie gaan met elkaar in gesprek. De tot dan toe ondernomen stappen worden besproken. Samen wordt gezocht naar maatregelen (zwaarder dan voorheen). Eventueel kan deskundige hulp worden ingeschakeld van de intern begeleider, schoolmaatschappelijk werk, jeugdarts of andere ondersteunende instanties. De leerkracht maakt een verslag aan in Parnassys. Ouders en directie ontvangen een kopie (via e-mail) hiervan.
Stap 5
Bij aanhoudend en/of extreem ongewenst, onverantwoord of agressief gedrag treedt de procedure schorsing en verwijdering van Delta-onderwijs in werking. Deze stap wordt ondernomen door de directie.