Welk anti-pestprogramma wordt gebruikt?
Begrenzen
Onze school is een veilige leef- en leeromgeving voor jong en oud. Iedereen moet zich thuis kunnen voelen. Bij gedrag wat over de grens gaat, trekken we een grens. We leren er samen van en maken een plan, zodat het niet meer gebeurt.
Fase 1 Je ging een (fysieke) grens over. Dat betekent dat je gedrag liet zien wat we niet kunnen accepteren. We trekken dan een grens.
- We informeren je over de fasen van begrenzen;
- We maken een kort verslag van de gebeurtenis;
- We noteren afspraken om je gedrag en de gevolgen daarvan te herstellen;
- We bespreken of je ondersteuning nodig hebt, van wie en op welke manier;
- We schrijven op wat er gebeurt als het toch nog een keer voorkomt;
- We plannen een moment om met elkaar te bespreken hoe het gaat; We informeren je ouders.
Fase 2 Je ging opnieuw een (fysieke) grens over. Dit gedrag accepteren we niet op onze school. We nodigen je ouders uit voor een gesprek en maken samen met jou een plan:
- We noteren afspraken om je gedrag en de gevolgen daarvan te herstellen;
- We maken afspraken over ondersteuning (wie, wanneer, hoe);
- We schrijven op wat er gebeurt als het toch nog een keer voorkomt;
- We informeren de intern ondersteuner en borgen het verslag in jouw dossier;
- We plannen een moment om met elkaar te bespreken hoe het gaat.
Fase 3 Voor de derde keer ging je een (fysieke) grens over. Je ouders worden hier in een persoonlijk gesprek van op de hoogte gesteld. We nodigen hen uit en maken samen met jou een plan:
- We noteren afspraken om je gedrag en de gevolgen daarvan te herstellen;
- We maken afspraken over (externe) ondersteuning (wie, wanneer, hoe);
- We informeren de directie en die stuurt een formele waarschuwing waarin de consequenties staan van je gedrag;
- We vullen de verslaglegging in je dossier aan;
- We plannen een moment om met elkaar te bespreken hoe het gaat.
Fase 4 Opnieuw ging je een (fysieke) grens over. Daarom informeren we het bevoegd gezag en gaan we over tot de procedure schorsing en verwijdering.
Weer fijn in de groep
Jij doet ertoe, iedereen hoort erbij en we doen het samen! Als jij je niet fijn of veilig voelt, leren we daarvan, maken we samen een plan en gaan daarmee aan de slag tot jij je weer fijn voelt.
1. Even stilstaan (vertragen)
Adem een paar keer diep in en uit. Neem rustig je tijd. We gaan in gesprek, want je voelt je op een of andere manier niet fijn op school. Vertel! We schrijven het samen op.
- Wanneer voel jij je niet fijn? Wat doe je dan? Met wie? Hoe? Waar? Vertel zo precies mogelijk.
- Wanneer voel jij je wél fijn? Wat doe je? Met wie? Hoe? Waar? Vertel zo precies mogelijk.
- Wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat jij je weer fijn voelt? Wie kunnen helpen? Die nodigen we uit om in gesprek te gaan.
2. Plan maken
In gesprek met de kinderen die mee willen ondersteunen. Vertel wat er aan de hand is en wat je wilt doen en/of leren.
- Willen deze kinderen ondersteunen?
- Welke mogelijkheden zien we samen?
- Wat is het doel?
- Wat gaan we uitproberen?
- Wie doet wat?
- Wanneer maken we stand van zaken op? (datum)
3. Doen
We voeren het plan uit. We zorgen dat ouder(s) ook op de hoogte blijven. We kijken samen wat werkt en wat we daarvan kunnen leren. Vertel! We schrijven het samen op.
- Voel jij je weer fijn in de groep? Of is nog iets nodig? (dan weer plan maken)