Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Op onze school werken wij met combinatieklassen. Met de ervaring van de afgelopen jaren, kunnen wij vol overtuiging zeggen dat wij ook in deze groepen optimaal, kwalitatief goed onderwijs geven. Dit is o.a. gebleken uit de waardering GOED van de inspectie.
De jongste kinderen (groep 1 en 2) zitten in gemengde (heterogene) groepen bijeen. Externe factoren kunnen het soms noodzakelijk maken van dit principe af te wijken. Dit schooljaar hebben we een kleutergroep 1/2 en een combinatiegroep 2/3.
Er is een aantal afspraken gemaakt over de wijze waarop de kleuters over de groepen verdeeld worden. Bij het samenstellen van de groepen hanteren wij de volgende uitgangspunten:
- De verhouding jongens-meisje
- Geen broertjes/zusjes bij elkaar (uitgezonderd tweelingen)
Het besluit in welke groep een kind geplaatst wordt ligt altijd bij de school. Ook de overgang van groep 2 naar groep 3 valt onder het besluit van de school. De overgang heeft niet meer zozeer met de leeftijd te maken, maar wel met de ontwikkeling die een leerling heeft doorgemaakt. De school zal hierbij kijken naar de werkhouding, de cognitieve en sociale ontwikkeling. Het oordeel is gebaseerd op observaties, toetsen en de concentratie- spanningsboog.
De intern begeleider en directie worden hier altijd nauw bij betrokken. In principe gaan kinderen die tussen 1 oktober en 1 januari geboren zijn ‘versneld’ door de kleuterbouw: zij kleuteren dus minder dan twee jaar. Als een kind nog niet alle vaardigheden bezit, kan de keuze om langer te kleuteren gemaakt worden. Indien we een kind langer laten kleuteren beoordeelt de inspectie dit als kleuterverlenging. Hiervan is concreet sprake als een leerling op 1 oktober van een bepaald jaar voor de eerste keer in groep 3 zit en op dat moment 7 jaar of ouder is. Een kleuterverlenging houdt per definitie niet in dat een kind later in zijn basisschoolperiode niet nogmaals kan/mag doubleren.
Een school mag zelf bepalen hoe vaak een kind blijft zitten. Het is echter wel een eis van de onderwijsinspectie, dat een kind voordat het 14 jaar wordt de basisschool heeft verlaten. Een kind mag dus niet meer op de basisschool zitten in het schooljaar waarin het de leeftijd van 14 jaar bereikt.
Voor verdere informatie verwijzen wij naar www.owinsp.nl.
Benutting van de verplichte onderwijstijd
In totaal dienen de leerlingen in acht jaar tijd minimaal 7520 uur onderwijs aangeboden te worden. Alle reden om jaarlijks bij het opstellen van een vakantierooster kritisch om te gaan met deze verplichting.
De leerlingen in de onderbouw maken dit schooljaar ongeveer 915 lesuren.
In totaal dienen de leerlingen in acht jaar tijd minimaal 7520 uur onderwijs aangeboden te worden. Alle reden om jaarlijks bij het opstellen van een vakantierooster kritisch om te gaan met deze verplichting.
De leerlingen in de bovenbouw maken dit schooljaar ongeveer 975 lesuren.
Visie op leerling ondersteuning
Als school streven we naar een onderwijsleersituatie waarbij de leerlingen een continu ontwikkelingsproces doorlopen. De leerlingondersteuning richt zich in toenemende mate op het afstemmen van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. In plaats van de ondersteuning op uitvallers te richten, probeert de leerlingondersteuning (preventief) systematisch en vroegtijdig leerlingen te signaleren die extra aandacht nodig hebben. Niet alleen leerlingen met een leerachterstand, maar ook leerlingen met een grote ontwikkelings- of leervoorsprong of leerlingen met een eigen leerstijl worden gesignaleerd.
In het schoolondersteuningsprofiel (SOP), dat jaarlijks door de intern begeleider wordt opgesteld, staat beschreven welke basis- en extra ondersteuning wij aan onze leerlingen bieden. Het SOP is bij de intern begeleider/directie op te vragen en in te zien.
Samenwerkingsverband Duin- en Bollensteek (SWV)
De meeste kinderen doen het prima op school: ze ontwikkelen zich naar verwachting en leren zonder problemen. Voor deze kinderen verandert er met passend onderwijs weinig. Ongeveer één op de vijf kinderen heeft echter meer begeleiding nodig, van specifiek lesmateriaal tot een aangepaste leeromgeving. Het organiseren van deze ondersteuning, zo snel, licht en dichtbij mogelijk, passend bij zijn/haar onderwijs-en begeleidingsbehoeften, is de kern van passend onderwijs.
In het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek werken scholen en hun schoolbesturen samen om passend onderwijs voor elk kind mogelijk te maken. Het gaat om ruim 15 duizend kinderen van vier tot twaalf jaar in de gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen. Op de website www.swv-db.nl kunt u lezen hoe scholen ondersteuning organiseren en welke plannen en ontwikkelingen er zijn.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Een ambitie voor de komende jaren is om onze leerlingen nog eerder te betrekken bij hun eigen ontwikkeling om toe te werken naar een passende uitstroom. Dit met als doel om eigenaarschap en intrinsieke motivatie in de afsluitende fase op de basisschool te maximaliseren en (doel)bewust toe te leiden naar een passende plek in het vervolg onderwijs.
Een andere ambitie is om een team te creëren die kan goed kan anticiperen op de ondersteuningsbehoefte van iéder kind. Dit vergt scholing, lef en inlevingsvermogen.
Wat is voorschoolse en vroegschoolse educatie (VVE)?
VVE is bestemd voor zeer jonge kinderen meteen (taal)achterstand. Er zijn speciale programma’s waarin deze kinderen spelenderwijs hun achterstand kunnen inhalen, zodat ze een goede start kunnen maken op de basisschool. Wat is het verschil tussen voor- en vroegschoolse educatie?
- Voorschoolse educatie begint op de peuterspeelzaal of bij de kinderopvang. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor deze voorschoolse educatie. Kinderen die voor voorschoolse educatie in aanmerking komen worden doelgroepkinderen genoemd. De gemeenten bepalen dus welke kinderen tot deze doelgroepkinderen behoren.
- Vroegschoolse educatie wordt gegeven in groep 1 en 2 van de basisschool. Hiervoor zijn de basisscholen verantwoordelijk.