Basisschool Sint Jozef

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

De school gaat uit van het principe dat we alle kinderen uit het dorp onderwijs in het dorp willen bieden. Mochten wij handelingsverlegenheid ervaren, dan gaan we eerst op zoek naar externe expertise die ons kan ondersteunen.  Pas nadat we zien dat dit voor een leerling niet het gewenste resultaat oplevert, wordt de leerling, in overleg met ouders, naar een school verwezen die beter bij hem of haar past. Ons doel blijft om het beste uit iedere leerling te halen.

4 Ondersteuning voor kinderenIn dit hoofdstuk vertellen we hoe we de ondersteuning voor kinderen georganiseerd hebben. We vertellen hoe we omgaan met verschillen tussen de kinderen, hoe we rapporteren over de vorderingen van uw kind, hoe we de overgang naar het voortgezet onderwijs begeleiden en nog enkele aanvullende aandachtspunten.4.1. Interne ondersteuning4.1.1. Het volgen van de ontwikkeling van elk kindDe belangrijkste vraag van ouders is vaak: Hoe doet mijn kind het op school en hoe gaat het leren? Alleen als leerkrachten van Sint Jozef de kinderen goed volgen, kunnen ze deze vraag op deskundige wijze beantwoorden. Wij volgen de vorderingen van de leerlingen door:Het dagelijks werk van de kinderen. Dit wordt door de kinderen zelf of door de leerkracht nagekeken en besproken.In alle groepen Cito-toetsen af te nemen. Hiermee toetsen we de beheersing via het langere termijn geheugen.De ontwikkeling van de kinderen voor wat betreft hun sociale ontwikkeling en werkhouding te volgen, te observeren en te noteren. Hiervoor maken we gebruik van Viseon, het Cito leerlingvolgsysteem op sociaal emotioneel gebied.Dagelijkse observaties in de kleutergroep  t.a.v.: sociaal emotionele ontwikkeling, functie-ontwikkeling en voorbereidende vaardigheden voor wat betreft lezen, rekenen en schrijven. We registreren dat in het observatiesysteem KIJK.In alle groepen de ontwikkelingen van de leerlingen voor wat betreft taal, lezen en rekenen, wereldoriëntatie ook methodegebonden toetsen af te nemen. Deze toetsen gaan over de leerstofonderdelen, die door de leerlingen in een bepaalde periode verwerkt zijn. Bij de beoordeling wordt uitgegaan van de 80 % norm. Dit betekent dat het kind een voldoende heeft als het minimaal 80% van de toets goed maakt. Toetsen die de leerkrachten zelf ontwerpen n.a.v. de aangeboden stof. Dit gebeurt met name bij de wereldoriënterende vakken waar groeps- en  vakoverstijgend wordt gewerkt.De groepsleerkracht noteert gegevens van elk kind in het leerlingvolgsysteem en administratiesysteem. De ontwikkeling van het kind wordt tijdens de oudergesprekken besproken. Mochten ouders eerder vragen hebben, dan kunnen zij altijd een afspraak maken met de leerkracht van het kind.Vier keer per jaar vinden er groepsbesprekingen plaatsen (2x in de vorm van een groepsplanbespreking en 2x in de vorm van een leerlingenbespreking). Het betreft hier een bespreking tussen de leerkracht en intern begeleider waarin de voortgang van alle kinderen wordt besproken. Mede naar aanleiding hiervan, kan een advies worden geformuleerd over de hulp die een kind nodig heeft. Een advies kan bestaan uit handreikingen met betrekking tot de indeling van de leerstof of de aanpak die bij het kind past. De verwachting is dan dat de gekozen hulp het kind verder brengt in zijn of haar ontwikkeling. Wanneer het probleem wat gecompliceerder is, kan worden besloten tot een intern onderzoek door de IB’er. Door middel van observaties, toetsen, gesprekken met het kind en ouders zal een beter beeld worden verkregen van het probleem. Op grond hiervan stelt de leerkracht een handelingsplan op dat wordt gemonitord door de IB’er. Voor kortdurende extra hulp kan in overleg met de intern begeleider een aanvulling worden gedaan in het lopende groepsplan i.p.v. een apart handelingsplan. Bij beiden wordt na verloop van tijd geëvalueerd en bijgesteld. Ook kan het voorkomen dat een leerling voor een bepaald vakgebied gedurende de rest van de basisschoolperiode een aangepast programma nodig heeft. Dit gebeurt altijd in overleg met de IB’er, ouders en de bovenschools orthopedagoog. Het kind krijgt dan een eigen leerlijn, eventueel gekoppeld aan een eigen toetslijn. Er zal dan een OPP (ontwikkelperspectief) opgesteld worden met reële ontwikkelingsverwachtingen die passen bij de mogelijkheden van de betreffende leerling. Soms vraagt de problematiek