Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Pedagogisch klimaat
Bij de inrichting van ons onderwijs proberen we steeds te beantwoorden aan de behoeftes van autonomie-, relatie- en competentiegevoelens bij kinderen. Bij het leren gaan we uit van zelfstandige actieve leerlingen, waarbij het onderwijs gericht is op de zone van de naaste ontwikkeling van elk individu. De opgave is een evenwicht te zoeken tussen kennis doorgeven en het kind zelf laten ontdekken.
Samen leren, inspraak en zelfstandigheid zijn binnen onze school belangrijke onderdelen van een succesvolle schooltijd. Om de zelfverantwoording van elk kind voor het werk te versterken wordt er in de groepen 1-2 gewerkt met planborden en in de groepen 3 t/m 8 met weektaken, dit in combinatie met coöperatieve werkvormen. De achterliggende gedachte van coöperatief leren is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. De leerlingen zijn actief met de leerstof bezig, waardoor de inhoud van de stof meer betekenis voor hen krijgt.
Het overbrengen van kennis op het kind plaatsen we constant in het perspectief van een veel bredere ontwikkeling. Sociaal-emotioneel willen wij het kind leren samen met anderen zijn/ haar ontwikkeling vorm te geven en hierbij, waar nodig, leren om te gaan met zijn/haar gevoelens. Dit kan alleen als het zich veilig en vertrouwd voelt op onze school. Het aanleren van sociale vaardigheden, openheid, eerlijkheid en respect voor elkaar, zal steeds in de dagelijkse activiteiten en lessen terugkomen. De leerkracht heeft hierin een voorbeeldfunctie.
De verdere details aangaande de inrichting en planontwikkeling van ons onderwijs staat beschreven in ons schoolplan 2020-2024 (zie het document op onze website).
De didactische aanpak
Binnen onze onderwijsdidactiek beweegt de rol van de groepsleerkracht zich tussen die van regisseur, kennisoverdrager en coach. Methodes bevatten naast de basisstof ook aanvullend materiaal, zowel voor de kinderen die meer herhaling nodig hebben, als voor de leerlingen die een extra uitdaging aan kunnen. In groepsplannen wordt per vakgebied n.a.v. geformuleerde onderwijsbehoeften het onderwijs op 3 niveaus gepland. De z.g.n. 3-aanpak:
aanpak 1: na de groepsinstructie volgt intensieve instructie en begeleide in-oefening in kleine groepjes en individueel.?
aanpak 2: de instructie voor deze groep leerlingen is breder, dan volgt zelfstandig werk
aanpak 3: na een korte instructie gaat deze groep leerlingen zelfstandig aan het werk, aangevuld met verdiepend werk.
Indien aanpak 1 en extra ondersteuning ertoe leiden dat een leerling niet meer het reguliere programma met aanpassingen kan volgen, kan er na onderzoek en overleg met ouders gekozen worden voor een eigen leerlijn voor betreffende vak(ken) voor deze leerling. Ook kan ervoor gekozen worden dat de leerling voor een bepaald vak in een groep hoger of lager gaat werken als de resultaten daar aanleiding toe geven.
Groepsindeling-en takenverdeling
We werken met een systeem van jaargroepen: groepen kinderen met eenzelfde leeftijd zitten bij elkaar in een klas. Binnen dit systeem worden de relaties tussen de kinderen onderling en hun relatie met de groepsleerkracht gekenmerkt door een sfeer van vertrouwen, waarin elk kind tot ontplooiing kan komen. De leerlingen zijn dit schooljaar vanaf aanvang verdeeld over 8 basisgroepen: voor elk leerjaar één jaargroep. Voor de groepsindeling met bijbehorende groepsleerkrachten en de invulling van het personeel voor de onderwijsondersteunende taken verwijzen we naar 2.2 Het team.
De inhoud van het onderwijs aan groep 1 en groep 2
Er wordt in de groepen 1 en 2 gewerkt volgens de aanpak van de methodiek ‘Speelplezier’: een methodiek voor actief leren en ontwikkelingsgericht begeleiden. Deze wordt zowel bij de peuteropvang als de kleuters gebruikt. Deze aanpak biedt een beredeneerd aanbod voor spel, constructie, techniek, Nederlandse taal, lezen (beginnende geletterdheid), Rekenen & Wiskunde (beginnende gecijferdheid) en muziek. Nederlandse taal en spel lopen als een rode draad door het programma.
In de groepen 1 en 2 wordt thematisch gewerkt. Hierbij wordt steeds rekening gehouden met de belevingswereld en de betrokkenheid van het jonge kind. Daarom richten we ons op handelingsgerichte activiteiten, die dicht bij het kind liggen. Veel aandacht gaat hierbij uit naar het spel. Spel hoort bij jonge kinderen: het is voor hen de manier om zichzelf, de ander en de wereld om hen heen te ontdekken.?
Bij ‘Speelplezier’ gaat het meer om het proces en niet zozeer om het product. Een kind wordt door de groepsleerkracht dus uitgedaagd om zelf na te denken en met eigen oplossingen te komen. Elk kind mag dat doen op zijn eigen niveau. De taak van de groepsleerkracht is om het kind dat er aan toe is, een stapje verder te helpen naar het volgend niveau. De taalontwikkeling vormt een belangrijk onderdeel van deze manier van werken. Bij alle activiteiten worden kinderen uitgedaagd tot praten.??De begeleiding van de leerkracht tijdens het werken bestaat dan ook vooral uit het stellen van de juiste vragen: vragen die de kinderen aanzetten tot nadenken en praten.
Vanaf groep 3 komen de verschillende vakgebieden op een meer methodische wijze aan bod; de vakken technisch lezen, taal en spelling worden geïntegreerd aangeboden in de methode Veilig Leren Lezen. Het lesrooster geeft aan op welke dag een vak wordt gegeven en op welk uur. Sommige vakken zoals lezen, taal en rekenen staan dagelijks op het lesrooster. Andere, bijvoorbeeld geschiedenis, tekenen en gymnastiek, één of twee keer per week.
We hanteren de volgende methodes in de groepen 3 t/m 8:
- Rekenen en wiskunde Wereld in getallen 5 digitaal en Met Sprongen Vooruit
- Taal/lezen/spelling groep 3: Veilig leren lezen, KIM versie
- Taal/spelling: Taalactief groep 4 t/m 8
- Lezen: Estafette groep 4 t/m 8
- Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip groep 4 t/m 8
- Studievaardigheden: Blits groep 5 t/m 8
- Schrijven: Blokschrift vanaf groep 3 (2021 -2022)
- Engels: The Team groep 7-8
- Wereldoriëntatie Blink Wereld Geïntegreerd
- Verkeer: Rondje Verkeer gr 3, Stap Vooruit gr 4, Op Voeten en Fietsen gr 5-6, Verkeerskrant gr 7-8
- Spreekbeurten, het dagelijks volgen van het Jeugdjournaal en aandacht voor de actualiteit door het lezen van de teksten van ‘Nieuwsbegrip’ vormen belangrijke onderdelen bij het overdragen van kennis rond de wereld oriënterende vakken en de algemene ontwikkeling van uw kind
Schoolondersteuningsprofiel - Passend primair onderwijs in Zuid-Limburg
Schoolbesturen en hun scholen organiseren voor alle leerlingen passend onderwijs. Thuisnabij en zo inclusief mogelijk. Schoolbesturen geven samen invulling aan de zorgplicht. Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod; voor alle leerlingen een passende plek.
Er zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs in Zuid-Limburg: Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Beekdaelen (Schinnen), Sittard-Geleen en Stein. Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul Regio Parkstad: Brunssum, Beekdaelen (Nuth en Onderbanken) Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal.
Schoolondersteuningsprofiel
Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: een beschrijving van de onderwijsondersteuning die scholen aan leerlingen kunnen bieden. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school en het samenwerkingsverband.
Onderwijsondersteuning
De onderwijsondersteuning bestaat uit 5 niveaus:
- Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep
- Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep
- Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen
- Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten
- Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis) onderwijs
Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij zelf of met behulp van netwerkpartners. Bij verschil van inzicht over de inzet van onderwijsondersteuning in niveau 1 t/m 4, voorziet het samenwerkingsverband in onafhankelijk extern deskundig advies. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Hiervoor is een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband nodig.
Gemeentelijke ondersteuning
Jeugdhulp, jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk vallen onder verantwoordelijkheid en regie van de gemeenten. Als een kind thuis of op school gemeentelijke ondersteuning nodig heeft, wordt dit aanvullend aan de onderwijsondersteuning ingezet. Dit betreft o.a. (individuele) begeleiding, behandeling en persoonlijke verzorging in het kader van de Jeugdwet.
Zorgondersteuning
Als een kind zorgondersteuning uit de Wet Langdurige Zorg of Zorgverzekeringswet nodig heeft, worden met ouders afspraken gemaakt over inzet en omvang tijdens schooltijd.
Knooppunt
Indien een school onvoldoende tegemoet kan komen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling of vanuit meerdere expertises wilt kijken naar de ondersteuningsbehoefte van een leerling wordt een knooppunt georganiseerd.
Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs
Ouders melden hun kind schriftelijk (minimaal 10 weken voor de gewenste plaatsing) aan bij een school van voorkeur. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen.
Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor. De afspraak is dat niet mondeling wordt doorverwezen. Er is geen uniform aanmeldformulier vanuit het samenwerkingsverband voorgeschreven. Besturen en scholen hanteren eigen formulieren; deze staan altijd op de website van de school. De plaatsingstermijn start vanaf het moment dat een ouder het kind schriftelijk aanmeldt bij een school.
Ouders stellen de school op de hoogte als zij weten of vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. De school van aanmelding vraagt altijd informatie op bij de school van herkomst of de kinderopvang (bij eerste aanmelding). Deze informatie is noodzakelijk om te beoordelen of de school van aanmelding de ondersteuning kan bieden die het kind nodig heeft.
De school beslist, binnen zes weken na schriftelijke aanmelding, of het kind kan worden toegelaten. Deze periode kan met vier weken worden verlengd. Als de school niet kan plaatsen, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een andere basisschool zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de mogelijkheden van het kind, de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart via de trajectbegeleider van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband bepaalt of en voor hoelang een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs.
Stapt een leerling over naar een andere school, dan zorgen de betrokken scholen - in overleg met de ouders - voor een goede, soepele overgang en informatieoverdracht volgens de afspraken binnen het samenwerkingsverband.
Informatie samenwerkingsverbanden
Voor meer informatie: zie www.passendonderwijszuid.nl
Hier is ook de medezeggenschap in het samenwerkingsverband (OPR) opgenomen.
Contactgegevens: Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland
Adres: Nieuw Eyckholt 290E - 6419 DJ Heerlen
Directeur: Doreen Kersemakers
Telefoon: 085 - 488 12 80
E-mail: info-po@swvzl.nl
Groepsplannen
In een groepsoverzicht worden toetsresultaten en een analyse van onderwijsbehoeften verzameld per vakgebied. A.d.h.v. deze informatie worden de doelen voor een volgende periode vastgesteld en bekeken hoe deze praktisch te realiseren zijn voor de verschillende niveaus van ondersteuning in een klas, dit wordt beschreven in het groepsplan. Na afloop van een periode wordt geëvalueerd of de doelen behaald zijn en wat dit betekent voor een volgende periode. Dit proces kan men samenvatten in een cyclus van handelingsgericht werken (waarnemen, begrijpen, plannen, uitvoeren en evalueren).
Hulp aan individuele leerlingen
Onze zorgstructuur met de 3-aanpak is er op gericht dat leerlingen zolang mogelijk meedoen met de klas, de zgn. convergente differentiatie. Leerlingen worden op deze manier uitgedaagd in hun algehele ontwikkeling en getracht wordt om de executieve functies (vb. plannen, concentreren, doorzettingsvermogen, etc…) te ontwikkelen.
Leerlingen die moeite hebben met een bepaald vakgebied krijgen ondersteuning in een kleine groep of individueel met als doel ze weer bij de klas te trekken of binnen de minimumnormen te houden. De ondersteuning wordt gegeven door de leerkracht of de onderwijsassistent. Hierbij kan hulp gevraagd worden van ouders om via logopedie of het maken van specifiek huiswerk achterstanden te voorkomen of weg te werken. Bij sommige leerlingen is de problematiek zo hardnekkig dat er gekozen kan worden voor een afbuigende leerlijn voor dat vakgebied. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders.
Expertisecentrum MosaLira/consultant
Als basisschool van stichting MosaLira kunnen wij een beroep doen op experts vanuit het Expertisecentrum MosaLira. Het doel van het ‘Expertisecentrum’ van MosaLira is het onderwijsveld in haar ontwikkeling en uitvoering van ‘Passend Onderwijs’ te ondersteunen bij het vormgeven van ‘inclusief onderwijs’.
De focus ligt op de ondersteuning bij vragen gericht op speciale onderwijsbehoeftes van leerlingen en handelingsvaardigheden van leerkrachten binnen de ondersteuningsniveaus 1 t/m 3.Het heeft de voorkeur dat interventies in een vroegtijdig stadium gebeuren, zodat remediërende en curatieve acties zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen.
Bij elk onderzoek/advies wordt steeds de vraag gesteld: ‘Wat heeft deze leerling, met deze leerkracht, in deze klas/groep, op deze school, uit dit gezin nodig om zich optimaal te ontwikkelen?
’ Experts van het Expertisecentrum kunnen zijn: een consultant (psycholoog of orthopedagoog) die aan onze school is gekoppeld, maar ook een hoogbegaafdheidsspecialist, een ambulant begeleider of logopedist. Voor een overleg met een van deze partners over uw kind, wordt u altijd vooraf geïnformeerd. Zij kijken met ons mee, om te zorgen dat leerlingen het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben en een verwijzing naar S(B)O niet nodig is. In overleg met de consultant kan er ook gekozen worden voor een (intelligentie/breed) onderzoek dat mogelijk door een andere partner uitgevoerd wordt.
Leerlingvolgsysteem (Cito) toetsen
We maken gebruik van diverse toetsen, zowel methodegebonden als landelijk genormeerde toetsen. Via observaties en toetsen wordt de ontwikkeling van het kind bijgehouden.
De toetsen van CITO zijn landelijk genormeerde toetsen, die tweemaal per jaar op vaste tijdstippen worden afgenomen. We kunnen door afname van deze toetsen de ontwikkeling van elk kind op de diverse onderdelen in kaart brengen en vergelijken met zijn eigen ontwikkeling en het landelijk gemiddelde. Uiteraard ontstaat zo tevens een totaalbeeld van onze school, dat we ook met het landelijke gemiddelde van onze schoolgroep kunnen vergelijken. Vanaf groep 3 hanteren we de volgende citotoetsen: voor Technisch lezen middels de AVI- en DMT-toetsen, daarnaast hebben we de toetsen Spelling, Begrijpend lezen en Rekenen & Wiskunde versie 3.0.
Een groot verschil met de methode gebonden toetsen is dat de Cito de leerstof over een langere periode meet en kijkt of deze beklijft en toegepast kan worden in andere contexten. In de groepen 3 - 8 krijgen de leerlingen regelmatig een methode gebonden toets over de aangeboden leerstof. Bij wereldoriëntatie heeft de leerling hier ook thuis voor moeten leren
SEO
Voor het volgen van de sociale competenties van kinderen gebruiken wij als leerlingvolgsysteem de zgn. ‘SCOL’ (sociale competentie observatielijst) met hieraan gekoppeld de veiligheidsmonitor. De SCOL meet sociale competenties van leerlingen die zijn onderverdeeld in 8 categorieën van sociaal competent gedrag, namelijk ervaringen delen, aardig doen, samen werken en spelen, een taak uitvoeren, jezelf presenteren, een keuze maken, opkomen voor jezelf en omgaan met ruzie. De SCOL wordt in alle groepen 2 maal per jaar door de leerkrachten ingevuld en vanaf groep 6 ook door de kinderen zelf.
