De Wingerd werkt volgens de methodiek van School Wide Positive Behavior Support (SWPBS)
Positive Behavior Support (PBS) richt zich op het versterken van gewenst gedrag en op het voorkomen van probleemgedrag door te zorgen voor een positieve, sociale omgeving. Uit onderzoek is gebleken dat PBS voor alle leerlingen leidt tot meer effectieve leertijd, een grotere taakgerichtheid en minder verstoringen in de klas, en daardoor ook tot een verbetering van de leerprestaties
SWPBS kent een aantal basiselementen die het uitgangspunt vormen van de benadering:
A. SWPBS is een schoolbrede aanpak.
B. Preventie staat centraal.
C. Leerlingen weten welk gedrag van hen wordt verwacht.
D. Gewenst gedrag wordt gewaardeerd en actief bekrachtigd.
E. Bij ongewenst gedrag zijn er duidelijke consequenties.
Deze uitgangspunten betekenen in onze praktijk o.a. dat we daarom werken met een Pestpreventie aanpak want “Voorkomen is tenslotte beter dan genezen”. We maken kinderen weerbaarder door ze te leren om in situaties die ze als vervelend ervaren een duidelijk stopsignaal te geven, wanneer dat niet werkt, weg te lopen en erover te praten. Kort samengevat in STOP-LOOP-PRAAT. Dit leren we kinderen aan via terugkerende lessen, twee maal per jaar in alle klassen van de Wingerd.
Stap 1: STOP
Als iemand vervelend doet tegen jou of iemand anders: zeg duidelijk stop. Dit doe je met een duidelijk handsignaal en een duidelijke stem.
Stap 2:LOOP
Soms stopt het vervelende gedrag niet, ook als je stop hebt gezegd. Als dit gebeurt ‘loop weg’! Doe dit op een rustige manier.
Stap 3:PRAAT
Zelfs als je wegloopt, stopt ongewenst gedrag soms niet: ga dan naar een volwassene; hulp halen
Onze kernwaarde “respect” is richtinggevend voor het gewenste gedrag. In en om de school worden de gedragsverwachtingen duidelijk benoemd en eventueel visueel gemaakt. Iedereen binnen de school is daarvan op de hoogte. Leerlingen weten welk gedrag van hen wordt verwacht en dat geeft hen de mogelijkheid om dat gedrag in de klas of op andere plekken in en rondom de school te laten zien. Zo verwachten wij van onze leerlingen dat ze altijd:
- Luisteren naar iedere medewerker (proberen te doen wat van ze wordt gevraagd)
- Beleefd zijn (correcte taal gebruiken, normale gesprekstoon, elkaar uit laten spreken)
- Anderen geen pijn doen
- Goed zorgen voor onze materialen en spullen en ze gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn
Wanneer een leerling onacceptabel gedrag toont heeft dit altijd consequenties. Binnen de Wingerd zijn er eenduidige afspraken over de maatregelen die volgen op onacceptabel gedrag. Wij hebben een top 6 van onacceptabel gedrag op de Wingerd:
1. Pesten (ook online) (waarbij sprake is van machtsongelijkheid door leeftijd/fysiek/aantal, discrimineren, buitensluiten, bedreigen, intimideren)
2. Pijn doen, lichamelijk geweld, wapen mee naar school, vechten (m.u.v. zelfverdediging omdat je niet uit de situatie kunt komen)
3. Spullen bewust kapot maken (spullen van jezelf en van anderen)
4. Orde verstorend, gezag ondermijnend gedrag (niet luisteren, zelfbepalend, brutaal)
5. Gericht uitschelden, verbaal geweld (op de persoon gericht, schreeuwen, schelden met ziektes)
6. Liegen (Manipuleren, vals beschuldigen)
Wanneer wij vermeend onacceptabel gedrag niet zelf hebben waargenomen proberen wij het altijd alsnog vast te stellen en besteden we tijd en aandacht aan het onderzoeken en oplossen van de situatie waarbij het onacceptabele gedrag heeft plaatsgevonden. Daarmee geven we invulling aan onze kernwaarde “Respect” en maken we werk van een veilige klas/school.
Zodra we onacceptabel gedrag hebben vastgesteld volgt altijd een consequentie en nemen we contact op met de betrokken ouder(s)/opvoeder(s). Vervolgens is het zaak om de betreffende leerlingen het gebeuren te laten oplossen en volgt er een herstelgesprek. Herhaald onacceptabel gedrag kan leiden tot een time out buiten de klas en zelfs schorsing van school. Schorsing kan alleen gegeven worden door de directeur i.o.m. bestuur.
Wanneer er sprake is geweest van pesten dan handelen wij volgens de vijf sporen aanpak pesten. Wij hebben een anti pest coördinator (Bart Stiphout) die het proces van stappen volgt en waar nodig begeleidt. Bij pesten zijn er vijf partijen te onderscheiden. De aanpak bestaat uit de volgende activiteiten:
1. Mobiliseren van de zwijgende middengroep
2. Hulp aan de pester
3. Betrekken van leerkrachten
4. Betrekken van ouders/opvoeders van de pester(s) en het gepeste kind
5. Hulp aan het gepeste kind.