Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Wij monitoren de tussentijdse resultaten door te werken volgens de 4D-methodiek (Data, Duiden, Doelen en Doen). Dit houdt dat we op basis van 'Data' die we zo goed mogelijk 'Duiden' de 'Doelen' stellen en vastleggen op welke wijze we dit 'Doen'. Op bevindingen tijdens het nakijken van werk of bij observaties door de leerkrachten tijdens de lessen wordt direct geanticipeerd. Ook resultaten van blok- of methodegebonden toetsen worden als data meegenomen. Leerlingen krijgen, indien nodig, herhaling of verrijking aangeboden. Deze kan zowel in de groep of groepsdoorbroken aangeboden worden en er wordt voortdurend op basis van onderwijsbehoeften bekeken hoe niveaugroepen samengesteld worden.
Leerkrachten overleggen inhoudelijk met elkaar of vragen consultatie bij de intern begeleider. Na de afname van de niet-methodegebonden toetsen (CITO LIB) volgt een school- en groepsanalyse. Op basis hiervan kunnen doelen worden bijgesteld en zichtbaar gemaakt in ParnasSys, ons leerlingvolg- en registratiesysteem.
Bij het maken van de diepte-analyse van alle tussentijdse toetsen wordt gebruik gemaakt van de volgende werkwijze:
1. Startanalyse met een dwarsdoorsnede/ trendanayalyses van kernvakken groep 1-2 en 3 t/ m 8;
2. Benoemen van zorgsignalen;
3. Per zorgsignaal:
- Stap 1: trendanalyse jaargroepen;
- Stap 2: trendanalyse leerlingen;
- Stap 3: groepsanalyse;
- Stap 4: bevindingen;
- Stap 5: mogelijke oorzaken;
- Stap 6: aanpak.
4. Algemene conclusie.
De analyse die samen met leerkrachten, intern begeleider en directie gemaakt wordt, leidt tot een uitgebreid plan van aanpak, dat desgewenst bij de directie in te zien is.
Wij werken met een protocol 'advisering VO'. Wij adviseren passend en kansrijk om zoveel mogelijk gelijke kansen aan leerlingen te bieden op weg naar het voortgezet onderwijs. In groep 7 geven wij een pré-advies. Dit advies wordt bepaald op basis van toetsen en observaties en besproken met de leerkracht van groep 7, intern begeleider en directie.
Ouders worden op tijd betrokken bij de overgang naar de middelbare school. Voor de leerlingen uit groep 8 zijn de stappen met de komst van de doorstroomtoets in schooljaar 2024-2025 als volgt:
- Scholen melden zich tussen 1 oktober en 15 november aan voor een doorstroomtoets.
- Leerlingen ontvangen tussen 10 en 31 januari hun voorlopig schooladvies.
- Leerlingen maken in op 4 en 5 februari de doorstroomtoets.
- Uiterlijk 14 maart ontvangen de scholen de uitslag van de doorstroomtoets.
- Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 21 maart van hun school het definitieve schooladvies.
- Tussen 24 maart en 28 maart melden alle leerlingen zich tegelijk, met hun definitieve advies, aan op de middelbare school.
- Leerlingen die de overstap maken naar het voortgezet speciaal onderwijs (vso) kunnen zich al eerder met een voorlopig schooladvies aanmelden bij het vso.
De leerkrachten van groep 8 houden ook na de uitstroom van de leerlingen contact met het VO. Samen met de intern begeleider bezoeken zij ook de informatiemomenten over de werkwijze t.a.v. PO-VO-doorstroom.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Leerkrachten zetten in op verbinding met elkaar en laten de groep van elkaar leren. Hierin geven de leerkrachten ruimte, denken ze mee, confronteren ze, begrenzen ze ongewenst gedrag, hebben ze geduld en geven leerlingen het vertrouwen dat zij er mogen zijn. Er is ruimte om met elkaar gebeurtenissen te bespreken.
Onze visie is dat leerlingen door deze aanpak zelfvertrouwen ontwikkelen en beter kunnen groeien en presteren.
We hebben een doorgaande lijn in onze pedagogische aanpak en stemmen veelvuldig met elkaar af. Het in alle groepen werken met KWINK, onze Sociaal Emotioneel Leren (SEL)-methode, draagt hieraan bij. Om zicht te hebben en houden op onze sociale opbrengsten vullen we twee maal per jaar, naast de observaties in de groepen, de Sociale Competentie Observatielijst (SCOL-lijst). Leerlinge uit de bovenbouw vullen de lijst zelf ook in. Daarnaast houden we om het jaar een tevredenheidsonderzoek bij de leerlingen waarbij ook aandacht is voor welbevinden, gevoel van veiligheid en dergelijke.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.