Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Het afgelopen schooljaar hebben de leerlingen van groep 8 deelgenomen aan de Cito-Eindtoets. Ondanks twee schoolsluitingen hebben onze leerlingen naar verwachting gescoord. Het thuisonderwijs is ingezet op de basisvakken, rekenen, taal en begrijpend lezen. Ook zijn er online extra instructies gegeven voor leerlingen die dat nodig hadden. Op het moment dat de leerlingen weer naar school mochten, zijn we sterk in blijven zetten op de basisvakken.
Op De Floris Radewijnsz wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd in het Leerlingvolgsysteem. De methodeonafhankelijke toetsen van Cito gebruiken we om te bekijken of de tussenopbrengsten gehaald zijn. De inspectie richt zich op de eindopbrengsten. Houd bij het beoordelen hiervan er a.u.b. rekening mee dat deze scores van meer factoren afhankelijk zijn dan goed onderwijs alleen. Ons beleid om – indien mogelijk – (tussentijds) kinderen aan te nemen die extra ondersteuning nodig hebben, beïnvloedt deze gemiddelde scores bijvoorbeeld nadelig. Wij vinden het echter belangrijker om de kwaliteit van ons onderwijs af te meten aan de mate waarin we erin slagen om alle kinderen te helpen bij de uitdagingen waar zij voor komen te staan en bij het maximaliseren van hun mogelijkheden. Verder is het ons doel te zorgen voor een goede aansluiting op een bij het kind passende vorm van vervolgonderwijs. Onze scores achten wij in die zin van ondergeschikt belang.
Let op: de Inspectie van het Onderwijs telt de resultaten van de eindtoets in schooljaar 2020-2021 niet mee in de beoordeling van de scholen en past op een later moment een correctie toe in verband met de coronacrisis.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
De ontwikkeling van uw kind wordt op twee manieren gevolgd.
Enerzijds gebeurt dit aan de hand van het dagelijks werk van de kinderen. Dit werk wordt regelmatig getoetst met behulp van de methodegebonden toetsen. In groep 1/2 worden de observaties van de leerkracht vastgelegd. Ook in de andere groepen zal observatie een middel zijn om te volgen.
Anderzijds worden de methodeonafhankelijke toetsen afgenomen. Dit zijn de toetsen volgens het Cito leerlingvolgsysteem. Deze toetsen worden op vaste tijdstippen in het schooljaar afgenomen. Namelijk januari/februari en juni. De uitslagen van deze laatste toetsen geven ons meer objectieve gegevens over de leerprestaties, omdat met de uitslag van deze toetsen een vergelijking met het landelijk gemiddelde mogelijk is. De gegevens van het Cito leerlingvolgsysteem worden digitaal bewaard en zo is het mogelijk de verrichtingen van kinderen tijdens hun schoolloopbaan te volgen.
Daarnaast kunnen deze toetsresultaten gebruikt worden om het onderwijs op school te evalueren. De ontwikkeling van de kinderen wordt structureel gevolgd. Dit is onder andere te zien in de overzichten waarop de resultaten van verschillende observaties en toetsen staan weergegeven. Deze overzichten vormen de basis voor de rapportgesprekken met ouders en de groepsbesprekingen van de leerkracht met de intern begeleider.
Schooladvies en plaatsing in het vervolgonderwijs
Aan het eind van de basisschool krijgen u en uw kind een schooladvies voor het maken van een verantwoorde keuze naar een school in het voortgezet onderwijs.
Hoe komen wij tot dat advies? Er zijn vier aspecten, die dat bepalen:
- Op welk niveau zit het kind? Dit wordt door middel van Methode gebonden toetsen, Citotoetsen en schriftelijk werk bepaald.
- Observaties. Hoe is de leerhouding, concentratie, zelfstandigheid, inzet en interesse?
- Hoe is het inzicht, het tempo en de motivatie? Is het kind faalangstig en hoe is het met de werkhouding gesteld?
- Onze (meestal) jarenlange ervaring met uw kind.
In de 2e helft van groep 8 nemen de kinderen deel aan de ‘Cito-eindtoets’. De uitslag hiervan wordt schriftelijk aan u meegedeeld. Vóórdat de toetsresultaten bekend worden, heeft de leerkracht van groep 8 echter al het schooladvies met u besproken en heeft u een verantwoorde keuze kunnen maken voor een school in het voortgezet onderwijs.
De leerkrachten van de groepen 7 en 8, de intern begeleider en de directeur geven hun visie aan de hand van eerdere rapporten en ervaringen met het kind. Onze school neemt in de vaststelling van het advies de resultaten van de Cito-eindtoets niet mee. De toets is immers niet bedoeld om uw kind een (soms bindend) schooladvies te geven. Meestal kan een Cito-score het advies slechts ten positieve beïnvloeden, en vormt zij een bevestiging van het oordeel dat onze school al over het kind heeft. Heeft uw kind de eindtoets beter gemaakt dan verwacht? Dan moet de school het schooladvies heroverwegen. Wij kunnen besluiten om het schooladvies aan te passen. Dit gebeurt in nauw overleg met u en uw kind. Een aangepast schooladvies geeft recht op toelating tot de bijbehorende schoolsoort. Is het resultaat van de eindtoets minder goed dan verwacht? Dan past de school het schooladvies niet aan.
Om te beoordelen of onze schooladviezen – achteraf bezien – juist zijn geweest, onderhoudt onze school contact met de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Zij stellen ons op de hoogte van de resultaten van onze oud-leerlingen gedurende de eerste drie jaar op het voortgezet onderwijs.
De school heeft gekozen voor Kanjertraining en is gestart met de implementatie.
De Kanjertraining is meer dan alleen een (anti)pestmethode. De training vormt voor scholen de leidraad om pedagogisch beleid te maken. De Kanjertraining bestaat uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen om de sfeer in de klas goed te houden (preventief), of te verbeteren (curatief).
We streven de volgende doelen na:
- Het bevorderen van vertrouwen en veiligheid in de klas.
- Het versterken van de sociale vaardigheden bij leerlingen.
- Beheersing van verschillende oplossingsstrategieën bij pesten en andere conflicten.
- Bewustwording van de eigenheid bij leerlingen. Leren om verantwoordelijkheid te nemen.
- Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie.
- Het bevorderen van ouderbetrokkenheid.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.