Basisschool TOON

Symfoniestraat 210 6544 TN Nijmegen

Schoolfoto van Basisschool TOON

Resultaten eindtoets

Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Het volgen van de ontwikkeling
We willen in onze school systematisch aandacht schenken aan de voortgang van het leer- en ontwikkelingsproces van de kinderen. Het behoort tot de taak van iedere leerkracht om goed zicht te krijgen op de stimulerende en belemmerende factoren bij de ontwikkeling van iedere leerling uit zijn/haar klas. Aan de hand van deze factoren bepaalt de leerkracht hoe hij/zij iedere leerling zo goed mogelijk kan begeleiden.

Informatie verzamelen over de leerling
In een klassensituatie wordt er door de leerkrachten geobserveerd hoe kinderen omgaan met de aangeboden leerstof en wordt de aangeboden leerstof getoetst. De opmerkingen van de observaties en de resultaten van de methodetoetsen (dit zijn de toetsen die horen bij de methoden) worden geregistreerd. Naar aanleiding hiervan wordt soms de leerstof aangepast. Leerlingen krijgen dan bijvoorbeeld extra instructie, herhaling en/of uitbreiding van de leerstof.

CITO Leerlingvolgsysteem
Naast de methodetoetsen en observaties maken we ook gebruik van het CITO Leerlingvolgsysteem. Dit is een systeem van toetsen dat aanvullende gegevens levert over de leerling. Het laat zien wat de leerling in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. Wij nemen toetsen van het CITO Leerlingvolgsysteem af in de groepen 3 t/m 8. Op deze wijze krijgen we een goed beeld van de vorderingen gedurende de jaren op de basisschool. De toetsen zijn objectief en maken het mogelijk om scores van een individueel kind en/of de groep te vergelijken met andere kinderen/groepen in Nederland. Heel veel scholen in Nederland werken met deze toetsen. Het aantal behaalde punten wordt omgezet in een toetsscore van I t/m V. De scores betekenen het volgende:

  • I-score is ruim boven het gemiddelde
  • II-score is boven het gemiddelde,
  • III-score is gemiddeld,
  • IV-score is beneden het gemiddelde,
  • V-score is ruim onder het gemiddelde.

Kleuters leren elke dag iets nieuws: kleuren, tekenen, motorische ontwikkeling, maar ook het leggen van sociaal contact en het maken van vriendjes hoort daarbij. Voor leerkrachten is het belangrijk om die ontwikkeling te kunnen volgen. Wij nemen bij de kleuters geen Cito-toetsen af. Wij hebben hiervoor gekozen omdat de ontwikkeling van zulke jonge kinderen vaak in sprongen verloopt. Wat vandaag nog niet beheerst wordt, is volgende week geen probleem, maar andersom komt ook voor.

Natuurlijk vinden wij het belangrijk om een goed beeld van iedere kleuter te hebben. Leerkrachten kunnen bijvoorbeeld aan de hand van observaties, gesprekjes of spelletjes nagaan hoe hun kleuters er nu voor staan. Per periode houdt de leerkracht in een overzicht bij of een leerling de vooraf gestelde doelen heeft behaald.  Op basis van deze  gegevens kan de leerkracht besluiten of een kleuter extra hulp nodig heeft of juist meer uitdaging. Naast observaties, methodetoetsen en CITO- toetsen krijgt de leerkracht ook informatie over leerlingen door gesprekken te voeren met ouders, collega’s en schoolleiding. Alle verkregen informatie wordt geregistreerd in het leerling-dossier.

Rapport
Twee keer per jaar krijgen de oudste kleuters t/m groep 8 een rapport. In het rapport kunt u lezen hoe het met uw kind gaat op cognitief en sociaal-emotioneel gebied.

