De Lispeltuut

Pauwenburg 8 8226 TA Lelystad

  • Schoolfoto van De Lispeltuut
  • Schoolfoto van De Lispeltuut
  • Schoolfoto van De Lispeltuut
  • Schoolfoto van De Lispeltuut
  • Schoolfoto van De Lispeltuut

Het team

Toelichting van de school

Mochten deze cijfers aanleiding geven tot vragen, ik help u graag.

mvg Hans Vos - directeur

www.lispeltuut.nl

en: https://www.lispeltuut.nl/onderwijs/personeelsbeleid

en: https://www.lispeltuut.nl/onderwijs/personeelsbeleid/startende-leraar

Vakleerkrachten op deze school

Er zijn geen vakleerkrachten aanwezig op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Uiteraard is de onderwijs CAO leidend. Rechten en plichten voor onze collega's zijn hier goed beschreven. We werken volgens de NJT, zodat er een eerlijke verhouding is tussen WTF en werkdagen. 

Als een leerkracht verlof krijgt of ziek is, regelen we dat zo: personeelsbeleid.

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

Veel leraren zijn speciaal geschoold en anders ervaren op het gebied van jenaplan. Ook zijn bijna alle leraren gymspecialist. In een enkel geval wordt een ruil gedaan (bevoegd - niet bevoegd). Zie het gymrooster en de schoolkalender.

Klasindeling

  • Bouwgroepen/Stamgroepen/Heterogene groepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Het is voor ons niet mogelijk om alles in minuutjes uit te drukken. We werken tijdens het blokuur aan allerhande taken. Tijdsbesteding per kind is ook zeer divers. Dus neemt u de tabel met een grote schep zout.

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Leerlingenzorg - Leren leven met verschillen

Mensen zijn verschillend en dat is maar goed ook. Dan kun je van elkaar leren - mensen van verschillende leeftijd en levenservaring, verschillende rassen en culturen, mannen en vrouwen, verschillende levensbeschouwelijke achtergronden enz. In elke school (dus ook in een Jenaplanschool) komen grote verschillen in eigenschappen, achtergronden en capaciteiten voor. Het is onrechtvaardig om die te negeren. Dat gaat ten koste van allen die andere dan gemiddelde mogelijkheden hebben, van zwakkeren die recht hebben op extra hulp en bescherming. Van kinderen die zich in een langzamer tempo ontwikkelen of van kinderen die meer aankunnen dan hun leeftijdsgenoten. Kinderen leren in een Jenaplanschool op een rechtvaardige en vreedzame manier om te gaan met verschillen. Respect voor anderen en eerbied voor het leven zijn belangrijke waarden in onze school. Een gevolg van het formeren van stamgroepen is, dat de positie van kinderen na elk jaar verandert: een jongste wordt middelste, een middelste wordt oudste, enz. Daardoor doen de kinderen belangrijke sociale ervaringen op.  De groepsleid(st)er helpt de kinderen bij dit leerproces.De zorg voor de individuele leerling ligt in 1ste instantie bij de groepsleerkracht. De groepsleerkracht kan voor hulp en begeleiding bij de collega’s, de directeur en in het bijzonder de Interne Begeleidsters (Mirjam Braaf) terecht. Geregeld zijn er leerling-besprekingen in school. Ook is er overleg met een team van deskundigen. Hierin wordt over kinderen gesproken om zo professioneel mogelijk begeleiding en steun te kunnen geven aan zo’n kind. Regelmatig worden kinderen in de school extra begeleid. Ze krijgen dan bijvoorbeeld andere taken in de groep: een andere taaloefening, extra sommen.... Dat gebeurt omdat een kind het erg moeilijk vindt, maar ook omdat een kind het juist erg gemakkelijk vindt.Soms kan de groepsleerkracht in de groep niet voldoende begeleiding geven aan zo'n kind. Dan kan het kind die hulp krijgen van iemand buiten de groep (RT). Op dit moment wordt die hulp buiten de groep gegeven door Mirjam, Annemiek, Klazien, Wim, Gemma, Ada, Relinde en Krishna. Ook wordt, indien nodig, extra hulp gegeven door een logopediste. Voor deze hulp buiten de groep moeten we de kinderen soms eerst onderzoeken: we laten die kinderen dan wat werk maken om te kunnen bekijken waar de moeilijkheden precies zitten. Dit onderzoek gebeurt door leerkrachten in school.Als we hulp van buiten de school nodig achten zullen we daarvoor altijd uw toestemming vragen. Uw kind wordt dus niet buiten de school of door andere mensen dan teamleden onderzocht, zonder uw nadrukkelijke toestemming.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

De komende tijd zullen we, opnieuw, proberen waar te maken, wat beschreven is bij 'samenvatting schoolondersteuningsprofiel'.

