Welke doelen staan in het schoolplan?
De kwaliteit van ons onderwijs wordt in eerste instantie bepaald door de kwaliteit van onze leerkrachten. Hiervoor werken wij met een uitgebreid kwaliteitsborgingsysteem (leerKRACHT). Daarnaast borgen we de kwaliteit van het onderwijs door onze planning- en controlcyclus rondom het lesgeven en toetsing. Uit het inspectiebezoek van oktober 2014 blijkt dat de Wicher Zitsema erg sterk is in de analyse van toetsresultaten: op basis hiervan kijken we met name naar het gedrag van leerkrachten en bepalen we voor de nieuwe zorgperiode waar de focus op moet liggen in het lesgeven en de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden, waarmee de Demmingcirkel rond is. Het inspectiebezoek heeft ertoe geleid dat we wederom in het basisarrangement (2019) zitten, het vertrouwen is uitgesproken door de inspectie voor de komende vier jaar.
Zoals eerder genoemd werken we op basis van een plan-do-check-act cyclus (Demmingcirkel). In feite gaat het om drie cycli die met elkaar verbonden zijn.
- Onderwijscyclus
- Ondersteuningscyclus
- Personele cyclus
Onderwijscyclus:
Vanuit Kiva, de methodetoetsen en het CITO-volgsysteem worden de resultaten geanalyseerd. Aan de hand van deze analyses wordt het onderwijsaanbod waar nodig bijgesteld. Dit gebeurt door middel van herhalingsstof, verrijkingsstof of extra ondersteunende lessen. De leerkracht geeft vervolgens verlengde instructie aan individuele leerlingen of groepjes op basis van de bevindingen. De analyses kunnen ook leiden tot gewenste aanpassing van het gedrag van leerkrachten of extra ondersteuning van leerlingen en raken daarmee de hieronder beschreven cycli. Alle (tussen)resultaten worden in Parnassys bijgehouden en de analyses van de toetsen worden op individueel en groepsniveau in (digitale) zorgmappen bijgehouden.
Ondersteuningscyclus
Als er uit de toetsanalyses van CITO en/of methodetoetsen blijkt dat er extra ondersteuning nodig is, stelt de leerkracht een handelingsplan op. Dit plan wordt vanaf de eerstvolgende zorgperiode uitgevoerd. Na elke periode worden resultaten op leerling- en groepsniveau besproken met de intern begeleider (Ib-er) en de directeur. Op basis van deze evaluatie worden de handelingsplannen afgesloten als de doelen zijn behaald of volgt er een nieuwe periode van planmatig handelen met een andere aanpak. De aard van de ondersteuning wordt vastgesteld in overleg met de IB-er tijdens de IB gesprekken die vier maal per jaar plaats vinden. Daarnaast worden er (diagnostische) gesprekken gehouden met leerlingen en ouders, eventueel aangevuld met observaties. Samen met de Ib-er wordt bepaald of en welke vorm van nader onderzoek er nodig is. Dit wordt uitgevoerd door de leerkracht of de Ib-er. Indien blijkt dat dit onvoldoende resultaat oplevert, brengt de Ib-er de desbetreffende leerling in in het overleg met de bovenschools ib-er. Vervolgens wordt samen met de Ib-er het vervolg bepaald. Indien nodig worden hierbij specialisten zoals psychologen, logopedisten of orthopedagogen ingeschakeld. 14 In alle gevallen geldt wanneer er zich acute problemen voordoen in de ontwikkeling van een leerling de leerkracht dit meteen met de Ib-er bespreekt. De groepsleerkracht in de basisschool staat centraal in de leerlingenondersteuning op het niveau van de groep. Hij/zij verzamelt systematisch gegevens van alle leerlingen aan de hand van observaties, dagelijks werk van de leerlingen, methodegebonden toetsen, niet- methodegebonden toetsen(CITO), oudergesprekken en een genormeerd leerlingvolgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Alle zorgdocumenten worden op individueel een groepsniveau in Parnassys bijgehouden.
Personele cyclus;
Op basis van persoonlijk ontwikkelingsplannnen (POP), bekwaamheidsdossiers, functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken en klassenbezoeken (VHM) sturen wij op de ontwikkeling van onze professionals. Waar nodig krijgen onze medewerkers individuele coaching, training of opleiding. Hier ligt een link met de onderwijs cyclus omdat zoals eerder gezegd de analyse van de toetsresultaten als input worden gebruikt voor de evaluatie en bijsturing van het gedrag van leerkrachten. De resultaten en de documenten behorende bij de hierboven beschreven activiteiten worden in een (elektronisch) personeelsdossier MOOI bijgehouden.