Extra begeleiding door de leerkracht in de groep
De leerkracht schept binnen de klas mogelijkheden voor het extra begeleiden van kinderen die dit nodig hebben d.m.v. het organiseren van een effectief klassenmanagement. Deze begeleidingscyclus duurt maximaal 6 weken. Als het doel van de begeleiding niet en/of gedeeltelijk is behaald kan de leerkracht kiezen voor een vervolg op de begeleidingscyclus (6 weken). Pas als de leerkracht alles binnen zijn/haar mogelijkheden heeft geprobeerd, wordt een afspraak gemaakt met de Intern Begeleider. De leerkracht vermeldt de extra begeleiding beknopt in het digitale leerlingendossier. De IB-er coacht leerkrachten op de werkvloer met als doel de leerkrachten vaardiger te maken om kinderen een passend aanbod te bieden (professionalisering).

De groepsbespreking
Twee keer per jaar voert de intern begeleider een groepsbespreking met leerkrachten. Onderwerpen die hier aan de orde komen zijn: groepssfeer, didactisch niveau, organisatie en leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. N.a.v. groepsplannen worden de toetsgegevens en scores geanalyseerd met leerkrachten op het gebied van technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen. De leerkracht maakt de groepsplannen en evalueert deze twee keer per jaar.

Individuele leerlingbespreking
De leerkracht maakt een afspraak met de IB-er over leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De IB-er bespreekt de leerling met de leerkracht tijdens een individuele leerlingbespreking. De voorbereiding van het handelingsplan vindt plaats in deze individuele leerlingbespreking. Leerkrachten vullen het HP in en er is controle door de IB-er. De uitvoering in de groep gebeurt door de leerkracht, waarna de evaluatie van het HP volgt met de IB-er. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de intern begeleider.

Speciale behoefte op medisch gebied
Wij hopen dat alle kinderen in goede gezondheid naar school kunnen gaan. Helaas is dit niet bij alle kinderen het geval. In het geval van ziekte van een kind kan het soms nodig zijn om tijdens lestijd een medische handeling uit te voeren. Denk aan bloed prikken bij diabetespatiënten en/of het toedienen van medicijnen. Omdat de school een onderwijsinstelling is en leerkrachten/medewerkers geen medische achtergrond of kennis hebben, is het belangrijk om hier zorgvuldig naar te kijken. Als school hanteren we een protocol medicijnvertrekking en medisch handelen op school. Hierin beschrijven we hoe we handelen indien:

  • Het kind ziek wordt op school. 
  • We het verzoek ontvangen tot het verstrekken van medicijnen.
  • Er medische handeling verricht moeten worden

Het uitvoeren van een medische handeling brengt veel verantwoordelijkheid met zich mee voor een leerkracht/medewerker. Ook is het belangrijk dat een leerkracht/medewerker zich bekwaam genoeg voelt om de handeling te kunnen uitvoeren. De wet schrijft daarom voor dat leerkrachten/medewerkers het uitvoeren van medische handelingen bij kinderen mogen weigeren. Mocht hiertoe besloten worden, dan zullen we dit in goed overleg met de ouders toelichten. Vervolgens zoeken we samen met u naar een goede oplossing. Wanneer besloten wordt dat de leerkracht de handeling wel gaat uitvoeren, leggen wij dit vast in een protocol. Dit protocol wordt ondertekend door school, de ouders en door de behandelend kinderarts.

BSOT (Brede school ondersteuningsteam)
Als blijkt dat de interne ondersteuning voor een kind niet toereikend is, kan over worden gegaan tot het aanmelden voor het BSOT. In dit team zitten verschillende interne en externe deskundigen zoals de directeur, de intern begeleider, de schoolverpleegkundige van de GGD, de onderwijsondersteuner van het samenwerkingsverband en iemand van Buurtteams. Dit team komt samen met de ouders bij elkaar om vanuit een brede invalshoek passende hulp te geven aan het kind. De leerkracht vult samen met de IB-er het groeidocument van de leerling in. Deze wordt besproken met ouders voordat we hierover spreken binnen het BSOT. Indien u meer informatie wilt over onze interne ondersteuning voor kinderen met speciale behoeften, kunt u contact opnemen met onze intern begeleider (IB-er).

