Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Binnen onze school werken wij met het jaarklassensysteem. Er zijn acht groepen van gemiddeld 24 leerlingen. Deze zijn ingedeeld op leeftijd. We spreken over onderbouw (groep 1-2-3-4) en bovenbouw (groep 5-6-7-8). Iedere groep heeft één of twee leerkrachten.
Er wordt klassikaal les gegeven met het directe instructiemodel. Dit betekent dat er in drie niveaus wordt lesgegeven. Binnen het klassikale systeem is ruimte voor zelfstandig werken en voor extra instructie. Op deze manier kunnen wij omgaan met verschillen tussen leerlingen.
We werken met verschillende werkmodellen. Samenwerken en zelfstandig werken wisselen we af. We leren de leerlingen op verschillende manieren een probleem op te lossen.
Binnen een groep kunnen leerlingen een apart lesprogramma krijgen. Dit kan zich richten op leerachterstanden, maar ook leerlingen met een voorsprong krijgen een aangepast programma. Dit wordt altijd met ouders besproken.
Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel ontwikkelingsmateriaal is waarvan kleuters kunnen leren. We werken altijd thematisch vanuit de belevingswereld van de leerlingen.Dat is belangrijk als voorbereiding voor het latere lees- en taalonderwijs. Bij de oudere kleuters houden we rekening met het feit dat deze leerlingen belangstelling gaan krijgen voor cijfers en letters, lezen en rekenen. We werken met de methode Schatkist. Deze methode bereidt de leerlingen systematisch voor op het leren lezen en rekenen.
Alle leerlingen hebben dezelfde lestijd. In de onderbouw is meer ruimte voor vrij spel of ontspanning dan in de bovenbouw.
De gegeven tijden per vakgebied zijn een richtlijn en kunnen enigszins afwijken in de praktijk.
De verantwoordelijkheid voor de lessen en activiteiten in de klas berusten bij de leerkrachten van de groep. Zij verzorgen de lessen en onderhouden contacten met de ouders. Zij worden in hun werk begeleid en ondersteund door specialisten binnen de school.
De intern begeleider houdt zich bezig met coördinatie van de leerlingenzorg binnen de school. Dit houdt o.a. in:
• organisatie van de toetsen
• bespreking van de resultaten met de groepsleerkracht.
• het opstellen van een handelingsplan, samen met de groepsleerkracht.
• ondersteuning van de groepsleerkracht met de uitvoering van dit plan.
• doorverwijzen van leerlingen naar de remedial teacher.
• bespreking van de resultaten van deze gegevens met de directeur.
• overleg met het Samenwerkingsverband Westland
Eén dag per week is er een leerkracht beschikbaar om leerlingen met leerproblemen te helpen. Zij stelt de handelingsplannen op en evalueert ze met de leerkrachten en intern begeleider.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
De komende jaren zal de school blijvend inzetten op de extra ondersteuningsbehoefte van kinderen. De intern begeleiders van de school coördineren het zorgbeleid en i.s.m. SPOW en SKT wordt een dekkend netwerk geleverd.
Wanneer een vierjarige op school komt, is er altijd een overdracht met de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf.