Michaelschool Leeuwarden

Hercules Seghersstraat 3 8932 DG Leeuwarden

  • Schoolfoto van Michaelschool Leeuwarden
  • Schoolfoto van Michaelschool Leeuwarden
  • Schoolfoto van Michaelschool Leeuwarden
  • Schoolfoto van Michaelschool Leeuwarden
  • Schoolfoto van Michaelschool Leeuwarden

Het team

Alle personeelsleden van de school vormen samen het team. Zowel de leerkrachten voor de klas, als het niet onderwijzend personeel. Vaak zijn er op een school specialisten aanwezig die extra ondersteuning bieden aan leerlingen die dit nodig hebben. Elke school kent daarin een eigen aanpak. Hoe het team is samengesteld en hoe de school bijvoorbeeld vervanging regelt? Dat kan alleen de school je vertellen.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Wanneer een leerkracht onverhoopt ziek mocht zijn, of om andere redenen (bv. scholing) de lessen niet kan verzorgen, doet de directie van de school zijn uiterste best om een vervangende leerkracht te regelen. Meestal lukt dit gelukkig. Soms kan een collega een extra dag werken, of anders maken we gebruik van invalleerkrachten. We proberen altijd een invalleerkracht te vinden die kennis (en het liefst ervaring) heeft van vrijeschool onderwijs, maar dat is niet altijd gegarandeerd. We prijzen ons tot dusver gelukkig dat veel vervanging op deze manier in te vullen is, maar we maken het ook vaker mee dat we een klas naar huis moeten sturen.

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

De klassen

De Michaëlschool heeft drie kleuterklassen waarin kinderen van 4, 5 en 6 jaar zitten (groep 1 en 2 gemengd). Daarna hebben wij enkelstromige klassen: klas 1 t/m 6 (dat is hetzelfde als groep 3 t/m 8). Op de vrijeschool is de kleutertijd nog echt kleutertijd: vanuit het spel wordt de ontwikkeling van de kinderen gevoed en begeleid. Ook de cognitieve ontwikkeling in taal- en rekenen. Na de kleutertijd gaan de kinderen naar de 1e klas: een grote overgang. Kinderen zijn er dan aan toe om in het onderwijsleerproces te stappen. Vanuit de kleuterklas naar klas 1 is een doorgaande leerlijn zichtbaar. Datgene wat de kinderen zich in de kleuterklas hebben eigen gemaakt, nemen zij mee naar de 1e klas om zich er dan verder in te kunnen verdiepen.  Wij streven op onze school naar kleuterklassen van gemiddeld over het hele jaar genomen rond de 26 leerlingen en overige klassen van rond de 27 leerlingen. Deze groepsgrootte brengt voldoende diversiteit in de klas en biedt ruime mogelijkheden voor vriendschappen tussen de kinderen onderling. Daarbij draagt deze groepsgrootte bij aan de waarborging van de financiële gezondheid van de school.  

Het onderwijs in de kleuterklassen

In de kleuterklassen wordt in de breedte gewerkt aan de ontwikkeling van de kinderen. Veiligheid en geborgenheid staan centraal. De kinderen beleven de seizoenen en de jaarfeesten intensief. In de nazomer worden bessen en appels geplukt en wordt jam en moes gemaakt. Maar de kinderen werken ook met letters en cijfers. Er wordt heen en terug geteld, met letters gestempeld en worden boekjes gelezen. In het tweede kleuterjaar worden aan de hand van de methodiek van José Schraven de eerste stappen gezet op weg naar het leren lezen. (Meer hierover op www.zoleerjekinderenlezenenspellen.nl.) Ook in de kleuterklassen werken wij met periodes. De periodes volgen het ritme van de seizoenen en daarmee ook de jaarfeesten. Kinderen hebben immers behoefte aan ritme. Ritme in de dag, de week, het jaar. Het biedt zekerheid, vertrouwen en bouwt zo mee aan een stevige levensbasis voor het kind. In de kleutergroepen speelt daarom de indeling van de dag, de week en het jaar een grote rol. Bij de opbouw van de ochtend in de kleuterklas houdt de leidster rekening met de afwisseling van inspanning en ontspanning. Elke dag van de week heeft een eigen activiteit, bijvoorbeeld schilderen, bakken of knutselen. De jaarfeesten zijn als gouden kralen in de ketting van dagen en weken. Ze worden met de kleuters intensief voorbereid en helpen de kinderen het jaarritme te beleven. De mooi verzorgde seizoentafel, de seizoengebonden sprookjes en liederen versterken de beleving van het jaarritme.   Er zijn weinig jaren in het leven waarin zoveel geleerd en ontwikkeld wordt als in de kleutertijd. Een kleuter leert spelend, al doende, nabootsend en ontdekkend. Het enkel richten op de cognitieve vaardigheden gaat op deze leeftijd voorbij aan het wezen van de kleuter. Het pedagogisch uitgangspunt voor de kleuterklas op de Michaëlschool is dan ook: leren door te doen. Er wordt eenvoudig speelgoed van natuurlijk materiaal aangeboden en steeds weer worden de kinderen hierdoor uitgenodigd tot uitgebreid fantasiespel en sociaal gedrag: de bankjes en tafels worden vliegtuigen, huizen, evenwichtsbalken, boten, een mollengang. De kleuter blijft de hele kleuterperiode in dezelfde groep en bij dezelfde kleuterleidster. De leeftijdsopbouw per klas varieert van 4 tot 6 jaar. Oudere kinderen kunnen de jongere helpen, maken ze wegwijs of troosten hen. De oudste kleuters hebben eens per week een lange schooldag. Op die middag kunnen de leidsters bijvoorbeeld een extra accent leggen op de ontwikkeling van de taakgerichtheid, de taal- en rekenvoorwaarden. De doorgaande leerlijn van de kleuterbouw naar klas 1 wordt op deze manier vormgegeven en geborgd. Grote kleuters die nog niet (helemaal) leerrijp zijn, kunnen op deze middagen extra zorg en aandacht hiervoor krijgen, zodat zij na de zomer allemaal klaar zijn voor de 1e klas.    

Naar de eerste klas, leerrijpheid

In principe gaan de kinderen die vóór 1 oktober 6 jaar worden na de zomer naar de eerste klas. Voor sommige kinderen die jarig zijn in de maanden september, oktober, november en december, maken wij soms een uitzondering. Een leerling moet dan wel zichtbaar toe zijn aan het onderwijsleerproces in klas 1. Voorafgaand aan de overgang van kleuterklas naar eerste klas, wordt in januari/februari door leerkracht en/of intern begeleider bij de oudste kleuters een leerrijpheidsonderzoek uitgevoerd. In dit leerrijpheidsonderzoek wordt bekeken of de kleuter er aan toe is om na de zomervakantie naar de eerste klas te gaan. Is het kind klaar om in te stappen in het leerproces, zoals dat in klas 1 wordt aangeboden? Zijn de voorwaarden bij het kind aanwezig om tot leren te komen? Hoe ver is bijvoorbeeld de motorische ontwikkeling en wat zijn de sociale vaardigheden die een kind beheerst? Kan het kind taakgericht werken? De uitkomsten van dit onderzoek worden met de ouders besproken. Wanneer er twijfel bestaat of een kind na de zomer naar de eerste klas zal gaan, wordt daarover vanaf het voorjaar met de ouders gesproken. Eventueel wordt ook aan een externe deskundige gevraagd om mee te kijken naar de leerrijpheid van een kind. De directeur van de school neemt uiteindelijk het besluit of een kind een jaar langer kleutert, of naar de eerste klas kan. De middag voor oudste kleuters Gedurende het tweede kleuterjaar, hebben de kinderen die in principe vóór 1 oktober 5 jaar zijn geworden, op dinsdag een extra middag les (tot 14.45 uur). Vanuit de drie kleuterklassen komen de oudste kleuters dan bijeen, om samen te werken aan de specifieke voorbereiding op het leerproces én het groepsproces in (voor de meesten) hun toekomstige klas 1. We willen benadrukken dat de extra kleutermiddag geen garantie geeft op het gaan naar klas 1 in de zomer erop. Vaak wordt juist in dit laatste jaar zichtbaar of het kind leerrijp is of niet. Soms zijn kinderen, ook al zijn ze voor 1 oktober 5 jaar, nog niet toe aan een lange dag. Mocht dit het geval zijn dan komt dit in het overleg met de ouders aan de orde. Mocht er twijfel zijn, dan zal in ieder geval vier weken voor de zomervakantie het besluit genomen worden over het wel/niet deelnemen aan deze “lange dag” voor de oudste kleuters. De extra kleutermiddag start direct in de eerste week van het nieuwe schooljaar.