van een kind om meer individueel gerichte ondersteuning. Alleen als de begeleiding die het kind nodig heeft niet in de klas, door de eigen leerkracht, geboden kan worden, bestaat de mogelijkheid dat anderen die ondersteuning bieden. Wij werken samen met een organisatie die bijv. dyslexie ondersteuning bij ons op school biedt. Indien uit intern onderzoek onvoldoende duidelijk wordt wat er aan de hand is, of als de extra ondersteuning niet het gewenste resultaat oplevert, kan extern onderzoek een optie zijn. Doel ervan is om vast te stellen hoe een kind het beste geholpen kan worden. Wij kunnen als school na een goed doorlopen procedure ook specialistische hulp inschakelen vanuit het samenwerkingsverband 30-06 (zie hoofdstuk 4.2 externe ondersteuning).  Uit een extern onderzoek kan ook naar voren komen dat een kind specialistische hulp nodig heeft. In beperkte mate kan daarvoor een preventieve ambulante begeleider worden ingeschakeld. Hij of zij levert een bijdrage aan de deskundigheidsbevordering van de leerkracht, zodat het kind binnen het basisonderwijs tot ontwikkeling kan komen. Soms is de hulpvraag van een kind van die specialistische aard, dat onze school deze niet kan bieden. In dergelijke gevallen wordt het kind verwezen naar het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs.  Alle gegevens, zoals resultaten, verslagen en afspraken worden opgenomen in een dossier. Indien ouders dat wensen, kunnen zij met de Intern Begeleider een afspraak maken, om het dossier van hun kind in te zien. 4.1.2. Contacten met oudersGoede oudercommunicatie vinden wij erg belangrijk. We streven als school naar de dynamische driehoek, een situatie waarin leerling-ouder-leerkracht samenwerken om tot optimale ontwikkeling van het kind te komen. Schooljaar 2020-2021 zullen we starten met een startgesprek aan het begin van het schooljaar, met leerling-ouder-leerkracht. Hierin worden de wensen van alle partijen in beeld gebracht en wordt er indien nodig een communicatieplan op maat gemaakt. Er vinden naast het startgesprek 2 keer per jaar geplande oudergesprekken plaats om de ontwikkeling van het kind met elkaar te bespreken. Daarnaast zijn er facultatieve momenten waarop u zich als ouder kunt inschrijven voor een gesprek. Ook kan de leerkracht u hiervoor uitnodigen.Twee keer per jaar ontvangen alle ouders een rapport van hun kind, in februari en in juni/juli. Indien een kind aangepaste begeleiding of leerstof krijgt, wordt de ouder op de hoogte gesteld door de leerkracht. Voor het afnemen van een extern onderzoek wordt schriftelijk om toestemming gevraagd. Uiteraard kan u naast deze gesprekkencyclus op ieder desgewenst moment een gesprek met de leerkracht aanvragen en een afspraak maken. De deur staat open!4.1.3. De intern begeleiderDe intern begeleider (IB’ er) is een leerkracht die zich heeft gespecialiseerd in leerlingenondersteuning. Indien ouders en/of leerkrachten ontwikkelingsproblemen bij het kind constateren, kunnen zij de intern begeleider raadplegen. Samen met de leerkracht en de ouders zoekt de IB’er naar de oorzaken van het ontwikkelingsprobleem. Het doel is om te komen tot een evenwichtig plan van aanpak, om zodoende het kind op een deskundige wijze weer op weg te helpen. De intern begeleider is aanspreekbaar voor kinderen, ouders en leerkrachten en is niet alleen vraagbaak en coach. Zij heeft ook een belangrijke verwijzingsfunctie: als deskundige verwijst zij ouders voor extra en specifieke hulp naar externe instanties. Vanuit het Samenwerkingsverband 30.06 schakelt zij externe ondersteuning in t.b.v. het kind en de deskundigheid van de leerkracht. 4.1.4. Leerlingenzorg door externen onder schooltijdDaar we in toenemende mate geconfronteerd worden met het feit dat ouder(s), verzorger(s) op eigen initiatief en voor eigen rekening extra hulp inschakelen om extra ondersteuning voor hun kinderen te organiseren, is er een regeling vastgelegd voor alle scholen van Filios Scholengroep getiteld “Leerlingenzorg door externen onder schooltijd”. T.a.v. externe hulp onder schooltijd in en buiten de school staat het bevoegd gezag hier afwijzend tegenover. Indien er sprake is van medische indicatie of indien er door het zorgteam van de basisschool kan worden aangetoond dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel is in het hulpverleningsproces, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Als dit is aangetoond dient er door de ouders/verzorgers en de uitvoerder van de hulpverlening een verklaring van vrijwaring van verantwoordelijkheid aan school te worden afgegeven. Op die wijze wordt bewerkstelligd dat de school c.q. het bevoegd gezag niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de kwaliteit of gevolgen van de door de externe hulpverlener geleverde diensten en/of producten. U vindt deze regeling op de website van Filios Scholengroep. 4.1.5. Overstap naar voortgezet onderwijsOp het einde van de basisschool moet een keuze worden gemaakt. Welke vorm en school voor voortgezet onderwijs is het meeste voor uw kind geschikt? Hierover wordt u geïnformeerd tijdens een extra informatiemoment aan het begin van het schooljaar.PO-VO kalender (Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs)Voor bijna alle leerlingen is de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs een belangrijke gebeurtenis. Om te zorgen voor een zo soepel en vloeiend mogelijk verloop van deze overgang is een kalender ontwikkeld. Deze kalender brengt stapsgewijs de overgang van het basis- naar het voortgezet onderwijs in kaart. Daarom de gekozen naam, PO-VO kalender, waarbij PO staat voor Primair Onderwijs en VO voor Voortgezet onderwijs.De kalender beschrijft de stappen die het basisonderwijs samen met ouders en leerling zetten vanaf groep 7, op weg naar het voortgezet onderwijs. Van alle betrokkenen staat in een tijdpad exact omschreven wie, wat, wanneer doet. De in de kalender beschreven stappen houden niet op bij het verlaten van de basisschool, maar betreffen ook de wijze waarop er contact blijft bestaan tussen het voortgezet onderwijs en de verwijzende basisschool. Dit loopt door tot aan de overgang naar klas 2.Advies van de schoolWanneer een kind de overstap gaat maken naar het voortgezet onderwijs, hebben we hiervoor een tijdspad met afspraken vastgelegd. In de eerste helft van groep 7 zal er een oriënterend gesprek zijn waarbij leerkracht(en) en ouder(s) van gedachten wisselen over de richting VO.Aan het eind van groep 7 wordt er een zgn. pré-advies (voorlopig schooladvies) gegeven. Er wordt gekeken naar ontwikkelingen, resultaten, interesses, zelfstandigheid, studiehouding e.d. van de leerling gedurende de laatste jaren. Ook worden uitslagen van cito en methodegebonden toetsen meegenomen. Dit advies wordt door de leerkrachten besproken met de IB-er. In het oudergesprek kunnen de ouders ook aangeven hoe zij denken over de keuze van het voortgezet onderwijs voor hun kind. In november van groep 8 wordt het voorlopig schooladvies gegeven en met ouders besproken. Het definitieve advies ontvangen ouders in februari in de vorm van een AAK-formulier (Advies en Aanvullende Kenmerken) en een TAAK-formulier (Toelichting Advies en Aanvullende Kenmerken). Dit rapport wordt gebruikt voor de aanmelding op het voortgezet onderwijs door ouders.NB Het definitieve advies kán afwijken van het pré advies en/of voorlopig advies.Eerste helft groep 7: Oriënterend gesprek. Eerste verkenning richting VO.Oudergesprekken groep 7 juni/juli : Eerste voorlopig advies.De school formuleert een voorlopig advies en deelt dit mondeling en schriftelijk aan de ouders en de leerling mee. Ook de wens van de ouders en de leerling worden vastgelegd in dit document. In dit gesprek wordt de toelichting besproken en genoteerd.Oudergesprekken groep 8 oktober/november: Bijstelling of bevestiging van het voorlopig advies.De school formuleert bijstelling of bevestiging van het schooladvies op het formulier en deelt dit mondeling en schriftelijk aan de ouders en de leerling mee. Ook hierbij wordt de wens van de ouders en de leerling genoteerd.Oudergesprekken groep 8 februari/maart: Definitief schooladvies.Het AAK-formulier en TAAK formulier wordt opgesteld en doorgenomen met de ouders en de leerlingen. In het AAK-formulier zit een bijlage die ouders zelf invullen en ondertekenen. Zij dragen er zorg voor dat het complete rapport bij de school van het voortgezet onderwijs terecht komt. De basisschool zal er zorg voor dragen dat de uitslag van de eindtoets bij de juiste school van voortgezet onderwijs terecht komt.Vóór de afname van de eindtoets zijn alle schooladviezen geformuleerd.Uiteindelijk streven we ernaar om het kind te begeleiden naar het voortgezet onderwijs dat voor hem of haar het meest geschikt is. 

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

/

Download het ondersteuningsprofiel