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Adviezen voor de middelbare school en doorstroomtoets  

Vanaf dit schooljaar (23-24) ziet de procedure voor advisering naar het Voortgezet Onderwijs (het VO) er anders uit dan voorgaande jaren. Doordat de leerlingen zich tegelijkertijd moeten aanmelden bij het VO en de periode tussen de voorlopige adviezen en de afname van de toets korter is ten opzichte van voorgaande jaren, hoopt de overheid op meer kansengelijkheid.

De Cito Eindtoets wordt vanaf nu de Doorstroomtoets genoemd. Met deze naam wordt duidelijk dat de leerling zich ook na het afnemen van de toets blijft ontwikkelen. Deze toets moet gezien worden als laatste check voor de basisschool. Het grootste verschil is dat de doorstroomtoets naar voren is gehaald. Deze zal nu begin februari afgenomen worden in plaats van half april. Hier voorafgaand (tussen 10 en 31 januari) worden de voorlopige schooladviezen gegeven. In groep 7 is er ook al een voorzichtige indicatie gegeven. Na de bekendmaking van de resultaten van de doorstroomtoets (uiterlijk 15 maart) worden de definitieve schooladviezen gegeven. Dit zal voor 24 maart gebeuren. Als een leerling naar aanleiding van de doorstroomtoets een hoger advies krijgt dan het voorlopig advies was, kan het definitieve advies aangepast worden. De school kan met goede argumenten komen om dit in het belang van de leerling niet te doen. Alle leerlingen melden zich met hun definitieve advies in dezelfde periode (tussen 25 en 31 maart) aan op het VO.  

Hoe komt het voorlopig schooladvies tot stand?

Om tot een voorlopig schooladvies te komen kijken we naar;

- Gedragskenmerken van de leerling (huiswerkattitude/ zelfstandigheid/ motivatie/ algemene ontwikkeling (interesse)/ nieuwsgierigheid

- Sociaal-emotionele vaardigheden van de leerling

- De praktijkgerichte vaardigheden van de leerling

- Zijn/ haar werkhouding en motivatie

- De resultaten van het leerlingvolgsysteem (resultaten Citotoetsen van voorgaande leerjaren en die van begin groep 8)

- De resultaten van de methodegebonden toetsen van groep 8 en voorgaande leerjaren

- Het evt. zorgdossier van de leerling

-De informatie uit gesprekken met de leerling en met diens ouders

Het definitieve advies wordt breed gedragen en komt tot stand in overleg met de leerkrachten van groep 7 en 8, de directeur en de intern begeleider.  

Wij kunnen niet genoeg benadrukken dat wij ouders zien als partner bij de ontwikkeling van onze leerling en hun kind. Door de jaren heen proberen de professionals van school de ouders te betrekken in hoe zij de leerling zien, welke mogelijkheden de leerling heeft en welke verwachtingen daarbij horen. Bij dit inzicht wordt ook altijd de zienswijze van ouders meegenomen. Op deze manier worden ouders niet verrast op het moment van advisering.    

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Een goed pedagogisch klimaat en in het bijzonder aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is een speerpunt van ons Kindcentrum. We willen een omgeving creëren waarin kinderen, ouders en collega’s zich veilig voelen, zich gewaardeerd en gerespecteerd weten. De behoefte van het kind aan autonomie, relatie en competentie staan hierbij centraal.

Voor leerlingen betekent dit dat zij respect hebben voor leerkrachten, voor elkaar en elkaar waarderen. Voor leerkrachten betekent dit dat zij leerlingen en hun verschillen waarderen en accepteren en alert zijn op de sfeer tussen leerlingen onderling. Van ouders verwachten we een positief kritische houding met vertrouwen in de werkwijze en visie van de school. Wij hebben een anti-pestprotocol en hanteren een protocol voor grensoverschrijdend gedrag.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • We voelen ons veilig
  • We waarderen elkaar
  • We respecteren elkaar

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven