Basisschool Anne Frank

De Beente 15 6229 AV Maastricht

  • Schoolfoto van Basisschool Anne Frank
  • Schoolfoto van Basisschool Anne Frank

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Cijfers alléén zeggen weinig indien er geen rekening wordt gehouden met  “achtergrond en de bagage” waarmee een leerling de school binnenstapt (o.a. thuis- en omgevingssituatie, aanleg, motivatie, welbevinden, zelfbeeld). Alleen aan de hand van cijfers is dus moeilijk te bepalen of een school voldoende resultaten met een leerling heeft behaald. De kwaliteit van een school is derhalve niet enkel af te leiden uit de hoogte van de eindscore en uitstroomgegevens van groep 8. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling is van groot belang. Heeft een leerling zich in de loop van de basisschool ontwikkeld tot een zelfbewuste, zelfstandige en sociale leerling die met succes de overstap kan maken naar het Voortgezet Onderwijs? De landelijke en regionale media publiceren graag over het onderwijs, maar helaas vaak onvolledig. In veel gevallen worden alleen “kale” scores gepubliceerd, waardoor bij buitenstaanders de indruk kan ontstaan dat een bepaalde school minder presteert. Bovenstaande maakt duidelijk hoe moeilijk het is om de kwaliteit van onderwijs eenduidig in kaart te brengen. We hebben er niets op tegen om op kwaliteit gemeten te worden, mits resultaten op een correcte wijze worden uitgelegd. En daar staan we voor, gezamenlijk met alle andere basisscholen in Maastricht. Voor de beoordeling van de kwaliteit van het geboden onderwijs is de mening van de inspectie van het onderwijs vanzelfsprekend van groot belang. Op basis van aangeleverde gegevens en/of een fysiek schoolbezoek, wordt de kwaliteit van het onderwijs gemeten. Daarnaast worden de scholen van stichting Mosalira jaarlijks gemonitord tijdens een bezoek door het College van Bestuur. Zowel uit het laatste inspectie- als monitorbezoek blijkt dat er voor onze school nog ontwikkelkansen liggen, maar dat de kwaliteit van de school geen risico’s laat zien. Vandaar dat de inspectie onze school in het “basisarrangement” heeft ingedeeld en geen redenen ziet voor aanvullend onderzoek. De kwaliteit van een school hangt dus af van een veelheid van factoren. 

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (volgsysteem)

In elke basisschool is het van belang de ontwikkeling van kinderen goed te volgen. Dit volgen gebeurt al vanaf de eerste dag in groep 1. We volgen vanaf dat moment nadrukkelijk de sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling van de leerling. Het is van groot belang hierbij, de kennis die elke leerkracht vergaart over elk kind, op systematische wijze vast te leggen. We vergelijken de scores van het kind met het gemiddelde in ons land. Ook kunnen we zien of het kind zich goed blijft ontwikkelen. We hebben een computerprogramma (Cito Lovs) waarin alle toetsgegevens van kinderen opgeslagen worden. Zo kunnen we de ontwikkeling van individuele kinderen en groepen goed blijven volgen. Elke groepsleerkracht legt deze bijzonderheden vast. Wanneer er sprake is van leer- en ontwikkelingsproblemen komen er meer speciale beschrijvingsprocedures. Het ontwikkelingsperspectief kan ingezet worden, als de leerachterstand zo groot dreigt te worden, dat aparte afspraken tussen school en ouders moeten worden vastgelegd om een gefundeerd ontwikkelingsperspectief voor de betreffende leerling te beschrijven. Voor het formuleren van een ontwikkelingsperspectief is vooraf een onderzoek door een orthopedagoog of psycholoog noodzakelijk. Een ontwikkelingsperspectief beschrijft de inspanningen van de school en de ouders om het eindniveau, zoals dit beschreven is, in groep 8 te halen. Tot en met groep 8 kunnen we de ontwikkeling van leerlingen volgen. Dit is van belang om met elkaar te kunnen blijven vaststellen dat de ontwikkeling voor elke leerling afzonderlijk zo optimaal mogelijk blijft verlopen. Op initiatief van de Interne Begeleider Leerlingenzorg (IB), leerkracht of ouders/verzorgers wordt een leerling besproken en aangemeld in het zorgoverleg. Van al deze gesprekken en de daarbinnen gemaakte afspraken wordt een verslag gemaakt. Deze verslaggeving is strikt vertrouwelijk en wordt daarom binnen de school centraal opgeslagen in afgesloten dossierkasten. Toegang tot deze kasten is alleen mogelijk met toestemming van de Intern Begeleider. Resultaten van testen, toetsen, rapporten van interne en externe deskundigen worden hier ook opgeslagen. Naast deze wat vrijere manier van signaleren en vastleggen hanteert onze school eveneens landelijke toetsen en lijsten voor verschillende vakgebieden om objectieve normen te kunnen hanteren in het volgen van de ontwikkeling van elk kind. Wij gebruiken hiervoor de volgende instrumenten:

  • Digikeuzebord (kleuters);
  • De herfst- en lentesignalering uit het dyslexieprotocol (kleuters);
  • De woordlengte-, schrijf-, lees-, cijfer- en herkenproef (kleuters);
  • Cito toets beginnende geletterdheid (kleuters);
  • Cito-AVI en de drie-minuten-test (DMT) (groep 3 t/m 8);
  • Cito toets basisbewerkingen (incidenteel)
  • Cito-toets begrijpend lezen (groep 4 t/m 8);
  • Cito-toets rekenen & Wiskunde (groep 3 t/m 8);
  • Cito-toets spellingvaardigheid (groep 4 t/m 8) en Cito Werkwoorden (groep 7 & 8);
  • Cito-toets begrijpend luisteren (groep 3 t/m 8);
  • Cito-toets woordenschat (groep 4 en 6)
  • SCOL-lijsten / sociaal emotionele ontwikkeling (groep 1 t/m 8)

We gebruiken de gegevens van het leerlingvolgsysteem van Cito ook om de kwaliteit van ons eigen onderwijs te toetsen. Trendanalyses en dwarsdoorsneden vertellen ons iets over groepsresultaten, kwaliteit van onderwijs en knelpunten. Daar gaan we dan mee aan de slag. Op basis van de eigen gegevens van de leerkrachten en de resultaten uit de Cito-toetsen wordt geanalyseerd hoe de ontwikkeling van elke individuele leerling verloopt. Hiertoe voert de Intern Begeleider Leerlingenzorg minimaal drie keer per jaar een zogenaamde Voortgangscontrole Bespreking (VCB) over de toetsgegevens, de onderwijsbehoeften, de te verwachten ontwikkeling of de gesignaleerde ontwikkelingsstagnatie. Cito onderscheidt de volgende niveaus: niveau I+ (zeer goed), niveau I (goed tot zeer goed), niveau II (ruim voldoende tot goed), niveau III (matig tot ruim voldoende), niveau IV (zwak tot matig), niveau V (zeer zwak tot zwak) en niveau V- (zeer zwak).      

Hoge verwachtingen

Basisschool Anne Frank zet zich constant in om kwaliteitsonderwijs te verzorgen. Daarbij staat het bereiken van aansprekende resultaten voorop. Wij bieden kinderen de ruimte om hun talenten te ontdekken en hier wat mee te doen. Kinderen hebben recht op onderwijs dat bij hen past, zodat zij hun mogelijkheden, hun beperkingen, hun verlangens, hun verdriet, hun geluksmomenten en hun kijk op de wereld kunnen ontwikkelen. Wij vinden het belangrijk dat we kinderen accepteren zoals ze zijn. We hebben hoge verwachtingen en stimuleren onze leerlingen het beste uit zichzelf te halen, waarbij we als leerkrachten respect tonen voor kinderen, hen vertrouwen  geven en rekening houden met onderlinge verschillen.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

In groep 8 krijgt elke leerling een persoonlijk advies voor het voortgezet onderwijs. Het advies is voor het onderwijssoort dat past bij het niveau van de leerling. Leerprestaties, aanleg en ontwikkeling op de basisschool spelen hierbij een rol. Leerlingen krijgen eerst het voorlopige schooladvies en daarna volgt een toets. Heeft de leerling een hogere toetsuitslag dan het gegeven schooladvies? Dan stelt de school het advies bij, tenzij het in het belang is van de leerling om dit niet te doen.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Sociale competentie is het vermogen om adequaat te kunnen handelen in sociale situaties. Belangrijk is hoe je met jezelf en met elkaar omgaat; het gaat om meedoen en meebepalen. Niet alleen over je voegen naar de anderen: de groep, de maatschappij. Sociale competentie is ook invloed uitoefenen op je omgeving. Het gaat daarbij om het evenwicht. De verwachtingen die je aan sociaal competent gedrag mag stellen, zijn voor elke leeftijd anders. Een kleuter lost een ruzie bijvoorbeeld anders op dan een leerling uit de bovenbouw. Iemand is sociaal competent als deze persoon zowel rekening houdt met zijn eigen belangen als met die van een ander. En als hij dit doet volgens de waarden en normen die in zijn samenleving gelden. Hiervoor zijn kennis, vaardigheden en een juiste houding nodig:

- Kennis heeft te maken met weten en kennen

- Vaardigheden hebben te maken met doen en kunnen

- Houding heeft te maken met willen en durven

Er zijn natuurlijk ook andere aspecten van invloed op de houding van een kind, zoals de gevoelens van een kind en het beeld dat hij of zij van zichzelf en de ander heeft.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Persoonlijke ontwikkeling
  • Respect voor elkaar
  • Welbevinden

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven