Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
In de groepen 1 en 2 brengen we de ontwikkeling van kinderen in kaart aan de hand van de observatie en registratie van KIJK! Aan de hand van deze observaties richten we ons beredeneerde aanbod in. In de groepen 3 t/m 8 volgen we de ontwikkeling van kinderen d.m.v. observaties, methodetoetsen en toetsen van IEP toetsen. We analyseren de groei die kinderen laten zien. Daarnaast hebben we 3 keer per jaar een groepsbespreking met de intern begeleider waarbij we ook kijken naar de vorderingen van het individuele kind. Aan de hand van groepsoverzichten waarop de onderwijsbehoeften van alle kinderen vermeld staan m.b.t. sociaal emotionele ontwikkeling, rekenen lezen en spelling, taal, begrijpend lezen worden de leerlingen besproken. We kijken welke kinderen zich volgens verwachting ontwikkelen en welke kinderen iets extra's nodig hebben. We bieden waar nodig extra ondersteuning in de groep of of buiten de klas. We werken met een groepsplan waarin zoveel mogelijk wordt aangesloten op de onderwijsbehoeften van ieder kind. Voor kinderen die extra begeleiding krijgen buiten de klas stellen we een handelingsplan op, waarbij we zoveel mogelijk proberen uit te gaan van meetbare doelen, die in een periode van 6 tot 8 weken bereikt kunnen worden. Na de betreffende periode wordt dan nagegaan of deze doelen bereikt zijn en wordt de volgende stap bepaald. Bovenstaande data gebruiken wij als team ook om beleidslijnen uit te zetten voor veranderingsprocessen ten behoeve van kwaliteitsverbetering van het onderwijs bij ons op school.
Met de invoering van de verplichte doorstroomtoets Primair Onderwijs is het schooladvies leidend geworden bij de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Voor 1 maart krijgt elke leerling van groep 8 een schooladvies. Hierin staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij een leerling past. De school kijkt daarvoor onder andere naar de leerprestaties, aanleg en ontwikkeling tijdens de hele basisschoolperiode. Naast dit schooladvies komt er een verplichte eindtoets, die in april zal worden afgenomen.
Met de ouders wordt het schooladvies altijd doorgesproken. Als de keuze uiteindelijk gemaakt is, gaat er een onderwijskundig rapport naar de betreffende school samen met het inschrijfformulier. Als een leerling de eindtoets beter maakt dan verwacht, wordt – in overleg met ouders/verzorgers – het schooladvies heroverwogen. Dit kan leiden tot een wijziging in het schooladvies, maar er kan ook voor gekozen worden om niet van het schooladvies af te wijken. Uiteraard willen we ook graag weten of ons advies klopt.
De school heeft via NCO-rapportage zicht op vervolgsucces na 3 jaar. De informatie uit die rapportage komt niet overeen met gegevens in Scholen op de kaart.Het vervolgsucces na 3 jaar in het VO wordt niet meegenomen in de jaarlijkse analyse.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Op de Leeuwerik willen we kinderen onderwijs geven in een veilig en warm pedagogisch klimaat. Een gezellige en positieve sfeer in de school vinden wij dan ook belangrijk. In het onderwijs dat wij geven, houden we zo goed mogelijk rekening met verschillen die er tussen kinderen bestaan op sociaal- emotioneel, lichamelijk en cognitief gebied. Veiligheid is een basisvoorwaarde om te leren. Pas dan zijn kinderen in staat zich sociaal en emotioneel goed te ontwikkelen. Veiligheid in de school is niet alleen voor de leerlingen van onze school van belang, maar voor alle betrokkenen bij de schoolorganisatie.
Wat vinden we belangrijk op dit gebied:
1. Alle kinderen voelen zich in hun basisschoolperiode bij ons op school veilig, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen;
2. Wij proberen te allen tijde pestgedrag preventief voor te zijn;
3. Wij benaderen onze leerlingen positief;
4. Wij zijn een KiVa school en hanteren de werkwijze die vanuit KiVa wordt aanbevolen;
5. Wij communiceren helder en duidelijk met ouders omtrent veiligheid;
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.