Het periode-onderwijs in klas 1 t/m 6

Kenmerkend voor vrijeschoolonderwijs is het geven van een groot aantal vakken in aaneengesloten periodes: het periode-onderwijs. Gedurende 3 of 4 weken achter elkaar wordt dagelijks twee uur aan het einde van de ochtend besteed aan één bepaald vak. Dit maakt het mogelijk om diep op de stof in te gaan. Iedere dag kan met het vak verder worden gegaan, terwijl de lesstof van de vorige dag kan bezinken. De lesstof wordt veelal in verhaalvorm verteld (instructie), waarna de kinderen datgene wat zij geleerd hebben in eigen tekst en kunstzinnig verwerken in hun periodeschrift, een soort dagboek dat de kinderen maken. Door tijdens iedere periode opnieuw een eigen periodeschrift te maken, ontwikkelen de kinderen gevoel voor schoonheid en het oppakken van de rode draad uit een verhaal. In de periodeschriften schrijven we met potlood of met vulpen (we werken niet met viltstift). Wanneer een de periode voorbij is duurt het vaak een tijd voordat een vak weer terugkeert. Daardoor is er gelegenheid om dat wat geleerd en gedaan is te laten rijpen. Als de leerstof door de leerlingen met enthousiasme is opgenomen, zien we later dat de kennis van de vorige periode is omgewerkt tot inzicht en vaardigheid. De rode draad door de periodes heen is de vertelstof. De vertelstof is voor iedere klas anders en sluit aan bij de ontwikkelingsfase waarin de kinderen zich bevinden. De vertelstof voor de verschillende klassen is:  

klas 1:    sprookjes

klas 2:    fabels en heiligenlegenden

klas 3:    Oude Testament en ambachten

klas 4:    Noorse mythologie

klas 5:    Griekse mythologie, wereld­godsdiensten en oude culturen

klas 6:    Romeinen, Middeleeuwen en biografieën  

De vertelstof vormt de basis voor de verschillende vakken. Deze werkwijze - die kenmerkend is voor de vrijescholen - heeft diverse voordelen. Doordat via de vertelstof beelden worden opgeroepen kun je voorkomen dat de kinderen te vroeg met abstracties worden geconfronteerd. Bovendien vormen de verschillende activiteiten in de klas een samenhangend geheel. Het laten beleven van de verbinding tussen de verschillende lessen en vak inhouden vinden wij belangrijk. Zo verbinden de kinderen zich bijvoorbeeld in klas 6 met de Romeinse geschiedenis. In de handvaardigheidslessen kunnen zij Romeinse schilden maken, binnen de sociale vorming zullen zij het naadje van de kous willen weten over recht, onrecht, consequenties en dialoog. Binnen een van de bewegingsvakken kunnen zij de structuur leren van hoe een Romeins leger zich bewoog (strak ge­organiseerd en gestructureerd). En zoals de Romeinen meesters waren is structuur en abstracties, zo beleven de leerlingen in dat jaar dat het vak rekenen de overgang maakt naar de abstracte wiskunde (meetkunde). En binnen het creatieve taalgebied kunnen zij kennismaken met de Romeinse dichtkunst. Op deze manier verbinden de leerlingen in de zesde klas zich diepgaand met de cultuur van de Romeinen.    

Oefenuren en vaklessen

Voor taal en rekenen zijn er naast het periode-onderwijs ook dagelijks oefenuren. In deze uren werken de leerlingen uit de taal- of rekenmethode op eigen niveau, individueel of in een groepje. Deze uren geven wij in principe aan het begin van de dag. Na de eerste pauze is er dan alle tijd voor het periode-onderwijs, de talen en de kunstzinnige- en bewegingsvakken. Vakken die in periodes gegeven worden zijn de Nederlandse taal, rekenen, heemkunde (over de seizoenen en de natuur), aardrijkskunde, geschiedenis, dier- en plantkunde, schei-, wis- en natuurkunde. Andere vakken, zoals de talen (Engels en soms ook Fries), gymnastiek, handwerken, handenarbeid, schilderen, tekenen, vormtekenen, koorzang  worden wekelijks of door het jaar heen in blokken als vakles gegeven.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

In de kleuterklassen wordt in de breedte gewerkt aan de ontwikkeling van de kinderen. Veiligheid en geborgenheid staan centraal. De kinderen beleven de seizoenen en de jaarfeesten intensief. In de nazomer worden bessen en appels geplukt en wordt jam en moes gemaakt. Maar de kinderen werken ook met letters en cijfers. Er wordt heen en teruggeteld, met letters gestempeld en worden boekjes gelezen. In het tweede kleuterjaar worden aan de hand van de methodiek van José Schraven de eerste stappen gezet op weg naar het leren lezen. (Meer hierover op www.zoleerjekinderenlezenenspellen.nl.) Ook in de kleuterklassen werken wij met periodes. De periodes volgen het ritme van de seizoenen en daarmee ook de jaarfeesten. Kinderen hebben immers behoefte aan ritme. Ritme in de dag, de week, het jaar. Het biedt zekerheid, vertrouwen en bouwt zo mee aan een stevige levensbasis voor het kind. In de kleutergroepen speelt daarom de indeling van de dag, de week en het jaar een grote rol. Bij de opbouw van de ochtend in de kleuterklas houdt de leidster rekening met de afwisseling van inspanning en ontspanning. Elke dag van de week heeft een eigen activiteit, bijvoorbeeld schilderen, bakken of knutselen. De jaarfeesten zijn als gouden kralen in de ketting van dagen en weken. Ze worden met de kleuters intensief voorbereid en helpen de kinderen het jaarritme te beleven. De mooi verzorgde seizoentafel, de seizoengebonden sprookjes en liederen versterken de beleving van het jaarritme. Er zijn weinig jaren in het leven waarin zoveel geleerd en ontwikkeld wordt als in de kleutertijd. Een kleuter leert spelend, al doende, nabootsend en ontdekkend. Het enkel richten op de cognitieve vaardigheden gaat op deze leeftijd voorbij aan het wezen van de kleuter. Het pedagogisch uitgangspunt voor de kleuterklas op de Michaëlschool is dan ook: leren door te doen. Er wordt eenvoudig speelgoed van natuurlijk materiaal aangeboden en steeds weer worden de kinderen hierdoor uitgenodigd tot uitgebreid fantasiespel en sociaal gedrag: de bankjes en tafels worden vliegtuigen, huizen, evenwichtsbalken, boten, een mollengang. De kleuter blijft de hele kleuterperiode in dezelfde groep en bij dezelfde kleuterleidster. De leeftijdsopbouw per klas varieert van 4 tot 6 jaar. Oudere kinderen kunnen de jongere helpen, maken ze wegwijs of troosten hen. De oudste kleuters hebben eens per week een lange schooldag. Op die middag kunnen de leidsters bijvoorbeeld een extra accent leggen op de ontwikkeling van de taakgerichtheid, de taal- en rekenvoorwaarden. De doorgaande leerlijn van de kleuterbouw naar klas 1 wordt op deze manier vormgegeven en geborgd. Grote kleuters die nog niet (helemaal) leerrijp zijn, kunnen op deze middagen extra zorg en aandacht hiervoor krijgen, zodat zij na de zomer allemaal klaar zijn voor de 1e klas. Voor de bepaling van de leerrijpheid en de overgang naar klas 1 is een leerrijpheidsprotocol opgesteld. Dit protocol is in te zien bij de intern begeleider van de school.

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

De lesuren en het lesrooster

Hieronder ziet u op hoofdlijnen hoe een lesdag er uit kan zien voor de klassen 1 t/m 6. Onderstaande tijden zijn slechts een indicatie. Afhankelijk van de instructiebehoefte van de groep wijkt het werkelijke rooster natuurlijk af.

klas 1 t/m 6:

08.25-08.45:       opmaat: sociale en vorming 

08.45-10.00:       periode-les (taal rekenen, heemkunde instructie, vertelstof etc.). Dit kan omgewisseld zijn met oefentijd (is vooral sprake van in de hogere klassen).

10.00-10.15:      Een kwartier buiten spelen: kleine pauze (hogere klassen een kwartier later). 

10.15-10.20:       bevordering gezond gedrag (rustig naar binnen gaan, jas ophangen, naar de klas)

10.20-12.00:       Oefentijd of in de hogere klassen periode. 

12.00-12.45:       kunstzinnige verwerking. 

Bij korte dag: 12.45 uur vrij;

bij lange dag:   12.45-12.50:  taal en eten in rust.       

12.45-13.15:       buiten spelen (hogere klassen een half uur later). 

13.15-14.00:       vakles

14.00-15:00:       vakles

Afhankelijk van de vaklessen kan het bovenstaande schema worden omgegooid. Denk hierbij aan houtbewerking, gym, euritmie etc. 

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

De school biedt onderwijs aan een reguliere doelgroep. De school beschikt niet over specifieke faciliteiten voor specifieke doelgroepen kinderen. Per leerling wordt bekeken of de school een passend onderwijsarrangement kan bieden, eventueel ondersteund vanuit het samenwerkingsverband.

De reguliere ondersteuning van leerlingen met een extra onderwijsvraag hebben wij als volgt georganiseerd:

De klassenleerkracht en de ouders zijn de eerst betrokkenen en eerstverantwoordelijken voor een leerling die extra aandacht nodig heeft. Zij houden elkaar dan ook goed op de hoogte van de ontwikkeling van het kind. Een uitgebreide beschrijving van onze mogelijkheden om kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte te begeleiden, is te lezen in ons Zorgplan en in ons schoolondersteuningsprofiel.  

Intern begeleider

De intern begeleider draagt verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen, het uitvoeren en het coördineren van de leerlingenzorg. Zij is degene die contact houdt met de klassenleerkrachten over leerlingen of klassen die extra zorg nodig hebben. Zij zorgt voor het regelmatig toetsen van alle leerlingen, bespreekt de toetsresultaten met de leerkrachten, geeft op grond daarvan advies en ziet er op toe dat handelingsgerichte plannen gemaakt en uitgevoerd worden. Zij bewaakt de uitvoering van de protocollen en/of procedures voor bijvoorbeeld dyslexie en hoogbegaafdheid. Voorts onderhoudt de intern begeleider contact met collega’s uit het netwerk voor intern begeleiders (zowel op lokaal niveau als op stichtingsniveau), de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen, de scholen uit het samenwerkingsverband en de verschillende zorginstanties. De intern begeleider coördineert de eventuele onderzoeksaanvragen, ambulante begeleiding en verwijzing naar andere scholen. Kortom, zij heeft inzicht in welke leerlingen zorg behoeven en zij organiseert – binnen de mogelijkheden van de school – de leerlingenzorg. Daarnaast is zij betrokken bij de totstandkoming van de onderwijskundige veranderprocessen die het team en/of directeur/bestuur nodig achten. De intern begeleider voert wekelijks overleg met de directeur.  

Samenwerkingsverband en Expertisecentrum

Wanneer het ons zelf niet meer lukt om een bepaalde leerling de benodigde ondersteuning te bieden, kunnen we ondersteuning vragen van ons Expertisecentrum, welke onderdeel is van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Het expertisecentrum denkt met ons mee, maar kan ook concrete ondersteuning bieden in de zin van onderzoeken en of ondersteuning in de klas. Wanneer school advies of ondersteuning vraagt van het Expertisecentrum voor en bepaalde leerling, worden ouders daar altijd bij betrokken.


Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

nog nader in te vullen. 

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.

Terug naar boven