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

In de onderbouw (4,5,6-jarigen / groep 0-1-2) werken we aan deze 9 ontwikkelingsdomeinen: sociaal-emotioneel, kring, gedrag, werkgedrag, speelgedrag, hoeveelheid/ordenen, motoriek, redzaamheid, zintuiglijke ontwikkeling en taal. We werken bij  de voorbereiding van onze lessen met een weekplanning. Daarin zijn de doelen van de ontwikkelingsdomeinen verwerkt. Elke onderbouw groep werkt aan dezelfde doelen. Elk jaar maken we een nieuwe planning van de doelen. 

Wekelijks (volgens planning) geven we extra aandacht voor aan afgesproken ontwikkelingsdomeinen. Aanbod van activiteiten stemmen we hier op af en gedurende de dag observeren we de kinderen. We vullen dagelijks de punten in die we al gesignaleerd hebben. Als er aan het einde van de week nog onduidelijkheden zijn, kunnen we bij het betreffende kind een bewuste check inlassen.Elk ontwikkelingsdomein komt per periode twee keer aan de beurt. We zorgen dat aan het einde van de periode alles ingevuld is. Wat al aan het begin ingevuld is (en misschien nog niet helemaal behaald) kan aan het einde van de periode herzien worden en alsnog een 'groene score' opleveren.

De eerste keer observeren is een ‘ruwe versie’ om individueel aanbod te kunnen bepalen.

De tweede keer een ‘definitief  stand van zaken’, zoals deze ook met ouders en in rapportage gecommuniceerd zal worden.Wanneer aan doelen nog niet voldaan wordt, is dat reden voor extra aandacht op dat gebied. Dat kan per kind zijn, of per jaargroep. Scoort een kind op meer dan 2 domeinen <75% (=rood), dan gaan we samen met onze IB'ers een plan maken om eventueel te verbeteren. Bij taal, zintuiglijke ontwikkeling en hoeveelheid/ordenen kan een kind ook een 3 scoren. Dit is het geval als we zien dat hij/zij het doel op het niveau van het volgende peilpunt beheerst. Scoort hij/zij op één van de domeinen in totaal >125% (=blauw), dan bespreken we dat ook met onze IB'ers.Belangrijk is dat het allemaal observatiepunten zijn. Het zijn geen doelen die iedereen allemaal moet beheersen, maar waar je aan werkt.  Observatiepunten om te kijken wat een kind kan, waar het staat en hoe je het aanbod van je lessen daarop kunt aanpassen en individueel kijkt wat en kind nodig heeft om te groeien en te ontwikkelen. Met de observatiepunten houden we  de brede ontwikkeling van het kind in de gaten.

We gebruiken een kiessysteem tijdens het werkuur: Leren plannen en omgaan met uitgestelde aandacht doen we vooral in de  speelwerktijd. Vooraf bedenken wat je wilt gaan doen, wat je daarvoor nodig hebt en hoe je dat gaat doen, is onze manier om met jonge kinderen planningsvaardigheden te oefenen. We werken met een planbord waarbij de kinderen kaartjes van de verschillende activiteiten bij hun eigen foto ophangen. De leerkracht legt de kaartjes neer en bepaalt op die manier wat er gekozen kan worden en met hoeveel kinderen er bij een bepaalde activiteit gespeeld kan worden. De eerste 10/15 minuten gaat de time-timer aan of het stoplicht op rood, dan mogen de kinderen even niets anders kiezen. Daarna gaat het stoplicht op groen en kunnen de kinderen zelfstandig uit de andere activiteiten kiezen. Ze hoeven niet steeds aan de leerkracht te vragen wat ze kunnen doen, want als er geen kaartjes meer liggen dan kan een bepaalde activiteit op dat moment niet meer gekozen worden. 

Er is niet altijd vrije keuze, omdat we graag willen dat kinderen bepaalde activiteiten oefenen. Hierbij kijken we wel echt waar het kind behoefte aan heeft. We willen de kinderen niet leren dat ze iets moeten doen omdat de leerkracht dat bedacht heeft maar we willen graag inzetten op de intrinsieke motivatie. 

Om het aanbieden van de ontwikkelingsmaterialen en andere activiteiten wat meer te sturen en alvast een beetje te oefenen met het werken met een weektaak voor straks in de middenbouw hebben we een aantal verschillende planningen die we kunnen inzetten als de kinderen daar aan toe zijn.

De algemene weekplanning proberen we na de meivakantie met alle oudsten te doen om te oefenen met het werken in het platte vlak en met een weektaak richting de middenbouw. De andere planningen gebruiken we alleen als de kinderen daar echt aan toe zijn en er behoefte aan hebben!

Er wordt thematisch gewerkt. Jaarlijks vast terugkerende thema’s, zoals de seizoenen, religieuze feesten, en een aantal andere thema’s. Deze worden per jaar ingevuld. Deze thema’s worden in de bouw besproken. Er wordt dan besproken wat de mogelijke activiteiten per ontwikkelingsgebied zijn. Hierbij wordt gebruik gemaakt van diverse bronnenboeken. De uitvoering per groep kan verschillend zijn, mede afhankelijk van de inbreng van de kinderen. 

In de groep wordt de klas rond het thema ingericht. De thematische activiteiten vinden zowel in de verschillende kringen als in de hoeken plaats. Het kiezen van de activiteiten gebeurt met behulp van een kiesplank, waarop voorwerpen liggen die representatief zijn voor de gekozen activiteit.

Onderdelen van het blokuur in de onderbouw:

  • hoekenwerk: luisterhoek, bouwhoek, huishoek, computerhoek, boekenhoek, leesschrijfhoek,  constructiehoek, poppenkast, zand- watertafel…
  • oefeningen voor luisteren, spreken en kijken, expressie activiteiten (drama, dans, muziek, tekenen, beeldende vorming)
  • ontwikkelingsmateriaal: puzzels, reken- en taalwerkjes, motorische oefeningen, etc..

Tijdens het werken vinden er momenten van zelfstandig werken plaats, middels momenten van uitgestelde aandacht.

Tijdens het werkuur in de onderbouw werken we:

  • met een kiessysteem, waarbij kinderen ophangen wat ze gaan doen.
  • middels thema’s en projecten.
  • met keuze werkjes en verplichte werkjes.
  • in hoeken (huishoek/bouwhoek/lees- en schrijfhoek)
  • met plakboeken (de gehele onderbouw periode verzamelen wij werkjes in een plakboek. Zo is de ontwikkeling van de kinderen goed te zien.)
  • met ontwikkelingsmaterialen.
  • - Ontwikkelingsmaterialen (keuze of verplicht). Kinderen ( als ze middelste zijn) hebben een dikke duimenkaart waarop ze een sticker plakken als ze het ontwikkelingsmateriaal zelfstandig en goed kunnen uitvoeren. 1 x per week als verplicht werkje en daarna is het eigen keus.  Hiermee bevorderen we hun cognitieve ontwikkeling en zelfstandigheid. Alle ontwikkelingsgebieden komen zo aan bod.
  • - We wisselen de kasten 1 x in de 2 maanden,zodat de materialen uitdagend blijven voor de kinderen.
  • - Gedurende het schooljaar verwachten we steeds iets meer van oudsten. Als ze er aan toe zijn krijgen ze een kleine planning en een map waarop werkjes staan die ze die dag of week moeten doen. Dit als voorbereiding op de middenbouw.

Zie ook ons observatiesysteem obo.

Specifieke vakgebieden:

taal

In de onderbouw werken kinderen op verschillende manieren aan de actieve en passieve taalontwikkeling.

  • - Er worden diverse taal/schrijfoefeningen aangeboden in spel als in het platte vlak (voorbeelden: kralenplanken, klei, insteekmozaiek, krijtbord, kwasten, stoepkrijt, constructiemateriaal, knutselen, nastempelen, letters overtrekken, plaatsing van letters op papier, visuele en auditieve discriminatie enz.).
  • - Wekelijks wordt de nieuwe letter van de week aangeboden, na vier weken herhalen we de voorgaande weken. Om de aansluiting met groep 3 te verbeteren, houden we hierbij de lettervolgorde van Veilig Leren Lezen aan. 
  • - Woordenschatoefeningen in de kring, dagelijks. In het bijzonder bij projecten, waar woordvelden worden gemaakt. Gebruik van woordkaarten aansluitend op het thema. Aanbieden van prentenboeken en praatplaten. 
  • - Ontwikkelen van actieve en passieve mondelinge taalvaardigheid en luistervaardigheid door middel van leergesprekken en vertelkring.
  • - Behandelen van algemene en specifieke leesvoorwaarden zoals vermeld in het observatiesysteem. (vormaspecten van taal, klank onderscheiden, klank teken koppeling, analyseren en synthetiseren)
  • - Beginnende  geletterdheid en de functie van taal bieden we zowel auditief als schriftelijk en in de creatieve verwerking aan. 

rekenen

In de onderbouw werken kinderen op verschillende manieren aan de rekenontwikkeling. We sluiten zoveel mogelijk aan bij de belangstelling en belevingswereld van de kinderen. Er worden diverse rekenactiviteiten aangeboden. Naast de kring (en kleine kring) en instructiemomenten gebeurt dit ook in spel, hoeken en met behulp van ontwikkelingsmateriaal en werkbladen. De verschillende doelgebieden waar onder andere aan gewerkt wordt zijn: getalbegrip, bewerkingen, verhoudingen, verbanden, meten en meetkunde.

Naast de getallen 1 t/m 10 (middelsten) en 1 t/m 20 (oudsten), staat er wekelijks een getal  van de week centraal.

schrijven

Voorbereidende schrijfoefeningen:

  • ontwikkelingsmaterialen: oog-hand coördinatie, Educo lettermotoriek;
  • werkbladen en werkboekjes;oefenen met sensomotorisch materiaal;
  • In de onderbouw werken we voor de ontwikkeling van het voorbereidend schrijven onder meer met Novoskript.
  • In de onderbouw leren we de leerlingen de correcte potloodgreep aan: de driepuntsgreep, waarbij ze vloeiende bewegingen op papier kunnen overbrengen, rekening houdend met het motorische ontwikkelingsniveau van het kind. 

Terug naar boven