Indien er op school zorgen zijn over de sociaal emotionele ontwikkeling van een leerling, zullen deze door de leerkracht besproken worden met de ouders. Samen zullen we, en indien nodig met de knooppuntpartners, kijken hoe we een leerling kunnen ondersteunen.
Leerlingvolgsysteem/leerlingdossier
Om de ontwikkeling van onze leerlingen zo zorgvuldig mogelijk te bewaken, werken wij met een zogenaamd (digitaal) ‘leerlingvolgsysteem’. Dit is een systeem waarbij de leerlingen in de diverse groepen op vaste momenten gedurende het schooljaar getoetst worden, om zo kinderen die achterblijven of ver vooruit zijn beter te kunnen signaleren.
Vanaf het moment dat een kind op onze school komt wordt er een digitaal dossier bijgehouden. Hierin worden de behaalde resultaten opgenomen, andere belangrijke zaken aangaande de ontwikkeling en oudergesprekken worden hier genoteerd.
Overgang
In de basis doorloopt elke leerling in 8 jaar de basisschool. In sommige gevallen kan er voor gekozen worden vanuit de ontwikkeling van een leerling om een jaar te verlengen bij de kleuters ofte doubleren in de hogere leerjaren. Met name bij de overgang groep 2 - 3 kijken we of een leerling toe is in de lijn van een doorgaande ontwikkeling om de overstap naar groep 3 te maken. Sommige leerlingen zijn nog zo gericht op spelen en een open onderwijssituatie dat we kiezen voor een verlenging bij de kleuters. Anderzijds zijn er ook leerlingen die veel steun hebben aan de structuur van een groep 3 en daarom juist wel naar groep 3 gaan, met extra ondersteuning. De keuze voor verlengen of doubleren wordt altijd zorgvuldig afgewogen door de leerkracht i.s.m. de Intern Begeleider en de ouders. Beslissingen worden niet genomen op grond van een indruk of mening, maar op grond van observaties en toetsresultaten. Een bezoek aan de jeugdarts of een screening door de logopediste kan ingezet worden om het beeld van de ontwikkeling compleet te krijgen. Daarnaast wordt overleg gepleegd met de consultant(psycholoog van MosaLira) die gekoppeld is aan onze school. Zij kijkt mee naar de ontwikkeling en ondersteuningsbehoefte van de leerling en hoe deze het best geboden kan worden. Ouders worden in het voorjaar door de leerkracht geïnformeerd over een mogelijke doublure of verlenging indien daar sprake van is
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Ondanks de corona maatregelen zijn de meeste opgelopen achterstanden uit het jaarprogramma van 2019-2021 ingelopen en waren er mooie ontwikkelingen afgelopen schooljaar. In het komend schooljaar 2022-2023 zal aan bod komen:
- Er worden twee studiedagen gewijd aan de implementatie van het leerlingvolgsysteem 'Leerling in beeld'
- Via het project “Meedoen” zal er een breder naschools aanbod komen dat gericht is op Cultuur en Sport.
- Als “ Gezonde School ” zullen we het project seksualiteit in de vorm van de methode “Lentekriebels “ verder implementeren, hier zijn we in schooljaar 2021-2022 mee gestart.
- In schooljaar 2021-2022 zijn we gestart met de nieuwe rekenmethode WIG. We zullen een verdere verdieping via studiemiddagen en werkoverleggen. Ook zal de methodiek Bareka geïmplementeerd worden.
- Vanuit het leesonderwijs verdere implementatie van de methodiek Bouw! in de groepen 2-3-4.
- Er zal een start gemaakt worden om het blokschrift te introduceren vanaf groep 3.
- Vanuit het veiligheidsplan zal er gestart worden met samenstellen van een zogenaamd crisis team. Vanuit een opgesteld protocol kunnen zij in de toekomst in nood meteen handelen.
- Verdere implementatie van de WO methode Blink. In schooljaar 2022-2023 staat het onderzoekend leren centraal en op welke wijze cultuureducatie kan aansluiten bij deze methodiek.
Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.